Numa-leverancier Sequent is overtuigd van de levensvatbaarheid van het toekomstige Bravo Unix en de 64-bit chip-architectuur van Intel. Sequent werkt samen met Compaq aan de overgang van de eigen Unix-variant Dynix en Digital Unix naar Bravo.
President en oprichter Casey Powell heeft Solaris en de Sparc-chip van Sun Microsystems al afgeschreven als valide concurrent. Hij meent verder dat Compaq de Alpha-chip voornamelijk ondersteunt als overbrugging naar de Merced.
Powell neemt zich geen blad voor de mond en lijkt behoorlijk zeker van zijn zaak. Toch onderhandelde zijn onderneming enkele maanden geleden nog serieus met Sun over een strategische alliantie voor de Intel-compatibele versie van Solaris. "Dat was voordat Digital een overeenkomst sloot met Intel voor de productie van de Alpha en ruim voordat Compaq besloot Digital over te nemen. Dat maakte een wereld van verschil", aldus Powell, die heilig gelooft in de kracht van volumeproductie. "Ik kijk nu naar IBM als concurrent, niet naar Sun." Deze boude uitspraak moet gesteund worden door Scorpion, een systeemblok (quad) bestaande uit vier Pentium II Xeon-processoren. Dit product verschijnt eind dit jaar in de Numacenter-servers en duikt begin volgend jaar op in de midrange Numa-q 2000-systemen. Deze computers kunnen dan maximaal 64 processoren bevatten. De onderliggende architectuur ondersteunt meer chips, maar de sterk toenemende communicatiebelasting maakt dat onpraktisch.
Voorproefje datacentrum
"Tegen het midden van het jaar 2000 brengen wij Merced-systemen op de markt", spiegelt Powell alvast voor. "64-Bit is hard nodig. Daarmee kan de functionaliteit van het aloude mainframe vervangen worden." Vorige week toonde Sequent aan belangrijke partners en klanten een voorproefje van een demonstratie-datacentrum, met 15 miljoen dollar aan apparatuur. In dit Enterprise Solutions Center kunnen klanten producten testen voor de aankoop. Verder heeft het bedrijf een nieuwe divisie opgezet, de Solutions Integration Group, die de Numa-systemen combineert met software en hardware van derden waaronder Baan, Sap, Bea Systems, Oracle, Cisco, EMC en Storagetek.
Fujitsu biedt Numa-voor-de-massa
Computerleverancier Fujitsu lanceert een server met acht Intel-processoren die gebruik maakt van een zelf-ontwikkelde nieuwe Numa-technologie (non-uniform memory architecture). De firma beweert dat deze revolutionaire tussenverbinding voor systeemgeheugen, genaamd Synfinity, minstens drie keer zo snel is als de technologieën van Numa-leveranciers Sequent en Data General. Synfinity maakt komende week zijn debuut in de Teamserver 800i met vier Pentium II Xeon-processoren. In januari brengt Fujitsu een machine uit met acht processoren. De eerstgenoemde server is dan uit te breiden naar de nieuwe configuratie. Deze computers kunnen draaien onder Windows NT, Novell Netware of SCO Unixware. De Intel-compatibele versie van Solaris wordt niet ondersteund. Fujitsu zegt dat de markt voor dat besturingssysteem te klein is. Tot op heden wordt Numa vooral toegepast in relatief dure systemen. Fujitsu zegt dat zijn Synfinity-technologie, door de hoge snelheid en lage cache-geheugeneisen, geschikt is voor de massamarkt.
Numa-q-servers emuleren mainframe
Het Californische bedrijf Fundamental Software lanceert zijn mainframe-emulatiesoftware voor de Numa-q Unix-servers van Sequent. Die fabrikant heeft nauw samengewerkt aan de ontwikkeling van het product dat de naam Flex-es draagt. Deze software is een ‘virtuele machine’ die als applicatie draait op de Unix-variant Dynix. Flex-es imiteert de mainframe-architectuur in de programmatuur, bevat een reeks geëmuleerde apparaten en biedt ook aansluitmogelijkheden voor ‘echte’ mainframe-apparatuur via Scsi-kanalen.
Via deze applicatie kunnen alle S/390-, S/370- en S/360-mainframebesturingssystemen van IBM alsook de bijbehorende applicaties en databestanden aangesloten en gebruikt worden. Mainframe-applicaties kunnen zo opnieuw ‘gehuisvest’ worden op Unix-systemen. Fundamental positioneert zijn product mede als een geruststelling voor bezorgdheid over het millenniumprobleem. Ondanks berichten van een mainframe-opleving, beweert de softwareleverancier dat veel migratie naar Unix-machines plaatsvindt vanwege terughoudendheid wat betreft uitbreiding en zelfs ondersteuning van bestaande mainframesystemen.