De digitale kranten zijn sterk opgerukt in De Verenigde Staten. Door een goed gebruik van interactiviteit kunnen ze veel meer bieden dan hun papieren tegenhangers, zo leert een rondje langs een aantal Amerikaanse online-kranten. De traditionele kranten hebben voorlopig overigens weinig te duchten. Internet wordt nog nauwelijks als bron van betrouwbaar nieuws gezien.
Het einde van een tijdperk, zou je het met een beetje gevoel voor drama kunnen noemen. Vanaf volgend jaar mogen ook digitale kranten meedingen naar de Pulitzer Prize, ’s werelds meest prestigieuze prijs op journalistiek gebied. Het Pulitzer-bestuur kwam eind vorig jaar unaniem tot deze beslissing nadat twee kranten hun inzendingen op CD-rom hadden toegestuurd in plaats van in de gebruikelijke envelop. Beide inzendingen werden weliswaar gediskwalificeerd, maar de redacties die de artikelen hadden toegezonden bereikten wat zij wilden: het bestuur werd wakker geschud en heeft inmiddels besloten met zijn tijd mee te gaan. Zo kan het in 1999 gebeuren dat de prijs voor het eerst in 82 jaar wordt gewonnen door de schrijver van een artikel dat nooit in druk is verschenen.
Het besluit van de Pulitzer-jury bewijst dat de digitale media in Amerika serieus worden genomen. De internet-kranten hebben een eigen plaats in de dagelijkse nieuwsvoorziening. Niemand verwacht dat ze de gedrukte edities zullen verdringen, maar de internetkrant is in opmars. De meeste grote Amerikaanse kranten hebben inmiddels een electronic of new media department (New York Times, Boston Globe) of een interactive division (Wall Street Journal) en geven miljoenen dollars uit aan internet-experimenten. ‘All the news that’s fit to print’, is de slogan van de New York Times. De verbastering daarvan luidde ‘All the news that fits, we print’ – een knipoog naar het ruimteprobleem dat een gedrukte krant met zich kan meebrengen. Voor een krant op het oneindig grote Internet is dat probleem in ieder geval opgelost. ‘All the news fits, without print.’
Vierduizend kranten
In 1994 waren er wereldwijd slecht dertig kranten op Internet. Inmiddels zijn dat er ongeveer vierduizend, en meer dan de helft hiervan zijn Amerikaanse kranten. De staat Illinois is koploper met 173 online-kranten en nieuwsbladen, vóór Californië (146) en Pennsylvania (100). Als we alleen de digitale dagbladen meetellen, leidt Texas met het respectabele aantal van 34; Californië en Pennsylvania volgen met respectievelijk 33 en 32. Het gaat merendeels om regionale kranten. Natuurlijk zijn de Washington Post, de New York Times en USA Today op Internet te vinden, maar wat te denken van de Chippewa Herald (Chippewa Falls, Wisconsin), de Bee and Daily Citizen (DeQueen, Arkansas) en de Maui News (Wailuku, Hawaii)? Wie het laatste nieuws over de bankroof in Wasilla, Alaska wil weten, surft naar de site van de Wasilla Frontiersman en de beweegredenen van rector David Hickey om zijn Crystal River Middle School te verlaten, staan opgetekend op de site van de Citrus County Chronicle (Inverness, Florida). Zo is de digitale krant, zeker in een land waarin men net zo gemakkelijk van woonplaats als van kleding wisselt, de ideale manier om op de hoogte te blijven van het nieuws over de folks back home.
Betalen voor artikelen
Over het aantal mensen dat de krantensites aanklikt, valt weinig zinnigs te zeggen. Vooral de grote kranten schreeuwen hun bezoekersaantallen van de daken, omdat ze maar al te graag adverteerders bij de concurrent wegkapen. Helaas worden er nogal eens appels met peren vergeleken. Volgens USA Today trekt hun online-editie vijf maal zoveel bezoekers als de site van de New York Times, en dat terwijl het aantal lezers van de gedrukte krant slechts tweemaal zo groot is. Het is waarschijnlijk dat de ene site het aantal bezoekers aan de voorpagina bijhoudt, terwijl de andere iedere klik met de muis meetelt. Men hoopt nu dat registratie van lezers, waartoe een aantal kranten zijn bezoekers verplicht, tot meer betrouwbare cijfers leidt.
De geldstroom komt bij veel kranten niet alleen van adverteerders. Zo vraagt The Wall Street Journal abonnementsgeld van de digitale bezoekers: 49 dollar per jaar. Via de site van de Wall Street Journal kun je bovendien zoeken in een database van ruim 5.500 kranten en tijdschriften uit de hele wereld. Wie een van de ruim 75 miljoen aanwezige artikelen wil downloaden betaalt 3 dollar (anderhalve dollar buiten kantooruren). Het is prijzig, maar een uitkomst voor journalisten en studenten die aan hun afstudeerscriptie werken. Andere kranten (LA Times, USA Today) vragen een dollar voor een artikel. En wie zich elke dag over de online-kruiswoordpuzzel in de New York Times wil buigen, betaalt 10 dollar per jaar. Maar dan mag hij eveneens iedere dag de bridge- en schaakproblemen oplossen.
Veel feedback lezers
Bij een hype als online-kranten hoort natuurlijk een eigen Oscaruitreiking. Het vaktijdschrift Editor & Publisher reikt sinds 1996 jaarlijks prijzen uit voor de internet- kranten. In de categorie ‘Beste krant met een oplage groter dan 100.000’ won dit jaar de Chicago Tribune (http://www.chicago.tribune.com); van de kleinere kranten was de Charlotte Sun Herald de beste (http://www.charlotte-florida.com). De krant die het beste nieuws verschaft (dus los van het weer, de archieven en de digitale kookadviezen) was de New York Times (http://www.nytimes.com). De Kansas City Star (http://www.kcstar.com) maakt het beste gebruik van interactieve trucjes. De prijs voor de beste niet-Amerikaanse krant op het internet ging overigens naar de South China Morning Post (http://www.scmp.com).
Sommige kranten hebben de mogelijkheden die door Internet geboden worden, ten volle benut. Zo legde de Philadelphia Inquirer een uitgebreid multimedia-dossier aan over de rampzalige Amerikaanse bemoeienissen met Somalië in 1993. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat journalist Mark Bowden een serie artikelen voor de gedrukte krant zou schrijven, maar naarmate zijn onderzoek vorderde bleek het materiaal perfect te zijn voor het Net. Nu kan de lezer al surfend officiële documenten inzien, videomateriaal bekijken en geluidsfragmenten afluisteren. Bowden krijgt veel feedback van lezers (voor een groot deel militairen), die online een discussie met hem aangaan.
Eerste hoofdstukken bestsellers
Vaak zorgt de online-editie voor extra informatie bij een gedrukt artikel. De Boston Globe publiceerde een reeks artikelen over de verloedering van de staat Massachusetts. Vervolgens konden de inwoners van de staat op de internet-editie voor hun woonplaats alle statistieken vinden over inkomen, werkloosheid en bijstand. Van elk van de 351 gemeenten in de staat waren de nieuwste cijfers over kindermisbruik en criminaliteit te vinden. Een mooi voorbeeld van interactiviteit en het bewijs dat een online-krant mogelijkheden heeft waar de papieren krant niet aan kan tippen.
Handig bovendien voor diegenen die naar Massachusetts wilden verhuizen, maar nog niet wisten waarheen precies.
Als we moeten afgaan op de cijfers die de kranten zelf verstrekken, is USA Today de drukstbezochte krant met 12 miljoen hits per dag. Daarna volgen de New York Times (4 miljoen geregistreerde gebruikers, per maand komen er 225.000 bij), de Wall Street Journal en de Washington Post. Allemaal hebben ze hun eigen speeltjes. USA Today biedt aspirant-schrijvers de mogelijkheid aan een feuilleton mee te schrijven, en je kan er je eigen tv-gids samenstellen. Globetrotters kunnen in een heel archief van reisverhalen grazen, uiteraard allemaal gelinkt naar online-reisbureaus die in een paar minuten de reis voor je kunnen boeken. En wie wil, kan de hele dag de recentste nieuwsberichten onderin zijn beeldscherm volgen; een klik met de muis is vervolgens voldoende om het volledige bericht te lezen.
Dan de Washington Post. Inmiddels ruim twee jaar online en elke werkdag door zo’n anderhalf miljoen mensen bezocht. Natuurlijk doet ook de digitale versie uitgebreid verslag van de politiek in de hoofdstad, maar meer nog dan de gedrukte versie profileert http://www.washingtonpost.com zich als de gids voor Washington DC. ‘Find-whatever you need and what you didn’t even think to ask for’, luidt de slogan. Een van de beste onderdelen van de site is Chapter One, waar je de eerste hoofdstukken van een aantal recente bestsellers kan lezen. Deze mogelijkheid wordt ook geboden door USA Today, waar je bovendien met een klik met de muis het boek kunt bestellen. Boekhandel Barnes & Noble betaalt er graag voor, waarmee Chapter One voor alle partijen een interessante feature is. En een vorm van dienstverlening die je in een gedrukte krant vergeefs zult zoeken.
De Chicago Bulls
De Chicago Tribune Internet Edition, volgens Editor & Publisher dus de beste krant op internet, heeft in ieder geval iets dat andere kranten niet hebben. De luie lezer hoeft maar eenmaal http://www.chicago.tribune.com in te tikken, en de site zapt zelf langs het nieuws. Elke paar seconden verschijnen nieuwe krantenkoppen, en zodra er iets interessants bijzit, hoeft de lezer slechts te klikken voor het laatste nieuws over de ijshockeyers van de Chicago Bears of de schietpartij op Capitol Hill. Wie dat allemaal te lang duurt kan overigens ook zelf razendsnel door het nieuws klikken.
The Chicago Tribune beschikt – net als bijna alle andere online kranten – over een enorm archief. Natuurlijk is de inhoud van alle artikelen aan te klikken. Daarnaast kunnen werkzoekenden niet alleen personeelsadvertenties uit een flink aantal kranten raadplegen, maar ook hun CV op de site zetten. En wie een appartement zoekt in Chicago, doet er ook verstandig aan de Tribune te raadplegen. Eerst voert de klant zijn voorkeuren in. Welke buurt? Wat mag het kosten? Hoeveel slaap- en badkamers? Lift, (af)wasmachine, airco? De computer komt vervolgens met gedetailleerde informatie over appartementen die aan de vereisten voldoen. Adres, telefoonnummer, huur, faciliteiten, kaartje van de buurt en voor wie de kinderen meeneemt, zelfs een overzicht van de gemiddelde studieresultaten op scholen in de omgeving. Veel meer informatie dan de gedrukte krant kan verstrekken. Gratis en tien keer zo snel.
Ook de Democratische conventie in Chicago in 1996 werd door de Tribune perfect gecoverd. Tijdens de conventie logden er dagelijks maar liefst 100.000 mensen in op de website van de Chicago Tribune. Zij konden hier ‘gewone’ berichten lezen, toespraken en filmpjes van de conventie downloaden en alles live meemaken. Een klik met de muis bracht de bezoeker verder naar een virtueel museum over de geschiedenis van de politieke conventies. Vanaf de nominatie van Abraham Lincoln in 1860 kon 136 jaar politieke geschiedenis doorlopen worden, compleet met krantenberichten en politieke cartoons over de desbetreffende verkiezingsrace.
De pagina’s waar de Chicago Tribune-lezers echter het gretigst gebruik van maken zijn die over de Chicago Bulls. Werkelijk alles over de wereldberoemde basketballers is op de site terug te vinden. Een zeer uitgebreid profiel van Michael Jordan, wiens carrière vanaf zijn eerste stapjes gevolgd wordt. Alle denkbare statistieken van de afgelopen seizoenen en volop kleurenfoto’s. Het wekt geen verbazing dat de sportpagina’s het populairste onderdeel van de site vormen. De grootste gemene deler van alle internetgebruikers is de 25 tot 35-jarige man met een gemiddeld inkomen. Laat dat nou net ook de gemiddelde bezoeker zijn van een Chicago Bulls-wedstrijd. De website is misschien wel het beste alternatief voor de duizenden die zo graag een seizoenskaart gewild hadden maar er geen konden krijgen.
Interactiviteit als kracht
Met de toename van het aantal digitale kranten wordt de vraag naar journalisten met kennis van online-publiceren natuurlijk ook steeds groter. Een pas afgestudeerde student journalistiek heeft geluk als hij een baan bij een middelgrote krant vindt waar hij jaarlijks 25.000 dollar opstrijkt. Heeft dezelfde student enige kijk op de digitale media, dan kan hij al snel aan de slag bij een veel grotere krant voor een salaris dat bijna twee keer zo hoog ligt, aldus de American Journalism Review. Maar bij het online maken van een krant komt dan ook wel wat kijken.
Het soort nieuws dat op Internet geplaatst wordt, hoort te verschillen van het nieuws in de gedrukte krant, aldus Mindy McAdams, deskundige nieuwe media en vanaf het eerste uur betrokken bij de online-editie van de Washington Post. Zij geeft een aantal stelregels waaraan online-journalisten zich moeten houden. Een ervan luidt: probeer als regionale krant niet te concurreren met de grote landelijke media. De Southeast Missourian hoeft niet te proberen het internationale nieuws beter te verslaan dan de New York Times; de Daily Oklahoman doet er verstandig aan het economische nieuws aan de Wall Street Journal over te laten. Ze zouden zich veel beter op de regionale politiek kunnen richten, of op nieuws over de plaatselijke nationale parken. Inwoners van Chattanooga, Tennessee, surfen niet naar de Chattanooga Times voor nieuws over Kosovo; wel om uit te vinden waar er in het weekend de leukste rodeo of country fair gehouden wordt, zegt McAdams.
Zij hamert er op ook op dat online-publiceren iets heel anders is dan het klakkeloos overnemen van ‘gedrukte’ krantenberichten. De internet-gebruiker is een luxe-lezer, die zelf wil bepalen welk deel van een artikel hij wanneer leest. Het is dus zaak dat de internet-redacteur zoveel mogelijk gebruikt maakt van het ‘hyperlinken’, zodat de gebruiker snel tussen en binnen de artikelen op en neer kan surfen. Het succes van Internet is de interactiviteit. Vertaald naar de digitale kranten betekent dit, dat een lezer in ‘no-time’ de auteur van het stuk dat hij leest per e-mail feedback moet kunnen geven. Zoals ook een discussieforum eigenlijk een must is voor een goede internetkrant. De Arizona Daily Star is hier een mooi voorbeeld van. Midden in een artikel plaatst de krant een ‘online poll’. Wie zojuist de verklaring van een politicus over de belastingverhogingen heeft gelezen, krijgt een vraag voorgelegd: ‘gelooft u zijn uitleg?’. Een klik, en de lezer ziet of andere lezers er net zo over denken als hij. Om vervolgens weer verder te lezen.
Onbetrouwbaar
Met het succes van de online-kranten zijn de twijfels over het voortbestaan van de traditionele kranten toegenomen. De Amerikaanse krant heeft zijn positie van belangrijkste nieuwsbron jaren geleden al moeten afstaan aan het televisienieuws. Gaat het overgebleven terrein nu ook verloren aan de digitale krant? Draait de voorsprong van het ‘up-to-date’ zijn van de digitale concurrent de gedrukte krant definitief de nek om? Het is onwaarschijnlijk. En niet alleen vanwege de praktische voordelen van een papieren exemplaar. Een recent onderzoek liet zien wat Amerikanen de meest betrouwbare nieuwsvoorzieners vinden. Het meeste vertrouwen geniet het televisienieuws op CNN, gevolgd door dat van de lokale zenders, en daarna de landelijke en lokale kranten. Internet wordt amper als bron van betrouwbaar nieuws aangemerkt. Roddeljournalisten zoals de in Amerika beroemde Matt Drudge (http://www.drudgereport.com) lijken het voor de serieuze internetverslaggevers te verpesten.
Voor een teloorgang van de traditionele krant hoeft niemand dus bang te zijn. Maar het besluit van de Pulitzer-jury geeft aan dat Internet niet langer het ondergeschoven kindje van de journalistiek is.
Merrill Perlman werkt op de afdeling personeelszaken van de New York Times. ‘Er zijn twee manieren om hier binnen te komen’, zei ze vorig jaar over de kansen op een baan bij de prestigieuze krant. ‘Met een Pulitzer Prize, of met verstand van internet-programmeren’. Binnenkort kan het dus allebei.
Charles Groenhuijsen, freelance medewerker
Met medewerking van Eelco Bosch van Rosenthal
Zie voor een overzicht van alle on-line kranten in de VS: http://www.ajr.org.
Ook week- en maandbladen hebben fantastische sites. Een paar aanraders: http://www.newsweek.com (vooral voor gebruikers van America on Line), http://www.fortune.com, http://www.time.com, http://www.forbes.com,
Daarnaast geven TV-stations bliksemsnel en zeer volledig nieuws en achtergronden. De mooiste: http://www.cnn.com, http://www.msnbc.com en http://www.abc.com.