Nederlandse IT-bedrijven zenden te vaak medewerkers uit naar de Verenigde Staten zonder de juiste visa. Dit zegt jurist Hans van Velzen. Het ontbreken van de benodigde papieren kan vooral nadelig zijn voor de betrokken werknemer, die een toegangsverbod boven het hoofd hangt.
Veel Nederlandse bedrijven in de automatiseringssector zoeken hun heil in de Verenigde Staten. Ze zetten bijvoorbeeld een dochtermaatschappij op in het beloofde land voor automatiseerders en sturen dan een of meer werknemers naar de Verenigde Staten om de handel te starten. Deze pioniers verblijven enige tijd in het land of reizen regelmatig op en neer. De werkgever moet zorgen dat deze medewerker over de juiste papieren beschikt. "Dit gebeurt veel te weinig", zegt Van Velzen. De jurist vermoedt dat veel bedrijven de aanvraagprocedure voor een visum te ondoorzichtig en tijdverspillend vinden. Hij vindt het een vreemde ontwikkeling. "Waarom zorgen ze wel voor een deugdelijke pensioenregeling en spaarplannen, maar ontlopen ze deze verantwoordelijkheid?"
Slechte naam
Nederlandse automatiseerders die voor een Nederlandse werkgever opdrachten verrichten in de Verenigde Staten hebben meer documenten nodig dan het groene formulier dat ze in het vliegtuig invullen. Verricht de automatiseerder werkzaamheden in de Verenigde Staten, waarvoor een Amerikaanse opdrachtgever betaalt, dan is alleen een visum voldoende. Het maakt hierbij niet uit of de opdrachtgever betaalt aan een rechtspersoon in de Verenigde Staten of in Nederland.
De opdrachtgever kan bezwaar aantekenen als deze ziet dat de uitvoerder niet over het juiste werkvisum beschikt. Dit kan volgens Van Velzen nadelig zijn voor de werkgever, maar vooral voor de werknemer. "De onderneming kan op deze manier een slechte naam krijgen. Het is immers zijn verantwoordelijkheid de benodigde papieren te regelen. Voor een werknemer zijn de gevolgen eveneens zeer nadelig. Het is mogelijk dat hem voor enkele jaren de toegang tot het land wordt ontzegd. Dit blijft hem achtervolgen, ook als hij voor een andere onderneming gaat werken. Voor IT’ers die veel over de grens werken, is dit enorm vervelend."
Van Velzen ondersteunt ondernemingen bij de visumaanvragen voor diverse landen. Automatiseringsbedrijven kloppen voornamelijk bij hem aan voor werkdocumenten die geldig zijn in de Verenigde Staten. Hij ontzenuwt het vooroordeel dat de procedure lang en ingewikkeld is. "Het kan redelijk snel voor elkaar zijn, mits de onderneming de documentatie op orde heeft." De onderneming moet tenslotte allerlei verklaringen en contracten overleggen aan de behandelend ambtenaar.
Beperkt aantal
Wat wel een probleem vormt, is het beperkte aantal visa dat de Amerikaanse overheid afgeeft. Het gaat dan om het document voor zogenaamde speciale opdrachten. Op dit moment geeft Amerika jaarlijks 65.000 van deze tijdelijke vergunningen af aan buitenlandse werknemers. Volgens Van Velzen is dit veel te weinig en liggen er al maanden aanvragen te wachten voor de volgende lichting vergunningen. Deze week praat het Congres over een uitbreiding van het aantal tijdelijke visa van 65.000 naar 115.000 in 2001. Het onderwerp is na een grootscheepse lobby van IT-bedrijven op de agenda gekomen. De automatiseerders hebben immers te kampen met een tekort aan geschikt personeel en willen deze gaten vullen met vakmensen uit andere landen. De overheid meent echter de belangen van hun eigen onderdanen te moeten beschermen tegen ondernemingen die goedkope arbeidskrachten importeren. Vandaar dat de politici vast willen houden aan een limiet. Een uitbreiding lijkt gezien de situatie op de arbeidsmarkt onvermijdelijk. Of het Congres er ook zo over denkt is niet geheel duidelijk. De Republikeinen staan niet te springen om meer buitenlandse werknemers toe te laten. Analisten vermoeden dat president Clinton na al zijn affaires de Republikeinen niet al te zeer tegen de haren in wil strijken.
Nieuwe constructie
Van Velzen heeft met het Amerikaanse consulaat aan een constructie gewerkt waarbij automatiseerders in aanmerking kunnen komen voor een buitengewoon werkvisum. Op deze manier kunnen ze snel de vergunning verkrijgen en lopen ze niet tegen de limieten van de Amerikaanse overheid op. Het enthousiasme van de branche valt echter tegen. Er heeft zich nog geen enkele onderneming gemeld die van deze mogelijkheid gebruik wil maken. "Misschien zijn ze bang dat de vergunning geweigerd wordt en dat de overheid gaat onderzoeken of het vragende bedrijf misschien meer detacheerders rond heeft lopen in Amerika", legt Van Velzen uit.
Volgens de jurist valt het voor de IT-branche evenmin mee om vergunningen voor buitenlandse werknemers in Nederland te krijgen. "Hier is de aanvraag van een werkvergunning helemaal een crime", zegt Van Velzen. Niet voor niets klaagde een IT’er uit India dit voorjaar in Computable over problemen die zij ondervond bij de aanvraag van een werkvergunning. Ze vond dit, met het oog op de krappe arbeidsmarkt en haar kwaliteiten, onbegrijpelijk. "Maar, ook hier is het uiteindelijk wel mogelijk, als de aanvraag aan alle voorwaarden voldoet."
Overzicht van procedures
Er bestaan verscheidene mogelijkheden om automatiseerders op een legale manier werkzaamheden te laten verrichten in Amerika. Mogelijkheden onderscheiden zich naar categorieën waarbij een visum voldoende is en naar categorieën waarbij aan een visumprocedure een werkvergunningaanvraag vooraf dient te gaan.
Enkele categorieën:
5H-1B
Dit is de categorie waarover het Congres momenteel debatteert. De overheid verleent momenteel slechts 65.000 van deze documenten per jaar. Hieraan gaat een werkvergunningsprocedure vooraf. Het document is bedoeld voor speciale opdrachten, waarvoor tenminste een hbo-diploma of vergelijkbare praktijkervaring nodig is. Een H-2B-visum is ook mogelijk, maar dan moet de werkgever aantonen dat Amerikaanse personen met dezelfde kwaliteiten op zijn. Deze visa zijn geschikt voor bedrijven wiens werknemers regelmatig rouleren. De aanvraag neemt ongeveer zes maanden in beslag.
L-1B
Voor dit visum is vereist dat de werknemer de afgelopen drie jaar minstens twaalf maanden in dienst was van de onderneming. Het is bestemd voor automatiseerders die binnen het bedrijf worden uitgezonden naar de Verenigde Staten. Het gaat dus om een overplaatsing. De procedure voor de voorafgaande werkvergunning kan drie tot vier maanden duren. De visumaanvraag neemt nog een maand in beslag.
E-1/E-2
E-1 is een handelsvisum. Indien een Nederlands bedrijf voor meer dan 50 procent handel drijft met een Amerikaanse onderneming, kan dit bedrijf een E-1-status aanvragen. De werknemers die naar de handelspartner vertrekken, krijgen dan een bijbehorend visum.
E-2 is een investeerdervisum. De hoogte van de investering is bepalend voor de E-2-status en de mogelijkheid voor dit visum in aanmerking te komen. Voor de E-categorie is geen werkvergunning vereist. Het gaat wel om werknemers die over speciale kennis beschikken, omdat ze bijvoorbeeld een leidinggevende positie bekleden. Deze procedure is vrij kort: ongeveer zes weken.