De Millennium 800-mainframes van Amdahl die in januari 1999 op de markt verschijnen, hebben een prestatieniveau van 1075 mips (miljoen instructies per seconde). Dat is een fractie meer dan de 1040 mips van de vijfde generatie mainframes van IBM.
Evenals de nieuwste IBM vijfde generatie mainframes (G5) werken de 800-mainframes met Cmos-processoren. Hierin verschillen ze van hun voorganger, de 700-serie, die nog was uitgerust met ecl-processoren (emitter coupled logic). Deze bereiken hun snelheid alleen bij forse koeling. Door de keus voor Cmos komt er een eind aan de dure bipolaire ecl-technologie, die jarenlang aanzienlijk sneller was.
Dankzij enorme investeringen in het vervolmaken van de Cmos-technologie levert deze techniek elk jaar 40 procent meer prestatie voor hetzelfde geld, waardoor Cmos nu sneller is dan ecl. Door de hoge volumes van Cmos, bedragen de kosten van deze processoren inmiddels nog maar een tiende van die van ecl-processoren.
Revival
Volgens Steve Coggins, algemeen directeur van Amdahl Europa, komen centraal georganiseerde informatiesystemen weer in de mode. "Zes jaar geleden zette de trend in dat alle systemen naar de decentrale desktop verhuisden. Maar door problemen bij het beheersen van de desktop, komen vooral veel grote organisaties daar op terug", stelt hij.
De wens lijkt de vader van de gedachte van Amdahl, maar diverse onderzoeken geven hem toch gelijk. Een jaar geleden signaleerde de adviesorganisatie OTR dat centrale systemen weer in trek raken. Op een congres in Den Haag bleek dat de behoefte aan een consistente infrastructuur, naast een betere kostenbeheersing, de belangrijkste drijfveer is om weer met centrale systemen te gaan werken.
Begin dit jaar signaleerde onderzoekbureau Heliview ook een nieuwe rol voor het mainframe als centrale opslagplaats voor een hybride netwerk van computers. Heliview beschrijft in het rapport Enterprise Servers 1997 de kansen van bedrijfsservers, waaronder mainframes vallen en grote geclusterde Unix- en PC-servers.
Nieuwe rol
Het noodlijdende Amdahl werd vorig jaar overgenomen door Fujitsu, dat al 42 procent van de aandelen in handen had. Amdahl begon in 1970 met bouwen van pcm-mainframes (plug compatible mainframes). Deze werken precies hetzelfde als die van IBM, maar zijn wel goedkoper. Aanvankelijk profiteerde Amdahl van het beleid van grote rekencentra die beide mainframebouwers handig tegen elkaar uitspeelden. Maar door de slimmere marketing van IBM verloor Amdahl steeds meer marktaandeel en belandde in de rode cijfers.
Inmiddels is Amdahl een geheel ander bedrijf geworden. Om zich te kunnen profileren als aanbieder van totaaloplossingen, nam het twee jaar geleden twee dienstverleners over: de DMR-groep en Trecom Business Systems. Door die overnames komt driekwart van de omzet nu uit software en dienstverlening. Slechts een kwart van de omzet is afkomstig uit de verkoop van hardware en geheugens.
Analist Phil Payne denkt dat de nieuwe koers van Amdahl wel succes kan hebben. "Amdahl heeft veel ervaring in het beheren van grote rekencentra. Nu is de rol van het mainframe wel veranderd in een centrale server veelal in hybride-omgevingen. De problematiek van het beheren van een centraal systeem is alleen maar complexer geworden. Diverse bedrijven doen nu met name een beroep op Amdahl bij het oplossen van problemen op het gebied van systeemmanagement."