De Europese beurs Easdaq is dringend op zoek naar aanwas. De in december 1996 opgerichte tegenhanger van de Amerikaanse Nasdaq kent op dit moment slechts 33 noteringen. Eén van de aansprekende noteringen, die van virus-softwaremaker Dr.
Solomons, hoort er niet meer bij, nadat het bedrijf door het Amerikaanse Network Associates werd overgenomen. Een andere tegenvaller was de keuze van PC-distributeur Computacenter om afgelopen mei naar de Londense beurs te gaan in plaats van naar de Easdaq.
Eén van de problemen is dat bijna de helft van de bedrijven die aan de Easdaq genoteerd staan ook een notering aan de Nasdaq heeft. Daardoor valt een groot deel van de handel weg, waardoor ondernemingen een eventuele beursgang naar de Easdaq weinig aantrekkelijk vinden.
Een ander probleem is de concurrentie die de Europese beurs ondervindt van de nationale beurzen. De Easdaq richt zich vooral op jonge technologiebedrijfjes, maar dat doen Amsterdam, Brussel, Frankfurt en Parijs ook met speciaal in het leven geroepen startersbeurzen. De nationale beurzen werken ook steeds meer samen, wat het bestaansrecht van de Easdaq extra ondermijnt.