Op het gebied van databases gaat op het Web veel aandacht naar catalogi voor winkels en in toenemende mate naar multimediale databases voor audio en video. Door slimme compressie zijn audiostromen prima via Internet over te dragen met een acceptabele kwaliteit, en voor videostromen op postzegelformaat geldt dat ook.
Wat onderscheidt een multimediale database van een relationele? The Computer Science site van de Universiteit van British Columbia gaat hier op in. Ten eerste is de hoeveelheid data vele malen groter. Een zwaar gecomprimeerde videostroom op postzegelformaat vergt minimaal 20 kb/s. Pas op Isdn-niveau – 64 kb/s – is er een enigszins redelijk kwaliteitsniveau. Wanneer we op VHS-niveau willen komen dan is een 1,5 mb/s Mpeg1-stroom gewenst, zoals toegepast bij de NOB-site in de Snelnetproef in Amsterdam. In relationele databases worden voor het hanteren van zulke omvangrijke media-objecten wel ‘binary large objects (blob’s) opgenomen, maar dan zijn we er nog niet. Want een tweede onderscheid is dat de continuïteit voor video- en audiostromen gewaarborgd moet worden. En dit vergt veel verwerkingskracht bij real-time decoderen en het vergt veel ‘input/output’. Ten derde zullen meerdere datastromen gesynchroniseerd moeten kunnen worden. Bijvoorbeeld bij een film met stereogeluid gaat het om het afstemmen van videobeeld, audio voor de linkergeluidsbox, audio voor de rechtergeluidsbox, en ondertiteling. Tenslotte zijn ook de zoekvragen in een multimediadatabase anders. Er hoeft niet alleen op titelinfo gezocht te worden, maar er kan ook de vraag zijn om naar een volgend of vorig fragment te springen. En dan hebben we het nog niet over grafische vragen op basis van patroonherkenning. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vaak gekozen wordt voor een aparte media server-configuratie, zoals Oracle’s Media Server met Mpeg1-pomp.
Ook op Internet kom je echte geïntegreerde multimediale databases, waarbij alle media in één database-managementsysteem zijn ondergebracht, nauwelijks tegen. Dat hoeft ook niet. Het gedistribueerde karakter van Internet maakt het mogelijk om verschillende onderdelen van een multimedia-archief in verschillende gespecialiseerde databases onder te brengen. Gestructureerde data – zoals bijvoorbeeld te vinden in de Internet Movie Database met meer dan 150.000 filmrecensies, 2 miljoen filmgrafische records over 560.000 mensen, en filmverkiezingen door bezoekers – is prima op te slaan in een conventionele relationele database. Ook de verwijzingen naar video- en audiofragmenten worden vaak opgenomen in zo’n relationele database. Maar de mediastromen komen vervolgens uit een media-server. Twee bekende media-servers op het Web zijn de Real Media-server van Progressive Networks en de Liquid Audio server van de gelijknamige firma. Real Media wordt bijvoorbeeld gebruikt binnen Videonet, waar een aantal ‘zenders’ zijn voor Nieuws, Educatie, Bedrijven, Winkels, en Business Upd@te, waarin interviews met Internet-smaakmakers in Nederland.
Tunes.com maakt daarentegen alleen gebruik van het Real Audio-formaat binnen de Real Media-server. De Tunes-database bevat meer dan 200.000 audio-CD’s, waarbij fragmenten van alle liedjes als ’teasers’ beluisterd kunnen worden. Wanneer deze opwarmertjes bevallen kun je de CD’s online bestellen. Een variant hierop is TwinTone op basis van Liquid Audio. TwinTone werkt aan de mogelijkheid om liedjes te downloaden naar je harde schijf. Vervolgens zou je er zelf een CD mee kunnen vullen.
Terwijl de Real Media-server vooral gespecialiseerd is in het efficiënt coderen van audio- en videodata, is Liquid Audio gespecialiseerd in het vastleggen van informatie die voor muziektitels van belang is, waaronder auteursrechterlijke informatie, en het beschermen tegen inbreuk hierop. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om de muziekbranche te overtuigen van Internet als distributiemedium als serieus alternatief voor audio-CD’s in muziekwinkels. Ook de beveiliging tegen inbraak op een digitale muziekcollectie is een belangrijk thema, waar Liquid Audio rekening mee heeft gehouden.
Met de komst van databases voor mediastromen op het Web kan de handel beginnen, en zullen steeds meer omroepen online gaan met hun signaal. Zeker wanneer de eindgebruikers voor Internet over meer bandbreedte kunnen beschikken. Dat ondergraaft binnen enkele jaren de bijna-monopoliepositie van kabel-tv-bedrijven die nu nog aan de knoppen zitten bij het al dan niet doorgeven van signaal naar de huiskamer. Tegelijkertijd moeten omroepen zich wel richten op Internet, want is het niet zo dat thuis internetten vooral ten koste gaat van tv-kijken? Alle onderzoeken wijzen dat uit en adverteerders lezen diezelfde onderzoeken ook. Omroepen moeten dus snel handelen want de nieuwe toetreders zoals chattv.nl staan al klaar. Het huidige mediabestel gaat in ieder geval volledig onderuit, want wat voor zin heeft het nog om enkele media-sites te subsidiëren, terwijl dat niet gebeurt bij duizenden andere media-sites in de wereld? Dat zou ruiken naar concurrentievervalsing.
Om de vier weken schrijft dr. Martijn Hoogeveen over de beste Internetsites rond een interessant IT-onderwerp. Reageer s.v.p. via het discussieforum op Internet: https://www.computable.nl/discussie. Alle URL’s van de genoemde sites staan in Computable Online: https://www.computable.nl/internet.