Nederlandse ondernemingen voeren geen telecombeleid. De telecommanager bestaat niet en de verantwoordelijke besteedt er maar een klein deel van zijn tijd aan, waardoor bedrijven kortingen mislopen. Bovendien is de verwarring onder de gebruikers groot. Dit blijkt uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit en een discussie tijdens het Telecomgebruikerscongres.
De aanbieders en gebruikers op de telecommarkt begrijpen elkaar niet. Door de liberalistatie is het aanbod enorm toegenomen. Vroeger hoefde de telecommanager vrijwel niet na te denken over de vraag met welke partij zijn bedrijf in zee zou gaan. De enige mogelijkheid was namelijk monopolist KPN. Op dit moment bieden vele bedrijven telecomdiensten aan. De een richt zich op de zakelijke markt, de ander werpt zich op de consument. De gebruikers kunnen vaak door de bomen het bos niet zien. "Op KPN wordt veel afgegeven, maar het is mij nog niet duidelijk wat de andere partijen aanbieden", zei een radeloze inkoper tijdens het congres van de stichting Telecomgebruikers Nederland.
Het onbegrip op de markt krijgt nog een extra duwtje in de rug doordat het bedrijfsleven telecom niet als een belangrijk onderwerp beschouwt. Veel bedrijven voeren geen beleid en beschikken niet over een specifieke telecommanager. Op het congres zei een verantwoordelijke van een groot bedrijf dat hij maar één procent van zijn tijd aan telecom besteedt.
Kostenbesparing
Onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam wijst uit dat 49,3 procent van de Nederlandse bedrijven geen specifiek beleid voert ten aanzien van telecom. Bij veel ondernemingen is niet een telecommanager aangesteld, maar ligt de verantwoordelijkheid bij de IT-afdeling of bij een manager Marketing en Communicatie. En dat is een groot probleem, want de vrije markt biedt bedrijven juist mogelijkheden tot flinke kostenbesparing. Een gevolg is ook dat de meeste ondernemingen gewoon bij KPN blijven, zo bleek uit een eerder onderzoek van de vereniging van de Bedrijfstelecommunicatie Grootgebruikers.
Directeur Frans van Belle van MCI Worldcom Nederland gaf tijdens een paneldiscussie aan dat de aanbieders de taak hebben de inkopers van de bedrijven op te voeden. "Wij introduceren technieken, die moeilijk te begrijpen zijn. Daarom is meer aandacht nodig voor educatie door de aanbieders en aandacht van de inkopers." Uit de discussie blijkt dat de aanbieders behoefte hebben aan weerwoord van hun klanten.
Misleidend
Hans Bakker, directeur van toezichthouder Opta, vindt het vreemd dat de educatie door de aanbieders achterblijft. "De branche maakt toch zo’n 4 procent van onze economie uit." Volgens John de Wit, de hoogste man bij Libertel, dragen ook de advertenties van de telecombedrijven bij aan de verwarring. "Een aantal annonces is misleidend. De voordelen die een bedrijf biedt zijn in de advertenties vaak slimmer geformuleerd dan de werkelijkheid gebiedt. Deze tendens baart me zorgen."
Tijdens het debat ontstond het idee voor een prestatiemeter voor aanbieders. Dit instrument moet gebruikers duidelijkheid bieden over wie wat doet en hoe goed hij daarin is. De telecombedrijven zijn bereid hieraan mee te werken, als een professioneel onafhankelijk instituut het ontwikkelt. Ook de Opta staat achter een dergelijke indicator.