Op het Rivm hebben 65 Mac-gebruikers de mogelijkheid om Windows-applicaties te draaien. Weldoener is het Winframe-principe, dat concurreert met de specifieke Windows NT werkstations. Het toepassingsgebied van een Winframe-server blijkt in de praktijk veel ruimer, aldus P.P.M. Reus.
De laatste tijd heeft Martin Healy voor zijn columns niet veel bijval ontvangen (zie column Healey in dit nummer, red.). Het betrof onderwerpen waarover ik niet veel kennis en ervaring beschik. Alle commentaren heb ik voor kennisgeving aangenomen.
Maar zijn laatste column ‘Windows Terminal Servers’ (Computable, 4 september) was mij uit het hart gegrepen.
Het ‘multi-user’-concept van Windows NT (lees: concurrent gebruik van het Windows NT besturingssysteem) is dankzij Citrix-technologie (Winframe) al enige jaren oud en wordt met veel succes, op (nog) beperkte schaal, wereldwijd toegepast.
Op het Rivm heb ik het Winframe-principe ingezet om 65 Macintosh-gebruikers de mogelijkheid te geven op acceptabele wijze Windows-applicaties (16- en 32 bit) te draaien. Inmiddels draait de betreffende Winframe-server ruim twee jaar zonder noemenswaardige problemen en met behoorlijke prestaties. Office 97, Lotes Notes 4.5.1 , Oracle client/server-toepassingen, enzovoort, draaien zonder noemenswaardige aanpassingen ‘multi-user’.
Al snel bleek dat deze server een meerwaarde bevatte; het principe van Winframe concurreert met de specifieke Windows NT werkstations! Het toepassingsgebied van een Winframe-server blijkt in de praktijk veel ruimer te zijn.
Op allerlei gebied ontdekten we de voordelen van deze server; applicaties hoeven maar een keer te worden geïnstalleerd, alle Winframe (ICA) clients kunnen in één keer dezelfde versie van de applicaties draaien. Oude hardware hoeft niet in één keer te worden afgeschreven, doordat ze als terminal kunnen fungeren van de Winframe-server. Er wordt volledige controle over de werkplek van eindgebruikers geboden, zonder dat deze beperkt worden in de voor hen werk noodzakelijke functionaliteit. Het ICA-protocol ‘ontziet’ het netwerk, zodat netwerkbelasting binnen redelijke grenzen blijft.
Drempels
Het Rivm kent, zoals zoveel organisaties, een sterke PC-cultuur, die mede wordt ingegeven door zijn onderzoeksfunctie. Hierdoor bestaat nogal wat scepsis bij IT-functionarissen over de toepasbaarheid van ‘multi-user’ NT; Als de server uitvalt, kan niemand meer iets doen, het netwerk moet minstens 100 procent operationeel zijn, enzovoort. Stuk voor stuk terechte overwegingen; er zal hoe dan ook moeten worden geïnvesteerd in een betrouwbaar netwerk (daar waar dat inmiddels nog niet is gebeurd) en in redundante servers.
Door de prijsstelling van de Microsoft NT server Terminal Edition is echter nog een extra drempel opgeworpen om ‘dunne client’-technologie in te voeren. Qua prijs kan nu net zo goed een PC met Windows NT 4.0 Workstation worden gekocht. Een OEM-licentie voor NT 4.0 Workstation op een PC van een grote fabrikant is veel goedkoper dan de NT 4.0 WS-licentie die betaald moet worden bij de Terminal Server.
Niettemin blijft het voordeel van het eenvoudige beheerconcept (geen additionele beheersoftware en hardware nodig) en relatief simpele hardware op de werkplek overeind. Op den duur betaalt dit zich toch terug.
Misschien ziet Microsoft de bui hangen. Als een NC wordt geïnstalleerd is met behulp van een in Java geschreven Windows Terminal emulator een Windows Terminal server te benaderen om bestaande Windows-software te draaien. Op dat moment is de desktop niet meer van Microsoft, maar gereed gemaakt voor een Java-infrastructuur. MS-Windows is dan één van de windows.
P.P.M. Reus, Rivm