De plannen van de Europese Unie voor de bescherming van privacy op Internet ontberen steun van de EU-lidstaten. Dit beweert Ira Magaziner, technologie-adviseur van president Clinton. De overheid van de Verenigde Staten wil voorkomen dat Amerikaanse websites hinder ondervinden van al te strikte Europese wetgeving voor elektronische privacy.
Magaziner sprak deze week op de vijfde conferentie van de Amerikaanse Progress & Freedom Foundation. Bedrijven in de online industrie, politici, Internet-voorspellers en burgerrechtenactivisten kwamen daar bijeen om over de toekomst van persoonlijke en zakelijke vrijheid op Internet te discussiëren. De regering Clinton is tot op heden nogal terughoudend wat betreft het reguleren van online-privacy. Afgezien van een recente oproep voor nieuwe wetten die kinderen op Internet moeten beschermen, wil de overheid van de VS de online-industrie zichzelf laten reguleren, wat betreft privacy.
Dit vormt de kern van de problemen tussen de Verenige Staten en de Europese Unie. "De overdracht van persoonlijke gegevens aan een land dat geen adequate privacy-bescherming biedt, moet worden verboden", aldus Magaziner. "Tenzij het betrokken individu zijn toestemming hiervoor heeft gegeven." De overheidsadviseur beweert dat slechts drie van de vijftien EU-lidstaten de Europese regels voor elektronische privacybescherming tot wet hebben verheven. Hij bespeurt hierin een teken dat marktgedreven Internet-beleid meer gehoor vindt dan overheidsregulering.