K is ontstaan uit drie van de oudste programmeertalen. Dat neemt niet weg dat verbeteren ook iets anders kan inhouden dan voortborduren op oude systemen, aldus J. Karman.
Ik ben blij met de uitvoerige en deskundig geïllustreerde reactie van Niels Blombergs ‘Verder met oude talen – verbeterde FOR-loop’ (Computable, 21 augustus) op mijn artikel over de taal K.
Het scenario zoals dat Blomberg voor ogen staat is alleen al door de wet van de traagheid onvermijdelijk. Het is ook noodzakelijk maar niet voldoende. Overigens is het woord ‘revolutionair’ een toevoeging van de redactie en komt in mijn tekst niet voor. Maar de door Blomberg opgebrachte tegenstelling geeft toch wel stof tot nadenken. In zijn uiterste consequentie betekent het dat er nooit meer ruimte voor iets nieuws zou zijn. De praktijk is – gelukkig – anders.
Als we kijken naar de ontwikkeling van bijvoorbeeld de buizenversterker, dan leiden verbeteringen aan de bestaande systemen weliswaar tot ongekende perfectie, maar tevens tot onbetaalbare producten. Ook de ponskaart heeft allerlei verbeteringen doorgemaakt voordat hij uiteindelijk verdween. De evolutie van de research gedurende de eerste helft van deze eeuw heeft geleid tot de revolutionaire ontdekking van de halfgeleider, die het vervolgens mogelijk maakte dat iedereen van zijn wekelijkse zakgeld een radiootje kan aanschaffen. Hij heeft ook mogelijk gemaakt dat mensen als Blomberg misschien wel twee PC’s op hun bureau kunnen hebben en daarnaast wellicht nog een laptop ergens in hun attaché-koffertje.
K-database
Overigens is de zienswijze van Blomberg volkomen in lijn met de ontwikkeling van K. K is ontstaan uit drie van de oudste programmeertalen: Fortran, Lisp en APL en is gedefinieerd in C. Door combinatie van de eigenschappen van deze talen met die uit de object-oriëntatie en uit theoretische kennis – zoals die veelal al is beschreven door Knuth in zijn ‘Art of Computer Programming’ – en door slim gebruik van geheugenbeheer, hebben Whitney c.s. een taal en een systeem ontwikkeld die we achteraf best ‘revolutionair’ mogen noemen. Als de redactie mij hiervoor de gelegenheid geeft zal ik graag in een volgend artikel aandacht schenken aan het paradepaardje van Kx Systems: Kdb, het eigen databasemanagementsysteem, dat vorige maand is vrijgegeven. Daaruit zal blijken dat er iets anders gaande is dan alleen maar verbeteringen van oudere systemen.
Tenslotte: al is het fascinerend met het beperkte K-Lite die ‘revolutie’ op je PC te zien afspelen, K is natuurlijk niet bedoeld voor thuisgebruik op de PC, je moet wel iets substantieels te verwerken hebben. Als je dat niche wilt noemen … prima.
J. Karman,
Almere.