Op mijn eerste dag bij de Universiteit Zambia (Unza) kreeg ik meteen een bureau en een PC. Ik verbaasde me erover dat het zo snel ging. In Nederland heb ik het wel slechter meegemaakt. Na een aantal weken besefte ik pas hoe bijzonder het was. Hele simpele dingen als een nietmachine, perforator en schaar moet je delen met veel andere mensen. Bovendien moet je er heel goed op passen.
Uit alles blijkt dat arbeidskosten laag en materiaalkosten hoog zijn. Er is nauwelijks geld om voorraadjes op te bouwen. Als er weer wat geld is, wordt de chauffeur soms voor een paar pakken papier naar de stad gestuurd. Papier (ja, dat is echt een obsessie) zit nooit in de printerfeeder, maar moet je zelf meenemen als je gaat printen.
En dan de reparaties. We hebben een kopieerapparaat bij de reparateur staan. Klaar om opgehaald te worden, maar hij mag pas mee als we de rekening contant betalen. Voor onderhoud is vaak geen ruimte binnen het budget. Dus wordt op dit ogenblik onze printer als kopieermachine gebruikt. Totdat de toner op is.
Toch is het Computercentrum goed toegerust. Het heeft een voorbeeldfunctie in Zuidelijk Afrika. Op hardwaregebied tref je van alles aan: een antieke IBM 4361, Unix-servers, 468- en Pentium-PC’s (zo’n 300) en, de grote trots van de universiteit, een glasvezelnet dat alle faculteiten en afdelingen met elkaar verbindt.
Op de PC’s draait onder Dos, MS-Windows en soms Windows 95 een veelheid van softwarepakketten. Vooral Microsoft Office, Netscape en Pegasus mail. De meeste faculteiten hebben ook nog hun specifieke software, zoals Gis-pakketten. Op de Unix-machines draait C, Informix en een financieel standaardpakket. Iedereen in het software-ontwikkelingsteam heeft een terminal. Een aantal PC’s staat er voor gemeenschappelijk gebruik. Er is geen PC-netwerk; files en printer worden geshared via Windows for Workgroups.
Alle grote investeringen bij de Unza worden door het buitenland gesponsord. Je krijgt hierdoor vreemde extremen. Er zijn honderd PC’s aangeschaft en uitgedeeld. De koek is nu op. Nieuwe personeelsleden krijgen geen PC. Wanneer er een apparaat kapot gaat, wordt-ie niet vervangen. Het is dan ook duidelijk roeien met de riemen die je hebt. Hetzelfde geldt voor het kopieerapparaat. Wanneer de toners straks op zijn, zal het erg moeilijk worden om hiervoor geld te krijgen. Het is makkelijker een sponsor te vinden voor een kleurenprojector van 10.000 dollar. Sponsorgeld om iets nieuws te kopen, is wel te krijgen. Maar van de Unza wordt vervolgens verwacht de spullen te onderhouden.
Toch mag het Computercentrum niet klagen. In samenwerking met de Amsterdamse Vrije Universiteit hebben we een langdurig project lopen. Door de investeringen van de VU is het niveau van automatisering van de Unza relatief gezien erg hoog. Doel van het samenwerkingsverband is de centrale applicaties op de antieke IBM te decentraliseren naar de gebruikers. Hiervoor is twee jaar geleden een glasvezelnetwerk neergelegd, die alle faculteiten met elkaar verbindt. Verschillende Unix-servers (met exotische namen als Lion, Impala, Baboon, Rhino en Hippo) worden gebruikt als Internet-server en voor de ontwikkeling en productie van algemene applicaties. Daarnaast zijn, verspreid over alle faculteiten, honderd PC’s op het netwerk aangesloten. Wat een verbetering!
Met de Universiteit van Gent is een soortgelijk samenwerkingsverband afgesloten dat aansluit op de investeringen van de VU. Het glasvezelnetwerk wordt uitgebreid naar een aantal faculteiten buiten de campus. Glasvezel graven gaat hiervoor te ver, maar er wordt nu een radiolink gelegd tussen de netwerken van de medische faculteit en het centrale netwerk. Ditmaal wordt er minder aan het verbeteren van de administratie van de universiteit gedaan; de aandacht is verlegd naar de studenten. Er worden cursussen ontwikkeld voor Internet, zodat er ook op afstand gestudeerd kan worden. Er wordt een Informaticafaculteit opgezet. Ook worden twee zalen met PC’s ingericht, waarvan de studenten gebruik kunnen maken. De overheid van Zambia heeft andere prioriteiten en trekt voor dergelijke investeringen geen geld uit. Zonder het geld van de universiteiten uit het Westen zou de Unza niet op zo’n hoog automatiseringsniveau kunnen werken.