Het Amerikaanse ministerie van Justitie en Microsoft maken zich op voor de juridische strijd die volgens de laatste berichten, aanstaande maandag 19 oktober start. Het departement heeft al aangegeven te streven naar een zwaardere straf voor de software-fabrikant.
In de gebruikelijke grootspraak die aan een rechtszaak voorafgaat, lieten juristen van het ministerie weten dat een overwinning alleen niet genoeg is. Ze streven naar een zwaardere veroordeling voor Microsoft. De overheid heeft een document ingediend bij de rechter waarin het stelt dat sommige beperkende maatregelen direct nodig zijn, maar dat wellicht meer stappen nodig zijn om te beletten dat Microsoft ooit weer antitrustwetten zou overtreden.
Aanvullende maatregelen
Critici beweren dat een overwinning voor Justitie weinig gevolgen heeft voor de softwarefirma. Tegen de tijd dat er een uitspraak is, bevindt Microsoft zich alweer in nieuwe gebieden. Het Amerikaanse ministerie zegt voor het eerst openlijk dat het een breder onderzoek en bijbehorende, zwaardere sancties nastreeft. "Afhankelijk van de aard en het bereik van de overtredingen die de rechtbank bepaalt, zullen juristen aanvullende, permanente maatregelen nastreven. Dat zijn er zoveel als noodzakelijk is om concurrerende marktcondities te herstellen en om te voorkomen dat Microsoft in de toekomst soortgelijke overtredingen pleegt", aldus het document van Justitie en de twintig staten. Analisten zeggen dat deze mogelijke maatregelen kunnen inhouden dat de overheid vooraf toestemming moet geven voor alle contracten die Microsoft sluit. Ook een opsplitsing van het bedrijf behoort tot de mogelijkheden.
Meer tijd nodig
Ondertussen heeft de federale rechter Thomas Jackson de rechtszaak tegen Microsoft opnieuw uitgesteld. Dit keer gaat het om een uitstel van vier dagen – van 15 naar 19 oktober. Jackson geeft het Amerikaanse ministerie van Justitie met deze beslissing meer tijd de gegevensbanken van Microsoft door te spitten. De software-fabrikant moet van de rechter deze gegevens openstellen voor het departement. De databanken van Microsoft bevatten ondermeer informatie over de overeenkomsten die de onderneming met verschillende partijen heeft gesloten. Het ministerie heeft meer tijd nodig om deze aan informatie door te spitten. Justitie beschikt niet over de juiste software en kennis. Eerdere pogingen leverden onvoldoende resultaat op. Microsoft beweert technische ondersteuning te hebben aangeboden, hetgeen door het ministerie van de hand is gewezen. Volgens de software-onderneming is het departement voornamelijk teleurgesteld, omdat de informatie geen bewijzen tegen Microsoft opleverde. De onderneming heeft een verzoek ingediend de rechterlijke behandeling uit te stellen tot november.
De rechtszaak ging in eerste instantie over de beschuldiging dat Microsoft zijn monopolie op de markt van besturingssystemen zou misbruiken om dezelfde positie te krijgen op de markt van browsers. De onderneming vreesde dat browsers het besturingssysteem Windows zouden bedreigen. Inmiddels komen ook andere beschuldigingen aan de orde. Zo zou Microsoft hebben geprobeerd Java in de wielen te fietsen en concurrenten als Apple en IBM onder druk te zetten en met Netscape de browsermarkt te verdelen.
Gegoochel met getuigen
Zowel Microsoft als het ministerie van Justitie mogen twaalf getuigen oproepen voor de rechtszaak. Beide partijen hadden de lijsten al enige tijd ingeleverd, maar op het laatste moment voegde Justitie twee getuigen toe: James Gosling van Sun, een van de voornaamste architecten van programmeertaal Java en Avadis Tevanian van Apple. Eerstgenoemde moet aantonen dat Microsoft heeft geprobeerd Java dwars te zitten en Tevanian zal verklaren dat de aangeklaagde partij heeft geprobeerd Apple ertoe te bewegen niet te concurreren met het multimedia-programma Quicktime. Om zich te verdedigen heeft Microsoft twee eigen werknemers als getuige opgeroepen: Eric Engstrom, manager multimedia en Robert Muglia, die ook getuige is in de rechtszaak tussen Sun en Microsoft. Om aan alle verwarring een einde te maken, volgt hier een lijst met alle getuigen:
Getuigen Microsoft:
Paul Maritz, vice-president Microsoft. Volgens Justitie een van de mensen achter de koppeling van Windows en Internet Explorer.
James Allchin, vice-president Microsoft. Voorheen ondergeschikte van Maritz en verantwoordelijk voor Windows 98.
Joachim Kempin, bij Microsoft verantwoordelijk voor contracten met computerfabrikanten.
Brad Chase, vice-president Microsoft en volgens Justitie de man achter de waarschuwing dat Internet-browsers Windows bedreigen.
Cameron Myhrvold, onderhandelde namens Microsoft met Internet service providers.
William Poole, directeur ontwikkeling Windows.
Daniel Rosen, manager nieuwe technologie.
John Rose, vice president bij Compaq.
Richard Schmalansee, econoom die met Microsoft samenwerkte tijdens het vorige onderzoek van Justitie, dat leidde tot de overeenkomst in 1995.
Michael Devlin, president van Rational Software, een partner van Microsoft.
Eric Engstrom en Robert Muglia, zie bovenstaande.
Ministerie van Justitie:
James Barksdale, directeur Netscape, de concurrent van Microsoft op de browsermarkt.
David Colburn, vice president America Online. Hij kwam met Microsoft overeen de Explorer te leveren aan miljoenen klanten.
Steven McGready, vice president Intel. Leidde dec ontwikkeling van software. Justitie beschuldigt Microsoft de software-ontwikkeling van Intel te blokkeren.
John Sorying van IBM. Dit bedrijf maakt computers met Windows erop geïnstalleerd.
William Harris, directeur Intuit, maker van financiële software.
Franklin Fisher, professor economie.
Frederick Warren-Boulton, econoom en in de tijd van president Ronald Reagan actief als antitrust-econoom.
David Farber, professor telecommunicatie.
Edward Felten, professor informatica.
Glenn Weadock, president Independent software.
Avadis Tevanian en James Gosling, zie boven.