Het individuele salaris van de werknemer in de IT-branche is in 1998 gestegen van 63.276 gulden naar 69.616 gulden. Dat is vergeleken met vorig jaar een toename van 9 procent. De individuele beloning, dat bestaat uit salaris plus componenten, zoals pensioen- en ziektekostenbijdrage, spaarregeling, bonussen, lease-auto en dergelijke, stijgt met 10 procent ten opzichte van 1997. Voor een functie in de automatisering ligt de gemiddelde beloning op 87.739 gulden. Dit blijkt uit het Beloningsonderzoek Automatisering 1998 van het adviesbureau De Breed en Partners.
Naar leeftijdscategorieën bekeken zijn de grootste loonstijgingen in de IT-branche te vinden onder jongeren. De 21-25 jarigen zagen hun totale beloning met 6 procent toenemen; de 26-30 jarigen met 3 procent. Opvallend genoeg is er in geen enkele categorie een stijging van 10 procent of hoger te zien. Het honorarium van de categorie 51-55 daalt zelfs met maar liefst 7 procent. Joost Emke van De Breed geeft hiervoor als verklaring dat het onderzoek nu een veel jongere populatie kent dan voorheen (de gemiddelde leeftijd is gezakt van 36,8 jaar naar 34,1 jaar) en dat dit de vergelijkingen met 1997 scheef trekt. Alleen op individuele basis kan zuiver worden vergeleken. Dit jaar is niet alleen het aantal geënquêteerden haast verdubbeld (4712 personen, van wie slechts 228 vrouw, tegenover 2401 in 1997), ook heeft het adviesbureau de gegevens van veel jonge IT’ers in het onderzoek verwerkt. Die resultaten drukken het gemiddelde loon, maar veroorzaken tegelijkertijd de grote individuele stijgingspercentages, aldus Emke.
Wanneer de uitkomsten tegen het aantal jaren werkervaring worden uitgezet, valt op dat de groeipercentages hier hoger zijn dan bij de onderverdeling in leeftijd, al komen de cijfers ook nauwelijks boven de 10 procent uit. Grootste loonstijgers zijn hier te vinden onder de groepen ’tot 5 jaar’ (8 procent), ’15-19 jaar’ (6 procent) en ‘meer dan 24 jaar werkervaring’ (11 procent). Het verschil tussen ‘leeftijd’ en ‘werkervaring’ is volgens Emke te verklaren door de mensen die een overstap naar de hunkerende automatiseringsbranche hebben gemaakt.
Regionale verschillen
Niet wezenlijk veranderd is het feit dat het honorarium van IT-functies in de industrie en handel (gemiddeld: 91.451 gulden) het hoogste is, vergeleken met de dienstverlening (90.213 gulden), automatisering (87.840 gulden) en overheid (79.968 gulden). Ook bewijst de enquête opnieuw dat werknemers in het westen en midden van Nederland beter worden beloond dan hun collega’s uit het zuiden en – vooral – uit het noorden en oosten.
Een op de vijf IT’ers ontbeert een Internet-aansluiting op het werk; een kwart heeft thuis geen verbinding met de elektronische snelweg. Met betrekking tot opties op aandelen: 11 procent waagde een gokje met een deelneming van gemiddeld 7307 gulden (was in 1997 6 procent met 4694 gulden als inzet).
Cursussen
Verder valt in het onderzoek op dat het volgen van cursussen op het gebied van management, bedrijfskunde en adviesvaardigheden een positievere invloed op de beloning hebben dan technologische opleidingen. Volgens De Breed onderschrijft deze uitkomst de tendens dat aan IT’ers hogere eisen worden gesteld. Alleen vakkennis zou niet voldoende meer zijn. Met betrekking tot specifieke ontwikkelmethoden blijkt dat onervaren medewerkers veel baat hebben bij opleidingen voor Oracle, SA en Cobol. Dit komt mogelijk door het millenniumprobleem, hoewel het onderzoek dit verder niet aangeeft. Andere opvallende resultaten: ervaren IT’ers kunnen hun salaris opkrikken door zich in AIX te laten onderrichten en worden extra beloond als ze zich op IE, Jackson (JSD/JSP), SDW, VMS, VM en vooral Java richten.
Cafetaria
Volgens De Breed wordt de spreiding in beloning ook groter. Het gemiddelde salaris van een IT’er met een universitaire achtergrond varieert bijvoorbeeld tussen de 56.000 en de 136.000. Werkgevers neigen er naar meer onderscheid te maken in beloningen voor werknemers. Het zogeheten cafetariamodel past ook bij deze trend tot flexibilisering. Daarbij kunnen werknemers zelf bij een afgesproken beloning hun primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bepalen. Dus: minder salaris, maar wel een royaal pensioen of WAO-gatdekking; of meer salaris en geen lease-auto.
De meeste IT’er rijden trouwens rond in een Opel Astra. De meest populaire nieuwe lease-auto van 1998 was echter de Renault Megane. n
Hay: loonstijging in 1999 op 7,8 procent
De salarissen in de IT-sector zullen in 1999 gemiddeld 7,8 procent omhoog gaan. Dat is 2,2 procent meer dan de loonsverhoging die informatietechnici dit jaar gemiddeld ontvangen. De stijging van het netto bedrag onder op de loonstrookjes is daarmee hoger dan het gemiddelde in Nederland. Van een loonexplosie is echter allerminst sprake. Tot die conclusie komt Hay management consultants. Het bureau constateerde dat de gemiddelde loonsverhoging in de IT-sector dit jaar 0,2 procent hoger ligt dan elders in het bedrijfsleven. Volgend jaar zal dat verschil oplopen tot 1 procent.
Loek Bosman van Hay ontkent op grond van deze cijfers dat er sprake zou zijn van een loonexplosie in de sector. Volgens hem circuleren er in de IT-bedrijven vele verhalen over ex-collega’s die enorme financiële klappers hebben gemaakt bij hun overstap naar een concurrerend bedrijf. Veelal wordt echter vergeten dat er vanwege de groei in de branche veel promotiemogelijkheden zijn, aldus Bosman. "Zodat er dus betere salarissen worden bedongen, maar wel voor een hogere functie." De Hay-adviseur signaleert echter een ontwikkeling die de salarisstijgingen ondermijnt. "Er is onder de bedrijven in de sector een behoorlijke regie aan de hand om de loonkosten in de hand te houden."
Momenteel liggen de normsalarissen voor volledig functionerende informatietechnici volgens Hay 2 procent hoger dan gemiddeld in het bedrijfsleven. "De feitelijke salarissen liggen echter 3,5 procent lager", aldus Bosman. "Dat heeft sterk te maken met het feit dat IT-ers gemiddeld jonger zijn." Gecorrigeerd naar leeftijd liggen de lonen in de sector weer 2 procent hoger dan gebruikelijk.
Over de hele linie komt echter naar voren dat IT-ers die zich bezighouden met infrastructuur en systemen en met functioneel ontwerp aan de bovenkant van het loongebouw verkeren. Minder goed af zijn collega’s die actief zijn in de ondersteuning van eindgebruikers en in het technisch ontwerpen; zij zijn te vinden in de lagere loonschalen.