Columnist Trude Maas heeft een lans willen breken voor vrijwilligerswerk. Dat is leuk, schrijft Roelof Osinga, echter alleen effectief indien de lezer vertrouwen heeft in de analiste. Dit vertrouwen zou gewonnen kunnen worden door haar analyse nader te bestuderen.
De vraag die Trude Maas stelt ‘Wat is onze Elfstedentocht?’ in haar column Vrijwilligers (Computable, 16 oktober), kan ik beantwoorden met ‘Goed management’. Trude ziet beelden van de schaatsers en vraagt zich dan af ‘hoe een toch redelijk ongecoördineerd zootje vrijwilligers’ dat kan produceren. Als Fries, het moet gezegd worden, zie ik die beelden ook en ik bewonder de prestatie van een organisatie. En wat voor een organisatie.
Een organisatie (De Elfsteden – red.) die tientallen jaren in staat is haar tientallen zo niet honderden, onbetaalde, personeelsleden blijvend gemotiveerd te houden. Gemotiveerd genoeg om regelmatig de situatie te controleren en te rapporteren, scenario’s te ontwikkelen en bij te houden en regelmatig te testen. Gemotiveerd om personeelsverloop adequaat op te vangen, communicatielijnen open te houden. Een organisatie die contact weet te onderhouden met een fors klantenbestand en dat zelfs goed weet uit te bouwen. Maar ook om dit in de minder goede jaren in stand weet te houden. En juist dat is wat vele organisaties de kop kost.
Ik zie een organisatie die dat continue niveau van motivatie op het juiste moment weet op te krikken tot koortsachtige hoogten, zodat grote fysieke en mentale inspanningen gepleegd kunnen worden, zoals verkoopinspanningen op een geweldige schaal. Immers het vaste personeelsbestand is te klein en moet dus op korte termijn enorm uitgebreid worden. Dat wil zeggen de organisatie zelf moet verkocht, ofwel aangeprezen worden.
Het is ook een organisatie die werkt. Immers, diverse capaciteiten moeten op het moment vanaf ‘It giet oan!’ georchestreerd worden. Want ook de inspanningen van de media, politie, brandweer, ambulance-diensten – en zelfs het leger indien nodig – dienen redelijk feilloos aan te sluiten op die van de dan pas fors uitgebreide groep personeelsleden. De inspanningen moeten bovendien leiden tot het gewenste product waar de van heinde en verre toestromende massa gebruik van kan maken. Een product dat meer is dan de strijd van de mens tegen de elementen en elkaar, leidend tot het feest er omheen en daarna. Uiteindelijk geculmineerd in videoverslagen die wereldwijd gedistribueerd worden.
Bovendien is het een organisatie die de motivatie zelfs nadien op peil weet te houden, zodat de afbraak van de opgezette infrastructuur ook op redelijke wijze plaatsvindt. En zo gemotiveerd is, dat de organisatie zelf blijft bestaan om de prestatie wederom te kunnen leveren. Zoals Trude al opmerkte, "Alweer bijna twee jaar geleden is het". Twee jaar is echter niets. Als je team gemotiveerd is.
Een ongecoördineerd zootje vrijwilligers? Nee. De droom van elke grootaandeelhouder? Ja.
Resteert de vraag of Trudes analyse tekenend was of slechts een symptoom van ‘popie jopie’-gedrag. Een soort keffende commercial. Indien je organisaties wilt adviseren dan moet je wel een organisatie kunnen herkennen als je erover struikelt.
Daar ik aanneem dat alleen (aanzetten tot) discussies geaccepteerd worden en niet kritieken, hierbij de aanzet. Trude vindt dat je diverse vragen moet stellen. Ik vind dat één vraag voldoende moet zijn. En wel haar laatste "Wat is onze Elfstedentocht?", ofwel Wie zijn wij?
Wil je talloze, betaalde, vrijwilligers motiveren en gemotiveerd houden,dan moeten die zich ergens mee kunnen identificeren. De door Trude aangestipte problemen als de NS en Brent Spar geven dit ook al aan. Je mensen vinden het lastig die vragen te beantwoorden,juist omdat ze zich ermee identificeren. Ze voelen zich aangesproken.
Volgens mij is het dan de truc om dat gevoel te versterken en te benutten. Wie ben je? Ben je diegene die mensen vervoert of ben je diegene die mensen op tijd vervoert? En communiceer dat naar binnen en naar buiten. In geval van het eerste heb je geen vragen en geen schaamte. In het geval van het laatste heb je de mogelijkheid je mensen tot zelfs die koortsachtige hoogte op te zwepen.
Wat wel gemakkelijk kan zijn als bijvoorbeeld een nieuwe software-release tijdig de deur uit moet.
Roelof Osinga
eboa – ingenieursburo Office Automation
Leeuwarden
Wapen der ironie
Wat een prachtige reactie, mooier kan ik me niet wensen. Ironie is helaas niet aan u besteed geweest..!De reactie laat zien dat er heel veel hard werken achter het evenement, maar ook achter het onderhouden van de toewijding zit. Hard werken ook op momenten dat de buitenwereld daar niet zoveel van ziet.
Mijn tekst was bedoeld als ‘oogopener’ voor managers die zoeken naar de manier waarop ze de toewijding van hun medewerkers kunnen vergroten, en voor mensen die zich misschien niet eens realiseren dat ze iets te leren hebben van de vereniging de Elfsteden (en ‘dat zootje…’, dat was ironie, Roelof).
Osinga’s reactie vult mijn observaties prima aan. We zijn het roerend eens, zou ik zeggen. En de lezers hebben nu nog concretere informatie om zelf aan de slag te gaan. Gratis doorleefd advies voor een sector die zo’n hoog verloop kent. Hulde.
Trude Maas
columnist