Internet gaat het helemaal maken, voorspellen goeroes en futurologen. Dat lijkt moeilijk te rijmen met een elektronische snelweg die meer weg heeft van een kasseienstrook en pc’s die nodeloos ingewikkeld zijn. Wanneer wordt het nou eens wat met dat net?
Als het beeld dat sommige Internetfuturologen schetsen enigszins klopt, zal het huishouden van de 21-ste eeuw geheel ontwricht raken bij een storing in de Internetinfrastructuur. Goeroes voorspellen dat Internet binnen afzienbare tijd in ieder huis alomtegenwoordig zal zijn als vehikel voor boodschappen, communicatie, vermaak en informatie. Alles vanuit de luie stoel, de werkkamer, de kinderkamer of de keuken.
Een aparte terminal zal op het aanrecht staan om boodschappenlijstjes te e-mailen aan de boodschappendienst en de smakelijkste recepten van het net te plukken. De televisie in de huiskamer wordt aangesloten op het net zodat de kijker zelf kan uitmaken wanneer hij naar het journaal kijkt of naar de een of andere site zapt. Vader leest in zijn luie stoel de avondkrant die vers van het net op een lichtgewicht handzaam scherm (een softbook) is binnengekomen. De kinderen loggen via hun ‘My first Compaq’ in op een virtuele omgeving waar ze veilig online kunnen spelen met leeftijdgenootjes. In de studeerkamer voert moeder een werkbespreking met collega�s via een videoconferencingverbinding of ze winkelt samen met een vriendin gezellig bij een online warenhuis. Wie weet offert een gezinslid zich op om na het eten de tamagotchi uit te laten in het virtuele parkje, waar ook andere buurtgenoten online met hun Fikkie aan de wandel zijn.
De technische mogelijkheden zijn aanwezig om al dit moois te realiseren. Toch is juist de techniek op dit moment de grote hindernis voor de definitieve doorbraak van Internet. De elektronische snelweg is veel te traag, computers zijn veel te ingewikkeld en het betaalsysteem is onveilig, zo menen de meeste Internetwatchers. Als die problemen zijn opgelost, dan zal de consument volgens hen vanzelf ontdekken hoe handig het is om Internet te gebruiken voor aankopen, vermaak en informatie.
De voortekenen lijken inderdaad te wijzen op een toenemende acceptatie van Internet. Het aantal Nederlanders dat over een Internetaansluiting beschikt, stijgt snel en de interesse van het bedrijfsleven neemt volgens een in mei gepubliceerd Nipo-onderzoek toe. Het aantal huishoudens met een Internetaansluiting is volgens het Nipo in het afgelopen jaar bijna verdubbeld tot 760.000. Daarmee is ongeveer elf procent van de huishoudens online. In Europa neemt Nederland daarmee een middenpositie in. In de Scandinavische landen is al tussen de twintig en de 32 procent van de bevolking online. In Frankrijk en Italië ligt het percentage Internetaansluitingen iets boven de twee. In de Verenigde Staten heeft een kwart van de bevolking toegang tot Internet.
Volgens onderzoekers van adviesbureau Booz Allen & Hamilton, die in opdracht van het ministerie van Economische Zaken een studie naar de Nederlandse positie op de elektronische snelweg uitvoerden, zal het aantal huishoudens met een Internetaansluiting in het jaar 2000 wereldwijd rond de 66 miljoen liggen, bijna drie keer zoveel als in 1996.
De kip of het ei
Dat veel mensen zich op het net begeven, wil nog niet zeggen dat ze er ook massaal hun inkopen gaan doen. Kees Jonkheer, onderzoeker bij het EIM en co-auteur van het rapport De elektronische snelweg en het MKB, denkt echter dat de commerciële doorbraak van Internet in Nederland niet lang meer op zich zal laten wachten. Momenteel is er volgens hem sprake van een kip-ei-probleem. Omdat er nog weinig online-aanbod is, maken weinig mensen er gebruik van. En zolang er weinig gebruikers zijn, zijn aanbieders niet bereid om veel in de elektronische snelweg te investeren.
Die ban zal volgens Jonkheer worden doorbroken zodra vijftien à twintig procent van de bevolking een aansluiting heeft op het Internet. Als de huidige trend zich voortzet, wordt die grens binnen één of twee jaar geslecht. Daarna zal het aantal aansluitingen pijlsnel toenemen totdat bijna iedereen online is. ‘Het is net als met de telefoon. Als je enige zo�n ding hebt, dan is het een nutteloos apparaat. Het wordt pas interessant om er een aan te schaffen als je er met veel andere mensen mee kunt communiceren’, zegt Jonkheer.
In de Verenigde Staten heeft een aantal producten inmiddels via Internet de weg naar de klant gevonden, met name boeken en cd’s, producten waarvan de kwaliteit van tevoren vaststaat. Online-boekhandel Amazon, die nog geen vier jaar bestaat, verkocht in de eerste drie maanden van dit jaar al circa 57 duizend boeken per dag. Het aantal klanten is de afgelopen 12 maanden vervijfvoudigd, van zeshonderdduizend naar ruim drie miljoen.
Het vertrouwen van investeerders in onlinewinkels als Amazon.com is enorm. Hoewel het bedrijf nog geen cent winst heeft gemaakt, ligt de beurswaarde van Amazon inmiddels boven de vier miljard dollar. In de spectaculaire groei van de afzet zien investeerders hun hoop bevestigd dat dergelijke jonge bedrijven op Internet een zeer winstgevende toekomst tegemoet gaan. Amazon-oprichter Jeffrey Bezos is in elk geval inmiddels binnen: hij is tweevoudig miljardair.
‘We leven in 1900’
Echt gebruikersvriendelijk zijn de meeste Internetwinkels nog niet. Wie er naar binnen struint, logt op eigen kosten in op een elektronische catalogus, die aanzienlijk minder soepel bladert dan een papieren exemplaar. En als je uiteindelijk op basis van de folderinformatie besluit iets aan te schaffen, moet je direct te betalen, dus voordat de aanbieder iets heeft gepresteerd. Kopen via Internet is dan misschien modern en de koopwaar ziet er door gebruik van multimediatoepassingen steeds mooier uit, maar de primitieve Wehkampgids heeft voor de consument toch duidelijk voordelen.
‘Het is allemaal nog niet iets waar je enthousiast van wordt’, beaamt Vincent Everts, directeur van Media Plaza, het demonstratiecentrum voor de elektronische snelweg in Utrecht. Toch zijn de tijdbesparingen die de thuiswinkelmogelijkheden van het Internet bieden volgens hem weinig minder dan een geschenk uit de hemel in deze drukke tijden. ‘Samenwonende partners hebben per dag maar een minuut of acht elkaars volledige aandacht’, beweert hij. ‘Dat komt door alle stomme kleine dingen waarmee je iedere dag bezig bent. Ik gebruik daarom regelmatig Albert Heijn shopping. Je vult een lijstje in en dan komen ze ’s avonds je boodschappen brengen. Dat kost tussen de zes en negen gulden. Ook gebruik ik wel eens A27.com, een supermarkt langs de snelweg. Voor half één bestel je en vanaf vier uur haal je je doos met boodschappen op. Dat soort dingen is ontzettend handig.’
Voordat ook de gemiddelde consument van deze weelde gebruik zal gaan maken, moet Internet volgens Everts eerst sneller, gebruikersvriendelijker en veiliger worden. Internet is nog niet klaar voor de consument. ‘We leven nog in 1900. Het is alsof je in je auto stapt en alles zelf moet kunnen oplossen. Je moet je eigen band plakken en weten hoe je de carburateur repareert. Het net moet toegankelijk worden voor normale mensen.’
Surfen op je tv
Technologie moet ervoor zorgen dat Internet ook aantrekkelijk wordt voor die grote groep mensen die er op dit moment nog niet aan denkt online te gaan. Verbeteringen aan de gebruikersvriendelijkheid van de pc, de huidige toegangspoort tot Internet, zijn daarvoor niet toereikend. De computer blijft voor velen een duur en ingewikkeld apparaat en is dus ongeschikt voor een groot deel van de bevolking.
Everts denkt dat innovaties als WebTV, een klein kastje dat de televisie geschikt maakt voor Internet, voor de grote doorbraak gaan zorgen. ‘Met WebTV komt in plaats van teletekst gewoon Internet op je televisie’, zegt hij. ‘Het kastje kost maar een paar honderd gulden en is heel gebruikersvriendelijk. Alles gaat heel makkelijk. Met een afstandsbediening en een draadloos toetsenbord kun je heerlijk surfen en e-mailen.’
In de Verenigde Staten heeft het geen storm gelopen bij de introductie van WebTV. Hoewel eerdere pogingen het volk via de televisie op het Internet te krijgen weinig succes hebben geoogst, probeert Microsoft het sinds kort opnieuw met verbeterde software. In Nederland gaat KPN Telecom vanaf 1 oktober Internet-op-tv aan de man te brengen onder de naam Net.Box.
Of WebTV de voor de grote doorbraak gaat zorgen, wordt ondertussen alom betwijfeld. De consument is gewend zijn hersenen uit te schakelen, als hij zijn televisie aanzet. Of hij zin heeft midden in de huiskamer met het draadloos toetsenbord op schoot te gaan browsen en e-mailen, moet nog blijken. Wie prijs stelt op privacy bij het lezen van zijn mail, kan dat in de huiskamer, waar de televisie vaak centraal staat, wel vergeten. En dat het irritant is om op de bank naast iemand te zitten die aan het browsen is, terwijl Studio Sport of je favoriete soap net begint, staat van tevoren al vast.
Niet alleen de ingewikkelde computer is een bron van ongemak bij het surfen op Internet. Ook de traagheid van de verbindingen is veel gebruikers een doorn in het oog. Om de snelheid op een acceptabel peil te brengen, moet de bandbreedte van de telefoon- en kabelverbindingen flink omhoog. Op dit moment is de televisiekabel de snelste manier om op het Internet te surfen. Volgens de Amsterdamse kabelmaatschappij A2000 is de kabel voor de toegang tot goed bereikbare sites tussen de tien en twintig keer sneller dan de normale telefoonlijn.
KPN Telecom houdt op dit moment in Amsterdam een proef met ADSL (Asymetric Digital Subscriber Line), een nieuwe techniek die de kabel op snelheid ruimschoots zal verslaan. ADSL, dat gewoon weer via de koperen telefoonlijn loopt, is bijna zeventig keer zo snel als een 28K8 modem, terwijl je ondertussen gewoon kunt bellen. De eerste resultaten met ADSL zijn volgens een KPN-woordvoerder bemoedigend, maar het is niet duidelijk of de snelle verbinding binnen korte termijn zal worden aangeboden en tegen welke prijs.
Hakken in het zand
Ook de betaalsystemen op Internet zijn verre van onbesproken. De onveiligheid van betalen via Internet is een van de belangrijkste hindernissen voor de doorbraak van e-commerce. Uit een recente Nipo-enquête onder directieleden van Nederlandse bedrijven blijkt dat meer dan de helft van hen denkt dat het online versturen van creditcardgegevens leidt tot misbruik.
Volgens Menno de Jong, woordvoerder van Nederlands oudste onlinewinkel Shop.nl, valt het wel mee met die onveiligheid. ‘Het risico is opgeklopt door de banken, die uit onbekendheid met het Internet met de hakken in het zand zijn gaan staan. Uit onze ervaring blijkt dat de fraude met creditcards nihil is. Bij normaal gebruik van creditcards zijn de risico�s groter.’ De Consumentenbond geeft de weifelende directieleden echter gelijk. ‘Het versturen van creditcardgegevens via Internet is onveilig’, zegt woordvoerder Koen van Tankeren. ‘Creditcardnummers kunnen in handen van kwaadwillenden vallen.’
Hoewel creditcardfraude volgens Shop.nl nauwelijks voorkomt op Internet, is het bedrijf een van de deelnemers aan een proef met een nieuw encryptiesysteem van Visacard/Mastercard. SET (Secure Electronic Transaction) is volgens De Jong vooral een bevestiging voor de consument dat Internettransacties nu veilig zijn. Goede alternatieven zijn er niet echt. Andere betaalsystemen dan de creditcard, zoals betaling van goederen onder rembours en via machtigingen, zijn respectievelijk kostbaar of ‘eng� in de beleving van de consument.
Aansluiten bij de vertrouwde routine van de consument wordt wel eens vergeten bij de introductie van nieuwe hightech producten en diensten. Zo liep de introductie van de CD-i, het apparaat waarmee de gebruiker zich interactief kon uitleven met spelletjes, beeld en geluid, op een faliekante mislukking uit. Ook video-on-demand, lekker vanuit je luie stoel een videootje huren, bleek aan veel minder mensen besteed dan de kabelmaatschappijen hadden gedacht. En de thuisbezorgservice van de supermarkt, die al jaren ook ‘gewoon’ telefonisch besteld kan worden, is nog lang niet ingeburgerd in Nederland. Massale aansluiting op Internet zal daar weinig verandering in brengen.