"Wij vinden dat de overheid drastisch in gebreken gebleven is. Zij heeft alle schuld bij ons op het bord gelegd. Onze naam is daardoor behoorlijk beschadigd". Acht maanden geleden wees de rijksoverheid Raet de deur wegens wanprestatie. Het salarissysteem dat Raet zou leveren, deugde niet. De afwikkeling van de zaak is nu voer voor juristen. Een blik achter de schermen van een mislukt miljoenenproject.
Bij vlagen klinkt hij boos, maar de boosheid maakt ook plaats voor berusting. Theo Willemsen, directeur van Raet Personele Systemen, spreekt voor het eerst openlijk over het gedwongen afscheid van Raet van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De sfeer bij Raet kan begin 1996 niet meer stuk. Het agentschap Informatievoorziening Overheidspersoneel (Ivop), onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken, verkiest na een Europese aanbestedingsprocedure automatiseerder Raet om het twintig jaar oude IPA-salarissysteem te vervangen. Via dat systeem worden de salarissen uitbetaald van 225.000 rijksambtenaren en universiteitsmedewerkers. Er is veel geld mee gemoeid. De Raet-directie rekent zich al rijk met de gedachte aan de vervolgopdrachten. Maar het loopt allemaal heel anders. De eerste twijfels bij Raet komen al snel. Willemsen: "We hebben de afgelopen anderhalf jaar regelmatig discussies gehad. Wij vonden dat het Ivop veel te weinig inbreng had in het project. Men deed erg lang over het beantwoorden van vragen of het geven van aanvullende informatie en specificaties. Het ging met name om allerlei bijzonderheden van de deelnemers. Er is nogal een verschil tussen een standaard salarissysteem en de implementatie bij de 63 verschillende deelnemers die in zo’n organisatie zitten", aldus Willemsen.
Verwijten
De ambtenaren die de vervanging van het twintig jaar oude salaris- systeem moesten begeleiden, waren volgens Willemsen onvoldoende op de hoogte van de eigenschappen van het systeem. Willemsen: "Ze gingen niet verder met ons omdat ze er onvoldoende vertrouwen in hadden. Maar de andere kant is dat het Ivop onvoldoende deskundigheid in huis had om dit nieuwe project te beoordelen. Ja, dan wordt je natuurlijk al gauw zenuwachtig als het niet meteen lukt".
"Het oude salarissysteem is uitbesteed bij de Roccade-organisatie. Daar zit wel kennis van het salarissysteem. Het Ivop had zelf niet die kennis. Zij hadden daar de Roccade-groep bij moeten betrekken. Dat hebben ze niet willen doen. Dat komt ook voort uit het overschatten van de eigen kennis".
Het ministerie van Binnenlandse Zaken dat de implementatie coördineerde, wil niet reageren op de verwijten van Raet. In een schriftelijke toelichting maakt het ministerie tussen de regels door duidelijk niet gecharmeerd te zijn van de openhartigheid van Willemsen. "Het is ‘not done’ dat tijdens een juridische procedure partijen in de media over deze onderwerpen commentaar geven", laat directeur-generaal Management en Personeelsbeleid drs A. Annink weten. Voor de eigen visie op de ontwikkelingen die leidden tot het afscheid van Raet verwijst Annink naar een brief die toenmalig minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken op 13 maart aan de Tweede Kamer schreef. Volgens die brief is al in mei 1997 duidelijk dat Raet de afgesproken opleveringsdatum van 1 februari 1998 niet zal halen. Na een ‘doorstart’ wordt afgesproken dat de nieuwe opleverdatum 1 oktober 1998 wordt. Willemsen: "Het Ivop voelde zich toen nog medeverantwoordelijk voor de ontstane problemen".
Mening van derden
Ondanks het gebrekkige overleg met de opdrachtgever werkt Raet stug door aan het klaarmaken van het nieuwe systeem voor de acceptatietest, die op 1 december 1997 moet beginnen en die drie maanden zal duren. Raet haalt de deadline, maar het Ivop is niet tevreden. Dijkstal in zijn brief aan de Kamer: "De status van het opgeleverde was zodanig, dat het niet gereed was voor de geplande acceptatietest." Willemsen weet wel waarom het op dat moment echt fout ging. "Op het moment dat wij het systeem opleverden voor de acceptatietest, zou de verantwoordelijkheid echt overgaan naar het Ivop. Wij hadden al klachten geuit dat hun organisatie niet gereed was voor de acceptatietest. De dag dat wij opleverden hadden zij zelfs nog geen plan voor de acceptatietestfase, terwijl dat natuurlijk wel allemaal van tevoren was afgesproken".
Binnenlandse Zaken schakelde accountantskantoor Kpmg in. Wil- lemsen: "Ze hebben aan mij gevraagd of ik het goed vond dat ze Kpmg een quickscan lieten doen. Ik zei: natuurlijk, want ik wil maximaal meewerken om het project tot een goed einde te brengen". Hij is er niet verbaasd over dat Kpmg een aantal fouten vond in de software. "In onze optiek is dat heel normaal, als je de acceptatie- en de schaduwdraaiperiode nog moet doen. Het waren allemaal fouten die binnen een redelijk tijdbestek verholpen hadden kunnen worden. Maar de overheid zei toen: we vinden de kwaliteit niet goed, we beginnen niet aan de acceptatiefase". In zijn Kamerbrief schrijft Dijkstal: "Kpmg heeft (…) bevestigd dat het systeem onvoldoende basis was voor de start van de acceptatietest". Raet is het daar volstrekt niet mee eens. "Wij vinden niet dat, als je een acceptatietest gaat doen van een paar maanden, dat je dan in een quickscan van een paar dagen kan bepalen wat de kwaliteit is van het project. Want dan hadden we ook geen drie maanden durende acceptatietestfase hoeven afspreken".
Willemsen laat het er niet bij zitten en schakelt zelf ook een accountantskantoor in. Dat onderzoekt niet de kwaliteit van de software, maar de opstelling van de overheid gedurende de tijd dat het project liep. Het oordeel van Moret, Ernst en Young is niet mals. Willemsen, tevreden: "Moret is tot de ontdekking gekomen dat het Ivop op vele mogelijke punten in de handling van het project in gebreke is gebleven. Ze zijn tot de conclusie gekomen dat het Ivop geweldig vertragend heeft gewerkt."
Miljoenen extra
De schade loopt ondertussen snel op voor Raet. Het projectteam van vijftig man heeft na 1 december niet veel meer te doen. De automatiseerder investeert drie miljoen gulden extra om het project overeind te houden. Niet zonder reden. Willemsen: "Zo’n groot traject, voor alle salarissen van de overheid, is natuurlijk heel ‘visible’ in de pers. Wij wisten, en we voelden aan, dat onze naam heel makkelijk beschadigd kon worden. Dus stonden wij onder een geweldige druk van de publieke opinie. De overheid kan rustig roepen in de pers: ‘Raet heeft het slecht gedaan’. De overheid kan net zoveel modder gooien als zij wil. Het probleem is dat wij niet kunnen antwoorden. Ik kan niet roepen op de voorpagina van De Telegraaf dat de ambtenaren van het Ivop het slecht gedaan hebben. Dan lacht heel Nederland. Dan zegt iedereen: dat weten we allang. Dat is geen nieuwe informatie. Maar als een belangrijk commercieel bedrijf een misser begaat, dan gniffelt iedereen. Je verliest het altijd". Ook voor de overheid begint de tijd te dringen. Om vóór de eeuwwisseling een goed systeem te hebben, moet er snel iets gebeuren. De contractueel vastgelegde gang naar de geschillen- commissie van de Stichting Geschillenoplossing Automatisering (Sgoa) brengt de twee partijen niet bij elkaar. Op 13 maart 1998 zegt het ministerie van Binnenlandse Zaken het contract eenzijdig op. RCC Public krijgt vervolgens de opdracht om voor tien miljoen gulden het oude systeem millenniumproof te maken. Na de eeuwwisseling kan er gewerkt worden aan een nieuw systeem. Het systeem van Raet, voor 98 procent klaar volgens Willemsen, kan in de prullenbak. De Raet-directeur herkent een patroon in de beslissing. "Dit is een hele veilige oplossing. Ik ben ervan overtuigd dat het verhaal een uitstekende afloop gekend had als ze met ons samengewerkt hadden. Maar daar moet je wel enig lef voor hebben. Hier is duidelijk gekozen voor risicomijdend gedrag, wat wel veel meer geld kost. Gezien het verloop van het project ben ik niet verbaasd over die beslissing".