Een bezoek aan oude vriend M. roept herinneringen op aan lange avonden achter de Commodore Amiga, die werden gevuld met Leaderboard, Marble Madness en Bubble Bobble. Met één van de eerste Amiga’s in Nederland kon hij destijds rekenen op de afgunst van velen.
De Amiga was uitgerust met een 68000-processor van Motorola en had drie speciale processoren aan boord voor beeld en geluid. Ze hadden bijzondere namen – twee heetten Angus en Denise, de derde ben ik vergeten. Het was, zo bleek, de ultieme spelcomputer. De overtreffende trap in een evolutie die ooit begon met Pong en later Space Invaders, dat je ’s zomers speelde op Italiaanse campings.
Toen de PC Nederland veroverde, deden computerspelletjes hun intrede op de werkvloer. Flight Simulator, Decathlon en Frogger knaagden aan de productiviteit van menige organisatie. De opkomst van de Apple Macintosh maakte het er niet veel beter op. Het nog altijd populaire Tetris bleek op zijn eigen manier een killer-applicatie. De jonge werknemer won met gemak van de oude garde, als kleine genoegdoening voor het verschil in salaris. Met Maze Wars, een soort Doom avant la lettre, kon je je collega’s in een tweedimensionaal doolhof aan flarden schieten. En omgekeerd. In zwart-wit, wel te verstaan. Een fantastische tijd. Het was het decennium van de computerspelletjes, culminerend in wekenlange Empire-sessies, die volstrekt geen tijd overlieten voor andere activiteiten, zoals werken. Maar de Amiga bleef ongeëvenaard. Helaas legde hij het af tegen de PC. Commodore heeft nog pogingen gedaan een PC-en-Amiga-in-één te bouwen, maar dat is nooit een succes geworden.
M. was bijna de geschiedenis ingegaan als de man met de grootste collectie Computables aller tijden, als hij zijn verzameling bij de zoveelste verhuizing niet bij het grof vuil had gezet. Nu heeft hij een zeer respectabele baan en een zeer snelle PC. Zo snel, dat elke machine uit de geschiedenis zonder problemen geëmuleerd kan worden. Speciale software bootst de werking van een 8086, een Z80 of een 68000 na. De spelletjes uit die dagen bestaan nog steeds. In veel gevallen zijn het exacte kopieën van het ROM-geheugen van een speelautomaat of de insteekkaart van een spelcomputer.
M. geeft me een demonstratie. Na een paar keer klikken verschijnt het opstartscherm van de Amiga. We starten het golfprogramma Leaderboard en slaan een balletje op Cypress Hill. Het is een reis terug in de tijd.
Welke spelletjes heb je nog meer, vraag ik hem. Wat je maar wilt, is zijn antwoord. Op zijn harde schijf staan er honderden. Klassiekers als Defender, maar ook spellen waarvan we nooit wisten dat ze bestaan hadden. Wat hij niet in voorraad heeft, is binnen enkele seconden van een Internet-site af te halen. De spelletjes uit die tijd zijn nog niet zo groot. Vaak passen ze in 64 Kb. (Voor de jonge lezertjes: dat is het geheugen van je PC gedeeld door duizend.) Zo wordt – op verzoek – het onbekende Crush Roller gedownload, in mijn herinnering het leukste spel aller tijden. Dat valt niet mee. Crush Roller is niet meer dan een slap aftreksel van Pac Man. Hadden we misschien beter de herinnering kunnen koesteren.
De avond wordt afgesloten met een kleine demonstratie Quake II. De afgelopen jaren is deze ontwikkeling aan mij voorbijgegaan. Doom had ik wel eens gezien, maar Quake II is nieuw en best indrukwekkend. In een driedimensionaal doolhof, dat gemodelleerd blijkt te zijn naar het kantoor van M.’s vorige werkgever, mag je op elkaar jagen en schieten. Even inbellen en we spelen mee op een Internet-site. Het is levensechter dan levensecht. Hompen vlees vliegen in het rond, haarscherp en in full-color. En toch is het minder spannend dan Maze Wars tien jaar geleden was. Een paar dagen later zit ik achter een Nintendo 64. Ik ben Banjo in Diddy Kong Racing. Prachtig spel. Maar om nou te zeggen dat het duizend keer zo mooi is als de race-spelletjes van tien jaar geleden, nee. Ik vlieg nog steeds uit de bocht.