Slechts één op de drie docenten in het voortgezet onderwijs gebruikt de computer wel eens in zijn lessen. Op de basisschool blijken daarentegen bijna alle leerkrachten de computer regelmatig te gebruiken.
Deze cijfers komen naar voren in een onderzoek van de Universiteit Twente, dat in opdracht van het ministerie van Onderwijs is verricht.
Uit het onderzoek blijkt dat de computer vooral in het primair onderwijs een plaats heeft veroverd. Bij een vergelijkbaar onderzoek in 1992 was dat nog veel minder het geval. Het voortgezet onderwijs gebruikt ICT voornamelijk in het vak informatiekunde en in toenemende mate bij de moderne vreemde talen. Het gebruik van de PC is nog vrij traditioneel. Ongeveer de helft van de moderne talendocenten gebruikt de PC voor idioomoefeningen. Het gebruik bij Nederlands en wis- en natuurkunde blijft op 18 procent steken.
Uit het onderzoek blijkt ook dat negen van de tien ondervraagden menen dat verplichte nascholing voor docenten op het gebied van ICT noodzakelijk is. Deze cijfers kwamen aan de orde tijdens de jaarlijkse conferentie van de vereniging voor docenten Informatica (I&I) in Lunteren.