Tot mijn grote genoegen ontvang ik vele ingezonden brieven van lezers die reageren op mijn stukjes. Als onafhankelijk consultant heb ik het grote voordeel dat ik geen binding heb met specifieke leveranciers. Ik heb wel bepaalde voorkeuren, maar wie heeft dat niet? Bovendien heb ik het geluk dat ik in Computable mijn mening kan ventileren.
Soms speel ik advocaat van de duivel, maar meestal is mijn commentaar een reflectie van mijn eigen gedachten op dat ogenblik. En dat kan twee dingen betekenen: de lezer vindt het leuk of niet leuk. Ten eerste: het is mijn persoonlijke mening, en niet die van iemand anders. Ik heb geen ‘onderzoekers’ die artikelen voor me schrijven. Ten tweede: wat ik opschrijf, is mijn mening over de huidige stand van zaken. Maar dingen veranderen, en mijn mening verandert mee. Zo dacht ik tien jaar geleden nog dat Unix totaal ongeschikt was voor commerciële applicaties. Daar had ik vele redenen voor, die allemaal geldig bleken te zijn. Inmiddels is Unix uitgegroeid tot een prima besturingssysteem, mede dankzij de inspanningen van NCR, SCO, HP, IBM, Sun en vele anderen, daarbij geholpen door ’third party’-leveranciers van met name relationele databasemanagement-systemen. Begin dit jaar werd ik er echter nog van beschuldigd anti-Unix te zijn, op basis van een mening die ik tien jaar geleden had. De IT-ontwikkelingen schrijden voort!
Mijn mening is gebaseerd op persoonlijke ervaring en op de terugkoppeling die ik krijg van gebruikers. Ik krijg ook veel informatie van leveranciers, maar die moet zorgvuldig gefilterd worden. Dat zal niemand verbazen: elke brochure beweert dat elk product alles kan. Het schrijven van een goede brochure is niet makkelijk. En hiermee komen we op het allerbelangrijkste ingrediënt: ervaring. Ik luister nu al 28 jaar naar de overdreven beweringen van leveranciers en prik daar na al die jaren echt wel doorheen.
Als columnist moet je een doel voor ogen hebben. Mijn doel is het verbreden van de belangstelling van IT-professionals. Helaas is het zo dat de werkende mens zich slechts kan concentreren op een beperkt aantal zaken die direct met het werk te maken hebben. Dit leidt tot problemen, omdat informatietechnologie zo’n breed vakgebied is. Samenwerking tussen verschillende disciplines is noodzakelijk. Het is onmogelijk om overal expert in te zijn, maar het is heel belangrijk dat we begrijpen wat andere mensen doen en welke problemen ze daarbij hebben. Alleen dan kunnen we echt samenwerken. Dit principe gaat verder dan alleen de IT-disciplines; wat er in een bedrijf gebeurt is minstens zo belangrijk.
Een resultaat van mijn pogingen om breed bezig te zijn is dat ik geen expert op alle gebieden kan zijn. Dit betekent dat er bij elk artikel dat ik schrijf wel iemand is die zich de hele dag met het desbetreffende onderwerp bezighoudt. Zo’n specialist vindt altijd wel een fout in mijn interpretatie. Soms zijn dat slordigheden van mijn kant, maar meestal ben ik gewoon iets vergeten. En daarom is een dialoog door middel van ingezonden brieven zo belangrijk. Als mijn artikelen een reactie uitlokken en de lezer aanzetten tot het schrijven van een constructieve brief, dan vind ik dat ik geslaagd ben en dat de andere lezers van deze ervaring moeten kunnen meeprofiteren. Wat echter zo verrassend is (hoewel?) is het venijn waarmee mensen soms reageren. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar meestal heb ik dan weer een of andere IT-mythe ontzenuwd, waardoor een potentiële klant een offerte afwijst, waarna de leverancier mij de schuld geeft. Ik vraag me af of zulke lieden zich staande zouden kunnen houden in een openbaar debat.
Ik heb de meeste tijd van mijn IT-carrière aan de verwerkingskant doorgebracht, en dan vooral bij grote organisaties. Toch werk ik ook met kleinere bedrijven. Dit geeft me een waardevol inzicht in veel problemen die in grote organisaties verborgen blijven. Zo was de schaduwzijde van de PC bij kleine organisaties veel eerder zichtbaar dan bij grote ondernemingen.
Ik heb de laatste 28 jaar altijd veel plezier in mijn werk gehad, maar moet toegeven dat ik wat gedesillusioneerd ben geraakt. In het begin waren we nog niet zo professioneel, maar de applicaties hadden toegevoegde waarde. Tegenwoordig accepteren we massaal PC-software die gewoon niet goed genoeg is; zelfs de grote besturingssystemen lopen regelmatig vast. Dit is voor de thuismarkt niet aanvaardbaar en zou ook in commerciële omgevingen niet aanvaard moeten worden. Het enthousiasme waarmee middelmatige software wordt ingezet en de snelheid waarmee nieuwe generaties in dinosaurussen veranderen deprimeert me wel eens.
Maakt niets uit: blijf vooral constructieve brieven sturen en deel uw ervaringen met mij en alle anderen!