Telefoneren via Internet, of IP-telefonie neemt serieuze vormen aan. Nog niet zo lang geleden, iets meer dan een jaar, beschouwden ingewijden in de telecombranche spraak via netwerken gebaseerd op het Internet Protocol (IP), nog niet als een serieuze optie. De kwaliteit van de gesprekken zou te laag zijn, de vertragingen groot en de techniek complex. Nee, zo verwachtten de kenners, deze nieuwe toepassing was voer voor hobbyisten. Of hoogstens een aardige oplossing voor studenten die met het oog op de lagere telefoonkosten de gebrekkige kwaliteit voor lief zouden nemen.
Hoe anders is de situatie nu. De eerste diensten zijn op de markt. Weliswaar in beperkte kring, maar de verwachting is dat enkele telecomaanbieders en Internet Service Providers (ISP’s) rond de jaarwisseling aan zakelijke klanten de mogelijkheid kunnen bieden te telefoneren via Internet, waarbij het routeren geschiedt door IP. Vandaar dat de termen Internet- en IP-telefonie vaak door elkaar gebruikt worden. Het gaat om een grote doorbraak in de telecommarkt, die met name de traditionele oud-monopolisten in het hart kan treffen. Want, de prijzen van het telefoonverkeer via Internet zijn significant lager dan de tarieven die we momenteel gewend zijn. Bedrijven hoeven geen gebruik meer te maken van de PTT-lijnen, hetgeen de telefoonrekeningen een vriendelijker aanzien zal geven. Bovendien maakt de afstand tussen de gesprekspartners niet meer uit. "Op korte termijn is het mogelijk om Internet-telefonie aan te bieden met goede kwaliteit voor scherpe prijzen", zegt Rubert Rietkerk, adjunct-directeur van Uunet, de service-provider die is overgenomen door het Amerikaanse telecombedrijf Worldcom. Het onderzoeksbureau Forrester uit de Verenigde Staten voorspelt dat in 2004 Internet-telefonie 4 procent zal afsnoepen van de inkomsten die telecombedrijven genereren uit lange-afstandstelefonie. Het gaat dan om ongeveer vier miljard gulden. De Amerikaanse telecomgebruikers zullen samen enkele miljarden guldens besparen op hun telefoonkosten. Dat is niet mis.
Digitale pakketjes
Internet-telefonie is in technische zin de convergentie tussen de traditionele publieke netwerken en de datanetwerken als Internet en intranet. Spraak gaat doorgaans als een analoog signaal over de netwerken van de telecombedrijven. De gesprekken die via Internet verlopen worden eerst verpakt als digitale pakketjes, vervolgens samengedrukt en dan een voor een naar hun bestemming gezonden over het Internet. Na aankomst worden deze digitale pakketten omgezet in spraak. Omdat deze pakketjes zeer gecomprimeerd zijn, maken ze efficiënt gebruik van de beschikbare bandbreedte op de netwerken. "Deze compressiechips worden steeds goedkoper. Ze comprimeren de spraak naar datapakketten met de factor acht. Dit past dus perfect op de datanetwerken", aldus Kees Neven, systems engineer bij Cisco. Het is dus mogelijk om veel meer spraak over Internet te transporteren dan over de analoge lijnen.
Deze nieuwste vorm van telefonie beschikt al over een verleden, zij het met de duur van een vijftal jaren. In het begin van dit decennium konden liefhebbers boodschappen inspreken en deze via het Net versturen naar de ‘gesprekspartner’. Van een conversatie was eigenlijk nog geen sprake. De eerste doorbraak van de nieuwe technologie komt op het conto van het Israëlische bedrijf Vocaltech. De producten van dit bedrijf maakten het mogelijk om te spreken via PC’s en een lan (local area network). De ontwikkelaars van Vocaltech ontwierpen vervolgens in 1995 software met de naam Internet Phone. Gebruikers konden via hun PC bellen naar andere gebruikers, die dan wel dezelfde software moesten hebben en op het moment van bellen online dienden te zijn. Bovendien was er geen sprake van een conversatie, maar van boodschappen in één richting, die vervolgens beantwoord werden.
Ook andere bedrijven experimenteerden met Internet-telefonie. Zo startte de provider Nlnet, later opgegaan in Uunet, een test naar de belangstelling voor deze nieuwe diensten onder de abonnees. Volgens Rietkerk kwam uit de resultaten naar voren dat deze vorm van telefonie alleen succesvol kan zijn, als de gebruikers zo min mogelijk nieuwe handelingen moeten verrichten. "Het gebruik moet vrijwel hetzelfde zijn als dat van normale telefonie", aldus Rietkerk. Op dit moment kunnen abonnees over het Internet spreken via hun computer. Dit is een belangrijke beperking. Mensen zijn nu eenmaal gewend om te bellen met telefoontoestellen. Bij spraak over Internet moet dit ook mogelijk zijn, anders is de kans op succes een stuk kleiner, ontdekten de onderzoekers van Uunet. Ook de kwaliteit van de gesprekken was geringer dan gebruikers gewend zijn. "Internet bestaat uit veel deelnetwerken die apart en zelfstandig worden beheerd, waardoor er geen volledige controle is op de kwaliteit."
Gesprekskwaliteit en vertraging
Dit zijn bekende geluiden. Een jaar geleden leken gebrekkige gesprekskwaliteit en vertragingen de doorbraak van Internet-telefonie te verhinderen. Het wereldwijde netwerk is nu eenmaal niet ontworpen om spraak te transporteren. Elk datapakketje gaat zelfstandig over Internet naar de plaats van bestemming. Het maakt niet uit of ze in een andere volgorde aankomen. Voor de computers is het namelijk niet moeilijk om deze pakketjes weer in de juiste rangorde te plaatsen. Met spraak is dit een stuk gecompliceerder. Het geluid, verpakt als datapakket, moet binnen een fractie van een seconde aankomen bij de gesprekspartner om bijgeluiden te voorkomen. Als het transport meer dan 250 milliseconde in beslag neemt, kan van een normaal gesprek geen sprake meer zijn. De kwaliteit van de verbinding lijkt dan meer op een slecht gesprek via een mobiele telefoon. Bovendien blijkt uit onderzoek dat het menselijk oor een vertraging van meer dan 300 milliseconde niet goed aankan. De meeste aanbieders vinden een vertraging tussen de 150 en 300 milliseconde de limiet. Volgens Neven is het moeilijk een vaste limiet aan te geven, omdat dit deels afhankelijk is van de afstand. "De consument accepteert nu ook dat een telefoontje naar Nieuw-Zeeland minder goed klinkt dan een telefoontje naar de buren. De Internationale Telecom Unie noemt een grens van 150 milliseconde de grens voor de zogenoemde carrier-klasse telefonie. Verder is het belangrijk dat de pakketjes in de juiste volgorde aankomen en dat de variatie in de kwaliteit van de verbinding niet te groot is; dus dat de datapakketten met een behoorlijk constante snelheid getransporteerd worden tijdens een gesprek.
Nieuwe technologieën
Een aantal nieuwe technologische ontwikkelingen heeft de kwaliteit van Internet-telefonie aanzienlijk verbeterd. Hierdoor ligt een commerciële doorbraak van deze dienst binnen handbereik. Een van de belangrijkste vondsten vormen de gateways. Deze producten kwamen in 1996 op de markt. Dankzij ‘gateways’ maakt het niet meer uit of het contact verloopt via computers of oude telefoons. Bellers kunnen gebruik maken van hun oude vertrouwde telefoontoestel, hetgeen een hoop irritatie en ongemak wegneemt. Deze producten bieden gebruikers de mogelijkheid met iedereen te bellen, ook met mensen die niet over een geavanceerde computer beschikken met een geluidskaart en een microfoon, hetgeen in de pionierstijd van spraak over Internet wel een vereiste was. Gateways leggen immers de verbinding tussen datanetwerken en de traditionele telefoonlijnen. Ze doen dit door analoge spraaksignalen om te zetten in digitale pakketjes, gebaseerd op IP. Het is dankzij gateways ook mogelijk met een telefoontoestel contact te leggen met een PC. Een gesprek van telefoon naar telefoon gaat als volgt in zijn werk: het geluid loopt eerst via de telefoonlijn naar de IP-gateway van de zender. Vervolgens verplaatst het ingepakt signaal zich via Internet naar een gateway dichtbij de ontvanger. Deze gateway stuurt het signaal door naar de telefoonlijn, waarna het bij de ontvanger aankomt.
Verschillende kwaliteitsniveaus
Volgens Neven is de kwaliteit van spraak via Internet inmiddels acceptabel. "Het klinkt al beter dan gesprekken via een GSM-toestel", aldus de Cisco medewerker. En het kan nog beter. De kwaliteit van spraak over Internet hangt in grote mate af van de kwaliteit die de service-provider kan garanderen. In een privé-netwerk, waarbij vaste van lijnverbindingen van en regionale provider worden gehuurd om de verschillende vestigingen te koppelen is een constante kwaliteit eenvoudig te realiseren omdat van volledige controle over het netwerk sprake is. Bij Internet is dit anders, omdat dit is opgebouwd uit een groot aantal deelnetwerken van verschillende providers. Wanneer een telefoonverbinding naar bijvoorbeeld Amerika wordt opgezet, dan zal elk deelnetwerk dat doorkruist wordt een hoge kwaliteit moeten bieden voor goed geluid. Voor bijvoorbeeld websurfen is dit minder belangrijk. Kwaliteitsdifferentiatie is daarom essentieel. Providers werken hard om hun bestaande netwerk hiervoor geschikt te maken.
Verder kunnen technieken als Resource Reservation Protocol een flinke kwaliteitsverbetering realiseren. Deze techniek stelt de ontvanger in staat van tevoren een bepaalde bandbreedte te reserveren voor een pakket. Op deze manier hebben de gebruikers geen last van opstoppingen.
Een andere methode om efficiënt gebruik te maken van de beschikbare bandbreedte is het geven van prioriteiten aan spraakpakketten. Er zijn technieken ontwikkeld die dit mogelijk maken. Het spraakverkeer kan op deze manier snel bij de ontvanger aankomen. De techniek Tag Switching, ontwikkeld door Cisco, kan hiervoor ook gebruikt worden. In dit concept maakt het eerst verzonden pakket de weg vrij voor de daaropvolgende pakketten. Deze kunnen dan over een vrij begaanbare snelweg hun route naar de eindbestemming volgen.
Volgens Barry Castle van netwerkleverancier 3Com moet het mogelijk zijn om voor verschillende gesprekken verschillende kwaliteitsniveaus beschikbaar te stellen. Zo kan een gebruiker kiezen voor een hoge gesprekskwaliteit als hij een belangrijk telefoontje wil plegen. Voor een gezellige conversatie in familiare kring kan hij voor een geringere kwaliteit kiezen, uiteraard tegen een lager tarief.
Voordelig voor multinationals
Door al deze verbeteringen lijkt Internet-telefonie een bruikbaar alternatief voor de traditionele manier van bellen. De voordelen voor multinationals met veel internationaal telefoonverkeer zijn aanzienlijk. Deze bedrijven krijgen immers de mogelijkheid tegen lagere kosten te bellen. De vraag is op welk moment spraak over Internet een bruikbaar alternatief is. Deze dienst is immers nog in ontwikkeling. Amerikaanse nieuwkomers op de telecommarkt als Qwest en Delta 3 denken voor het eind van dit jaar Internet-telefonie aan te kunnen bieden aan zowel bedrijven als consumenten. Met name Qwest presenteert zich als een vooruitstrevend bedrijf. De onderneming zal in december met deze nieuwe manier van telefoneren de consumenten bestoken. Gebruikers bellen dan in met een code.
Volgens Rietkerk kunnen bedrijven Internet-telefonie nu al gebruiken om bijvoorbeeld vanuit het hoofdkantoor naar nevenvestigingen te bellen. "Het gaat dan om bedrijven die hun lokale netwerk al aan Internet hebben gekoppeld. De telefooncentrales zijn namelijk ook makkelijk aan te sluiten op Internet. Dit brengt geen significant hoge kosten met zich mee. Ze hoeven alleen een aansluitbox aan te schaffen. Dit kost een paar duizend gulden." Rietkerk verwacht dat rond de jaarwisseling de eerste bedrijven op grotere schaal van Internet-telefonie gebruik gaan maken. De echte doorbraak van Internet-telefonie voor de zakelijke wereld verwacht Rietkerk over ongeveer een jaar. De consument zal iets langer moeten wachten.
Faxdiensten via Internet zijn al beschikbaar. Uunet heeft hiervoor de dienst Uufax gelanceerd. Bedrijven kunnen immers flinke kosten besparen als hun faxen over het Internet gaan in plaats van de dure weg over de telefoonlijnen. Faxdiensten zijn relatief simpel over Internet te transporteren, omdat het in tegenstelling tot spraak niet zo gek veel uitmaakt als het bericht met enkele seconden vertraging op de machine van de ontvanger terechtkomt.
Bedreiging voor ‘oude monopolies’
Deze ontwikkelingen vormen, zoals gezegd een bedreiging voor de oud-monopolisten en andere traditionele telefoonbedrijven die gesprekken afwikkelen via de telefoonlijnen. Deze ondernemingen hebben miljarden guldens geïnvesteerd in hun netwerken en zien niet graag dat deze lijnen minder gebruikt worden vanwege de IP-netwerken. Maar zo’n vaart zal het niet lopen.
Er ligt niet alleen een enorme uitdaging voor ISP’s en de telecomaanbieders, ook leveranciers van netwerkproducten spinnen garen bij de ontwikkelingen. Ingewijden verwachten dat de komende jaren miljarden guldens besteed zullen worden aan gateways. Dat is smullen voor bedrijven als Cisco, Nortel en 3Com (zie ook het kader Voorspellingen).
Onvoldoende beveiliging
Spraak via Internet. Het lijkt een verhaal van rozengeur en maneschijn. Telecombedrijven die de ontwikkelingen volgen kunnen een ware zilvervloot verwachten en voor gebruikers gloren er tijden waarin de telefoonkosten enorm dalen. Zoals zo vaak dreigen er donkere wolken boven dit geschetste Utopia. Er bestaan genoeg problemen die nog niet opgelost zijn. Allereerst is de beveiliging van spraak over Internet nog niet voldoende. "Dit is een heel belangrijk punt, dat nog niet opgelost is", geeft Rietkerk toe. Als bedrijven via Internet met nevenvestigingen communiceren, dan is dit niet beveiligd. Volgens Neven van Cisco moeten bedrijven dan ook een Virtual Private Network (VPN) aanvragen bij hun provider. Op deze manier beschikken zij over een soort beveiligde tunnel, waardoor ze hun spraak kunnen transporteren. De providers moeten dit probleem nog wel erkennen. Inmiddels werken Cisco en Microsoft aan een techniek, L2TP, die de ISP’s de mogelijkheid biedt een VPN te creëren.
Ook het in rekening brengen van de kosten, de zogenaamde billing-systemen, kan een probleem opleveren voor de aanbieders en ISP’s. "Ongeveer de helft van de kosten die telecombedrijven maken gaat zitten in deze systemen", meent Castle. "De tijd die het aanbieders kost om een goed systeem te ontwikkelen is een niet te onderschatten factor. Bedrijven die het snel onder de knie hebben, kunnen een voorsprong nemen op de concurrentie." De ISP’s werken nu met vaste maandprijzen. Iedereen kan voor een bepaald bedrag een vastgesteld aantal uren internetten. Of ze nu veel of weinig inbellen, dat maakt voor de prijs niet uit. Deze bedrijven zullen als spraak over Internet gemeengoed is, moeten overstappen op een systeem waarbij telefoontikken in rekening worden gebracht.
Er ligt nog meer werk voor de ISP’s. "Deze ondernemingen zullen hun serviceorganisatie moeten aanpassen. Ze beschikken vaak over goede helpdesks, maar dit soort diensten spelen bij telefonie bijna geen rol. Dan gaat het om heel andere zaken", aldus Rietkerk.
Ontbrekende standaards
Tenslotte ontbreken de standaards. Een technologische ontwikkeling is pas rijp voor succes als de branche standaards ontwikkelt en ervoor zorgt dat producten van verschillende leveranciers met elkaar werken. Dit geldt ook voor Internet-telefonie. Gebeurt dit niet, dan moeten gebruikers hun producten bij een en dezelfde leverancier afnemen. De grote partijen op deze markt werken hard aan standaardisering. Op dit moment geldt de H.323 van de Internationale Telecom Unie als een soort inval-standaard. H.323 was oorspronkelijk ontwikkeld voor transmissie van video over IP, maar is dankbaar omhelsd door de markt voor Internet-telefonie. In Amerika werkt het Voice over IP Forum (VOIP) aan de aansluitbaarheid van de producten van verschillende leveranciers. VOIP Forum, bestaande uit ondermeer 3Com, Cisco, Microsoft, Nortel, Vocaltel en Us Robotics heeft de H.323 geaccepteerd. Van een bevredigende standaard is nog geen sprake. Evenmin is de regulering van spraak over Internet voldoende. De Europese Commissie heeft in maart van dit jaar besloten dat telefonie via Internet voorlopig niet valt onder de Europese telecomregels. Op deze manier krijgen bedrijven volop de gelegenheid te experimenteren.
De ontwikkeling van spraak via IP-netwerken en dan met name Internet is niet meer te stoppen. Voor de traditionele telecombedrijven is het zaak hun markt te beschermen en tevens snel deel te gaan nemen aan deze ontwikkelingen. Voor grote gebruikers kan deze nieuwe dienst een aanzienlijke kostenbesparing opleveren. Hoewel de prijzen ook door middel van de toenemende liberalisering van de telecommarkten flink dalen. Voor de jaarwisseling zullen de eerste bedrijven op grote schaal van Internet-telefonie gebruikmaken. De echte doorbraak laat nog wel een jaar op zich wachten. Tot die tijd dienen er nog veel problemen opgelost te worden.
Michiel Couzy,
redacteur
Voorspellingen
De eerste voorspellingen duiden op een toename van telefoongesprekken via Internet. De telecomadviseurs van Yankee Group voorspellen dat in Amerika het aandeel van Internetminuten zal toenemen van minder dan 1 procent nu tot ongeveer 15 procent in 2005. Andere analisten schatten de omzetten van Internet-telefonie op 14 miljard gulden in 2003. Dat zijn cijfers die aangeven dat de telecomaanbieders, ook de oud-monopolisten in deze ontwikkeling mee moeten gaan.
"Telecomaanbieders die deze ontwikkelingen nu negeren, vallen buiten de boot", zeg Barry Castle van 3Com heel beslist. De huidige toonaangevende bedrijven op de telecommarkt dreigen honderden miljoen guldens aan inkomsten mis te lopen.
Bewust van noodzaak
Volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau IDC nemen de oud-monopolisten de uitdaging van de nieuwe generatie aanbieders goed aan. Deutsche Telekom heeft bijvoorbeeld heel voortvarend gereageerd op de ontwikkelingen en heeft de afgelopen maanden druk geëxperimenteerd met spraak over Internet. Dit soort bedrijven is zich uiteraard bewust van de noodzaak met de ontwikkelingen mee te gaan.
Ze kunnen zich geen miscalculatie veroorloven zoals die van AT&T, toen mobiele telefonie zich ontwikkelde. Het Amerikaanse reuzenbedrijf maakte de verkeerde inschatting dat mobiele telefonie niet door zou breken vanwege de slechte kwaliteit van de verbindingen. Later moest het bedrijf ontzettend veel investeren om de achterstand in te lopen, toen duidelijk werd dat de markt van mobiele telefonie ontzettend veel mogelijkheden biedt.
De analisten van Ovum verwachten dat de gevolgen voor de telecombedrijven minder groot zullen zijn dan verwacht. "Deze bedrijven beschikken over veel voordelen, die ze op de lange termijn flexibel genoeg maken om op de ontwikkelingen in te spelen", analyseert het bureau in een rapport over spraak over IP. Ze zullen volgens Ovum tot 2005 ongeveer 1,8 miljard gulden aan spraak over Internet verdienen, tegenover de 2 miljard die ISP’s genereren. "Daarna zullen de telecomaanbieders weer hun oude sterke positie innemen."