Het beeld dat de intrede van de computer in de Nederlandse maatschappij eind jaren vijftig een regelrechte revolutie was, moet worden bijgesteld. Het gebruik ervan maakte al deel uit van een evolutionaire ontwikkeling van rationalisering en schematisering, die in het begin van de twintigste eeuw ontstond.
Dat staat in het vandaag gepresenteerde boek De opkomst van de informatietechnologie in Nederland, dat op initiatief van het Nederlands Genootschap voor Informatici (NGI) en de Stichting Historie der Techniek (SHT) is samengesteld.
Het boek meldt dat de officiële ingebruikname van de eerste computers in de jaren vijftig niet alleen leidde tot hosanna-geluiden. Er bestond ook huiver voor dit ‘elektronisch brein’, een metafoor die populair was tijdens het zogeheten automatiedebat uit dezelfde tijd over de vraag in hoeverre deze machine de mens zou verdringen. Door deze discussies bestaat in de geschiedschrijving van de IT het beeld dat de samenleving in de jaren vijftig aan de vooravond van een revolutionaire ontwikkeling stond. Technologisch gezien is dat juist, maar de auteurs maken in het boek duidelijk dat de voedingsbodem in die tijd al zeer vruchtbaar was voor de doorbraak van het nieuwe rekenwonder.
De term ‘computer’ in het Nederlandse taalgebruik stamt uit het begin van de jaren zestig. Pogingen om een Nederlandse benaming in te voeren – met suggesties als rekentuig, informaat of informatron – strandden echter. Dat is later bij de benaming van het nieuwe vakgebied Informatica wel gelukt.
Het boek is te bestellen door 95 gulden over te maken op girorekeningnr. 7366931, ten name van Stichting Historie der Techniek te Eindhoven, onder vermelding van ‘Opkomst IT’.