Amerikaanse lobby-groepen verzetten zich tegen de plannen van de overheid het aantal werkvisa voor buitenlandse technici te vergroten.
Volgens de lobbyisten is het onacceptabel dat de IT-, telecom- en elektrobranche een beroep doen op technisch geschoold personeel uit het buitenland, terwijl deze drie sectoren in 1998 ruim 143.000 Amerikanen hebben ontslagen. Uit onderzoek blijkt tevens dat 50 procent van het hoger-technisch personeel niet in het vakgebied werken waarvoor ze zijn opgeleid. Een aantal tegenstanders is bang dat werkgevers Amerikanen zullen inruilen voor goedkoper personeel uit het buitenland.
Het Huis van Afgevaardigden heeft onlangs de aanpassing van het H1-B visa-programma goedgekeurd. Deze documenten worden afgegeven aan mensen die tijdelijk werk aannemen in de Verenigde Staten. Op dit moment geeft de overheid jaarlijks 65.000 van deze visa af. In 2002 zullen volgens de plannen 115.000 buitenlandse werknemers een H1-B visum ontvangen. De Senaat zal zich binnenkort over het aanpassingsvoorstel buigen. De IT-industrie heeft gepleit voor een uitbreiding van het aantal visa om op deze manier de tekorten op de arbeidsmarkt terug te brengen. De ondernemingen betogen dat er in de Verenigde Staten onvoldoende geschoold personeel voor handen is. Buitenlandse hulp is volgens de branche de beste oplossing.