Het jaar 2000 zal leiden tot tal van nieuwe kansen en problemen voor de IT-industrie. De potentiële problemen zijn inmiddels algemeen bekend; veel mensen denken dat het wel meevalt, maar ik denk dat de problemen erger zijn dan we denken, vooral voor kleine organisaties. Voor deze keer hoop ik dat ik er naast zit. Maar ook de kansen verdienen aandacht.
Conventionele gegevensverwerking zal de komende jaren in zijn nieuwe, geïntegreerde vorm erp (enterprise resource planning) veel energie vergen. De markt voor data warehousing zal volwassen worden door een toenemend belang van informatie en een toenemend bewustzijn van het belang van betere relaties met de klant. Op dit moment zijn er veel geïsoleerde producten, zodat vereenvoudiging door middel van integratie het belangrijkste doel is. Ontwerp en ondersteuning krijgen hierdoor meer aandacht, en ik hoop dat hetzelfde geldt voor metagegevens – twintig jaar te laat, maar toch. De toenemende complexiteit die wordt veroorzaakt door de integratie van IT-functies betekent dat een gemeenschappelijke repository voor de uitwisseling van informatie over verschillende subsystemen essentieel zal worden.
De grootste verandering zal echter bestaan uit de transitie van ‘personal computing’ naar ‘network computing’. Nu de crisis in de componentenindustrie een dieptepunt heeft bereikt, moet iedereen zich realiseren dat de waarde van de PC ter discussie wordt gesteld. Om precies te zijn gaat het om de toegevoegde waarde van het vervangen van PC’s. Wie durft te beweren dat het verwijderen van PC’s geen grote stap vooruit is? De huidige problemen betekenen nog geen slecht nieuws op lange termijn; hardware- en softwareleveranciers zijn zich terdege bewust van palmtops, Windows CE, en Java. Zij kijken alweer naar de volgende generatie producten voor de eindgebruiker. Deze producten zijn gericht op een markt die in potentie veel groter is dan de markt voor PC’s en PC-vervangers. Het probleem zit hem in de kloof tussen het einde van het PC-tijdperk en de groei van communicatie-apparatuur. In de tussentijd kunnen PC’s als communicatie-instrument worden gebruikt; denk aan het gebruik van de PC als web-browser. Dit is niet genoeg voor de hardware-leveranciers, omdat oudere systemen uitstekende netwerkcomputers blijken te zijn, zodat vervanging van hardware niet nodig is.
De volgende generatie producten zal worden gebouwd door de huidige PC-leveranciers, maar de concurrentie zal hevig zijn. Met name fabrikanten van telefoons en televisietoestellen maken zich op voor een invasie van deze markt. Microsoft hoopt met Windows CE in de race te blijven, maar ondervindt sterke tegenwerking. Voor een palmtop is betrouwbaarheid veel belangrijker dan voor een PC, en Microsofts besturingssystemen zijn tot nu toe zwaarlijvig en onbetrouwbaar gebleken. Daarnaast is het bekende desktop-paradigma van Windows van nul en generlei waarde voor een telefoontoestel. Het succes van het browser-interface toont al aan dat de Windows-desktop te complex en ingewikkeld is. Hoe het landschap er in 2001 uitziet weet niemand, maar zeker is wel dat de industrie en de bijbehorende ‘Who is who’ sterk zullen veranderen.
Dit brengt ons op het volgende probleem, en tegelijkertijd op de volgende kans. Binnen het NC-paradigma is connectiviteit een centraal uitgangspunt, en geen achteraf toegevoegde functionaliteit zoals bij de PC. NC’s werken niet zonder snelle, betrouwbare communicatie. Als de communicatie niet goed is, zal de nieuwe industrie nooit volwassen worden en zit iedereen in de problemen! Microsoft, de chipsfabrikanten en de leveranciers van PC’s en telefoons (Compaq, Dell, Nokia, NEC, etc.) moeten over betere communicatiemogelijkheden beschikken om hun strategische plannen te kunnen realiseren.
Communicatie kan in drie categorieën worden onderverdeeld: lokaal, regionaal en mondiaal. Complicaties worden veroorzaakt door het historische verschil tussen spraak en data. In een ideale NC-wereld is er maar één communicatiesysteem, maar in de praktijk is dit onmogelijk. Het ontwikkelingstempo zal binnen verschillende sectoren van de industrie sterk verschillen. Elke sector op zich is big business: zakelijke desktops, thuissystemen, embedded systems, enzovoort. Er is wel enige overlap tussen deze sectoren, maar niet zo veel als soms wordt gevreesd. Dit betekent dat de huidige IT-leveranciers zich goed bewust moeten zijn van hun toekomstige markt. Het is in nieuwe markten altijd zo dat sommige spelers overleven, terwijl andere spelers plaats moeten maken voor nieuwkomers. Deze nieuwkomers hebben een groot voordeel: ze hebben geen last van verouderde ‘legacy’-systemen. Dit geldt niet alleen voor het product zelf, maar ook voor prijsstelling, verkoopkanalen, continuïteit en dergelijke. Dit maakt het eenvoudiger om nieuwe markten te veroveren. Microsoft en Compaq zijn zelf voorbeelden van ondernemingen die als nieuwkomer konden profiteren van zo’n schone lei, maar die nu in de NC-markt als gevestigde spelers te maken krijgen met erfenissen uit het verleden.
Ook de factor tijd zal van kritisch belang blijken te zijn. In de zakelijke markt beschikt de desktop al over grote hoeveelheden bandbreedte. De thuismarkt daarentegen is nog nauwelijks ontsloten en probeert wanhopig boven de historisch bepaalde grens van 64 Kbps uit te komen. Mobiele systemen zijn nog beperkter. Dit zal veranderen, omdat het NC-paradigma niet alleen grote beloften inhoudt voor hardwareleveranciers, maar ook voor leveranciers van communicatiefaciliteiten, zoals Cisco en de aanbieders van openbare telecommunicatie-infrastructuren, zoals BT en AT&T, om maar niet te spreken van kabeltelevisie en satelliet. Iedereen zal een stukje van deze markt willen hebben. Op korte en middellange termijn hebben de computer- en communicatiebedrijven elkaar dus hard nodig.