Ouderen en lage inkomensgroepen gaan steeds vaker over tot de aankoop van een PC. Het snelst groeiende segment in de Nederlandse PC-markt zijn momenteel de consumenten tussen 55 en 64 jaar.
De afgelopen jaren steeg de penetratiegraad voor deze groep al fors. Voor dit jaar wordt weer zo’n forse stijging verwacht dat ook deze groep een penetratiegraad van 50 procent zal bereiken. Dit blijkt uit het branche-onderzoekDe Nederlandse detailhandel in PC’s en overig grijsgoed van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) en Uneto (Unie van Elektrotechnische Ondernemers), gepresenteerd tijdens de vakdag van de Firato in Amsterdam RAI.
Eind dit jaar heeft 52 procent van de huishoudens een computer. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten bezit 43 procent van de huishoudens een PC. Naar verwachting stijgt de penetratiegraad in Nederland zelfs nog verder. Bemoedigend is de omzetontwikkeling de eerste helft dit jaar. De totale omzet steeg met bijna 20 procent. Vorig jaar groeide de consumentenmarkt met 12 procent naar 2,1 miljard gulden. Volgens Uneto en HBD zal deze groei nog enkele jaren voortduren, ondanks de dalende prijzen.
Binnen zekere grenzen selecteert de Nederlander vooral op prijs. In de oriëntatiefase is de prijs minder van belang, en speelt het vertrouwen in de winkel en de producten een grote rol. Uiteindelijk kiest echter iets meer dan de helft van de consumenten op basis van de prijs de leverancier. De gemiddelde aankoopprijzen verschillen per leeftijdsgroep. Het merendeel van de jongeren van achttien tot 25 jaar besteedt tweeduizend tot 2500 gulden. Van de consumenten van 25 tot 35 jaar koopt één op de drie een PC boven 3500 gulden. Boven de 35 jaar komt de prijsklasse 2500 tot 3500 gulden het meest voor. Mannen kopen doorgaans duurdere PC’s dan vrouwen.
PC’s, randapparatuur en toebehoren zijn te koop bij uiteenlopende partijen. De elektrobranche is goed vertegenwoordigd, maar computer-speciaalzaken behouden de eerste plaats. Systeemhuizen realiseren minimaal 40 procent van de omzet via hardware en toebehoren. Hun belangrijkste klanten komen uit het bedrijfsleven (80 procent). Overheden en consumenten zijn elk goed voor ongeveer 10 procent van de totaalomzet. Daarnaast zijn er de computerhuizen. Zij voldoen aan dezelfde criteria als computer-speciaalzaken, maar richten zich primair op zakelijke klanten en (lokale) overheden. Consumenten vormen ongeveer 15 procent van de klantenkring. Tenslotte zijn er de softwarehuizen. Ook zij verkopen hardware.
De marges zijn het hoogst bij de software (25 tot 30 procent), maar de trend is neergaand. Bij toebehoren als muismatten bedragen de marges 22 tot 28 procent. Daarna volgt de categorie ‘overige randapparatuur’, zoals joysticks, met een brutomarge van 23 tot 27 procent. Op digitale camera’s en scanners wordt 20 tot 30 procent verdiend, maar de marges dalen. Licht stijgend is de marge-ontwikkeling bij fax- en modemkaarten (18 tot 22 procent). Ongeveer dezelfde marges worden behaald bij losse onderdelen voor PC’s. Minder winstgevend is de verkoop van laptops, PC’s en monitoren (10 tot 14 procent). Ook op printers wordt vaak slechts 10 procent verdiend. Bij opslagmedia liggen de marges tussen 12 en 15 procent.