Ira Magaziner, Bill Clintons ambassadeur in cyberspace, stapt op. De man die de afgelopen jaren het Internet-beleid van de Amerikaanse overheid bepaalde, kondigde vorige week aan eind dit jaar te zullen vertrekken. Over de timing zal menigeen zijn wenkbrauwen fronsen. ‘Een typisch geval van halverwege de rit uitstappen.’
Amerika en Europa zijn net de messen aan het slijpen ter voorbereiding van een flinke twist waarin de rechten van bedrijven om via Internet gegevens te verzamelen over gebruikers en klanten centraal staan. Europa wil de privacy van gebruikers beschermen door wetgeving. Magaziner meent dat bedrijven zelf gedragsregels moeten opstellen.
Magaziner heeft krachtig stelling genomen in zaken als Internet-privacy, het belasten van elektronische handel en het afluisteren van telecommunicatie door overheden. Zijn visie is duidelijk: overheden moeten zich zo weinig mogelijk met Internet bemoeien want dat zal de ontwikkeling alleen maar belemmeren. Het beheer van Internet en het uitdelen van Internet-adressen moet daarom worden overgelaten aan een onafhankelijke non-profit organisatie. Wel meent Magaziner dat de Amerikaanse veiligheidsdiensten de mogelijkheid moeten hebben om communicatie over nieuwe netwerken af te kunnen luisteren. Door dit standpunt hij op nogal gespannen voet staat met nagenoeg iedereen in de computerindustrie.
Fiasco
Ira Magaziner was eerder een hoofdrolspeler in het grootste fiasco dat het regime van president Bill Clinton tot nu toe heeft beleefd. Nee, niet de Lewinsky-affaire, maar de hervorming van de gezondheidszorg. Magaziner was – samen met Hillary Clinton – de architect van de plannen om het Amerikaanse gezondheidssysteem ingrijpend te veranderen. Clinton werd in 1992 gekozen met een agenda waarin hij onder andere beloofde soelaas te bieden aan de miljoenen Amerikanen zonder ziekteverzekering. De pogingen om een betere gezondheidszorg van de grond te krijgen liepen echter uit op een enorm debacle.
Magaziner en Hillary Clinton maakten een ernstige politieke blunder door het plan te omhullen met enorm veel geheimzinnigheid. Hierdoor werd het voor de republikeinen – rabiate tegenstanders van overheidsbemoeienis in de gezondheidszorg – gemakkelijk hen te betichten van stiekeme pogingen om de greep van de overheid op de privélevens van Amerikanen te willen vergroten. Ook de complexiteit van de voorstellen droeg ertoe bij dat politieke tegenstanders gemakkelijk een karikaturaal beeld van de plannen konden uitdragen. Het plan de gezondheidszorg te hervormen was een dermate mislukking dat geen enkele politicus in de komende tien jaar nog een poging in die richting wil wagen.
Het avontuur met de gezondheidszorg bezorgde Magaziner een ronduit slecht imago in Washington D.C. Hij zou dictatoriale neigingen hebben en een apostel zijn van ‘big government’. De haat van de republikeinen in het congres tegen overheidsbemoeienissen zorgde ervoor dat Magaziner een hele serie persoonlijke aanvallen te verduren kreeg. Nog in 1997 eist het belangrijke republikeinse congreslid Bill Archer dat Magaziner verwijderd moet worden uit zijn positie in het Clinton-bewind. Dit gebeurde nadat een Amerikaanse rechter bepaalde dat Magaziner in 1993 onjuiste verklaringen had afgelegd over de manier waarop de reorganisatie van de gezondheidszorg werd aangepakt.
Internet-tsaar
Magaziner blijft echter een vertrouweling van Clinton. Wanneer de kruitdampen van de verloren slag om de gezondheidszorg zijn opgetrokken, benoemd Clinton hem tot zijn adviseur. Officieel gaat hij zich bezighouden met exportbevordering. In de praktijk betekent dit dat hij de voornaamste strateeg wordt van Clintons Internet-beleid. De pers betitelt hem als Clintons ambassadeur in cyberspace en als de Internet-tsaar. Export? Internet? Het maakt wel duidelijk waarom voor de Amerikanen Internet zo belangrijk is. Handel! Misschien kan de VS voor het eerst in haar geschiedenis een exporterende natie worden?
Een hoogtepunt in Magaziners carrière als Internet-tsaar, is de publicatie van het voornamelijk door hem geschreven ‘Framework for Electronic Commerce’, dat in de zomer van 1997 uitkwam. Magaziners visie op Internet staat vrijwel haaks op zijn ideeën over gezondheidszorg. Hij gelooft dat Internet en de groei van de elektronische handel het meest gebaat is bij een ‘handen af’-beleid van de overheid. Magaziner zegt hierover in een interview met ABC: "Overheden moeten inzien dat het unieke karakter en de explosieve groei van het Internet veroorzaakt worden door het gedecentraliseerde karakter en de groei van onderop." Clinton en Magaziner krijgen vanuit de Internet-gemeenschap veel bijval voor dit standpunt.
Afluisteren
Minder steun heeft Magaziner in Amerika kunnen vinden voor zijn pogingen om de FBI en de NSA (National Security Agency) verregaande mogelijkheden te bieden om telecommunicatie via computernetwerken af te kunnen luisteren. Aanvankelijk wilde de regering producenten van telecommunicatie-apparatuur verplichten de zogenaamde clipperchip in te bouwen in hun producten. De FBI en de NSA zouden de beschikking krijgen over een sleutel waarmee ze te allen tijde communicatie konden onderscheppen en decoderen.
Die clipperchip is nu van de baan en de overheid probeert – zonder veel succes overigens – nu vrijwillige medewerking te krijgen van de computerindustrie voor key escrow waarbij de overheid via een achterdeur toegang heeft tot gecodeerde communicatie.
Domeinnaamgeving
Begin dit jaar kwam Magaziner met een plan om het beheer van het adressensysteem en de domeinnaamgeving van Internet over te dragen aan een onafhankelijke, internationale organisatie die de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (Icann) zal gaan heten. Tot nu toe gebeurde het toewijzen van Internet-adressen door een triootje bestaande uit de Amerikaanse overheid, het bedrijf Network Solutions en de Iana (Internet Assigned Numbers Authority). Met het vertrek van Magaziner en het recente overlijden van Jon Postel, de oprichter van Iana, zijn de twee belangrijkste initiatiefnemers voor de privatisering van het toneel verdwenen.
Een onopgelost probleem in de erfenis van Magaziner is een sluimerend conflict tussen Europa en de Verenigde Staten over de bescherming van de privacy van Internet-gebruikers. De Europese gemeenschap wil een wetgeving waarbij bedrijven op hun websites alleen gegevens van gebruikers mogen verzamelen en gebruiken wanneer ze daarvoor uitdrukkelijk toestemming voor hebben van de betrokkenen. De Amerikanen willen geen wetgeving op dit gebied maar zelfregulering. Bedrijven zouden vrijwillig op hun sites de gebruikers moeten duidelijk maken hoe persoonlijke gegevens gebruikt kunnen worden en de gebruiker de mogelijkheid bieden hiervoor geen toestemming te geven. Het is een duidelijk voorbeeld van Europese regulerindsdrift versus Amerikaanse laissez-faire. Magaziner is onder andere voorstander van zelfregulering omdat het volgens hem toch onmogelijk is te controleren of miljoenen websites zich houden aan enige privacy- wetgeving.
Eind dit jaar vertrekt Ira Magaziner uit Washington D.C. Hij keert terug naar zijn thuisstaat Rhode Island. Hij heeft niet bekend gemaakt wat hij daar zal gaan doen. Evenmin is duidelijk wie hem zal opvolgen als Clintons ambassadeur in cyberspace. Wel is duidelijk dat Magaziner in zijn laatste functie zijn door de gezondheidszorghervorming zwaar gedeukte imago aardig heeft opgevijzeld.