Van een vergaande amerikanisering van het Nederlands personeelsmanagement is geen sprake. Amerikaanse bedrijven proberen in Nederland weliswaar hun eigen arbeidsvoorwaarden te introduceren, maar uiteindelijk komt de Nederlandse overlegcultuur toch bovendrijven. Dit concludeert Ferrie Pot in zijn proefschrift waarop hij vandaag promoveert.
Veel automatiseringsbedrijven introduceren de laatste jaren ‘Amerikaanse voorwaarden’ als prestatiebeloning en flexibele cao’s. Ook de term employability is inmiddels aan de Nederlandse woordenschat toegevoegd. Dat is een logische ontwikkeling, want de Nederlandse automatiseringsbranche bestaat voor een groot deel uit Amerikaanse bedrijven. Pot concludeert in zijn proefschrift ‘Continuity and change of human resource management‘ dat al deze op Amerikaanse leest geschoeide voorwaarden hier al snel een Nederlands cultureel jasje krijgen. "Zo bestaat de prestatiebeloning hier uit een basisbeloning met een prestatie-afhankelijke toeslag", licht Pot toe. In Amerika is het salaris veel afhankelijker van de prestatie. Van een amerikanisering van het Nederlands personeelsmanagement is volgens de promovendus aan de Erasmus Universiteit dan ook geen sprake. De vakbonden hoeven dus niet te wanhopen.
Wild-west verdwijnt
Pot onderzocht voor zijn onderzoek de ontwikkelingen op personeelsbeleid bij vier grote multinationals: General Electric, Dow Chemical, Akzo Nobel en DSM. Dit zijn weliswaar chemische bedrijven, maar Pot meent dat een groot deel van de conclusies te vertalen is naar de IT-branche. De wild-westtaferelen in de automatiseringsbranche zullen langzamerhand verdwijnen, voorspelt Pot. "Op een gegeven moment zal het traditionele model terugkeren. Automatiseerders die nu van de ene baan naar de andere hoppen, krijgen op den duur toch behoefte aan een vaste baan. Uiteindelijk zal ook de flexibilisering wel meevallen, omdat hiertegen op den duur weerstand ontstaat."
Pot stelt dat het gras aan de overkant altijd groener is; in Nederland bewondert men de Amerikaanse duiventil vanwege haar dynamiek; de Amerikaanse personeelsmanagers aan de andere kant zijn jaloers op de sociale band die in Europa domineert.
Culturele discrepanties
Deze verschillen zijn te verklaren. In Amerika worden veranderingen van bovenaf opgelegd, zonder overleg. In Nederland staat de definitieve inhoud van veranderingen niet vast, maar ontwikkelt zich in een proces van overleg tussen directie en werknemers. Door deze verschillen in het veranderingsproces blijven de culturele discrepanties bestaan.
Opvallend is dat Amerikaanse termen hier een andere betekenis krijgen dan in het land van herkomst. In de Verenigde Staten betekent employability bijvoorbeeld een flexibel model van arbeidsverhoudingen, waarbij iedere werknemer op individuele basis een relatie aangaat met de werkgever. Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn eigen inzetbaarheid. In Nederland duidt de term op voldoende training om de productiviteit van de werknemer op peil te houden.
Een ander voorbeeld is teamwork. In Amerika betekent dit gelijkheid tussen werknemers en de absentie van statusverschillen. In Nederland verwijst de term naar zelfsturende teams van breed geschoolde werknemers met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hieruit blijkt eens te meer dat de Nederlandse overlegcultuur de Amerikaanse voorwaarden aardig verhollandsen.