Sun heeft gespecificeerd hoe het licenties zal verlenen aan ontwikkelaars voor gebruik van zijn gedistribueerde Java-platform voor netwerkapparatuur.
De licentiestrategie is vorige week op de Sun-website (http://www.sun.com) geplaatst voor publiek commentaar en leunt sterk op het ‘open source code’-model wat de basis vormt voor ondermeer het Linux-besturingssysteem.
Het model voor Jini rust echter ook op meer bekende, commerciële licentiebeleidsvormen voor besturingssystemen. Het voorstel van Sun voorziet namelijk mede in de bescherming van zijn auteursrechten en het opwekken van een inkomstenstroom. Volgens de huidige versie van de licentiestrategie moeten ontwikkelaars betalen voor het gebruik van Jini indien zij dit toepassen voor commerciële applicaties. Ontwikkelaars die het platform willen onderzoeken en gebruiken voor niet-commerciële doeleinden krijgen de Jini-code gratis.
Net zoals het geval is met Java, behoudt Sun het recht een compatibiliteitstest te scheppen die producten van ontwikkelaars moeten doorstaan. Jini is een op Java-gebaseerde manier voor het bieden van toegang aan apparaten en diensten op een netwerk. Dit moet mogelijk zijn zonder hardware opnieuw te configureren of software te installeren op clientmachines.
Ondertussen werkt concurrent en Jini-criticaster Microsoft onder de codenaam Millennium aan zijn eigen netwerkplatform. De firma volgt een drieledige koers door het ontwikkelen van een gedistribueerde Java Virtual Machine (JVM), een vertaalplatform van COM (Common Object Model) naar Distributed COM, en een verbinding voor lokale systemen naar COM+-diensten.