Verbazing en regelrecht ongeloof. Dat waren de reacties vorige week donderdag op het bericht ‘Nederlanders gaan dit jaar voor 1,1 miljard via Internet kopen’, gebaseerd op een onderzoek met de titel de ‘Nationale Internet Monitor’ (NIM). Nergens is echter een bevestiging van of maar een indicatie voor dit hoge cijfer te krijgen.
Het NIM-onderzoek verliep onder 7000 personen maar uitsluitend via het Web. Van hen zou 14 procent ofwel 980 mensen in de twee onderzoeksweken in juni daadwerkelijk hebben gekocht, voor een bedrag van naar hun eigen opgave 4,3 miljoen gulden. Het onderzoeksbureau zegt voor eventuele ‘heavy users’ een correctie te hebben uitgevoerd. Maar het bureau rekent ook losse bestellingen via e-mail tot e-commerce, wat afwijkt van andere onderzoeken.
Volgens het onderzoek werd er aan software (veel uit het buitenland) en hardware (uit het binnenland) ieder voor een 330 miljoen gulden gekocht, aan boeken voor 65 miljoen gulden, aan audio/video samen 75 miljoen gulden (vooral uit het buitenland) en verder een bedrag van ruim 300 miljoen gulden voor met name reizen, kleding, duurzame goederen. De helft van de bestedingen zou in Nederland geschieden; tweederde van de kopers zou 100 gulden per aankoop uitgeven.
Scepsis
Voorzitter dr ir H. de Wilt van het Electronic Commerce Platform Nederland (ECP), reageert met veel scepsis op het NIM-onderzoek: "De waarde van dit soort voorspellingen is onhelder", zegt hij. Directeur Liesbeth Hop van Pro Active verwijt De Wilt de details niet te kennen. Bovendien vindt ze dat zijn organisatie zelf onderzoek zou moeten doen. Het ECP, een bundeling van de overheid en grote bedrijven, is dat volgens De Wilt niet direct van plan.
Jan Luik, directeur van e-trade.nl, aarzelt niet: "Je komt nooit aan dat bedrag." E-trade is het grootste Nederlandse facilitaire bedrijf voor e-commerce, eigendom van onder meer Roccade en IBM. De ruim 16.000 sites van e-trade benaderen volgens Luik de NIM-cijfers niet eens; op dit moment kunnen 300 tot 400 van zijn e-winkeliers echte e-commerce met bestellen en betalen bieden. Volgens Liesbeth Hop speelt hier een rol dat het merendeel van de bestellingen naar het buitenland gaat.
Branche-deskundigen betwijfelen de uitkomsten eveneens. Marktonderzoeker Wim van Leeuwen van de Stichting Speurwerk Betreffende het Boek (SSBB) sluit het bedrag van 65 miljoen e-aankopen voor boeken volledig uit. Hij wijst erop dat zijn SSBB al jarenlang het Nipo elke week vijfhonderd gezinnen laat ondervragen over hun boekaankopen. De totale omzet aan algemene boeken, waarbij inbegrepen veel computerboeken en -gidsen, bedroeg in Nederland vorig jaar 1 miljard gulden. Van Leeuwen heeft gemeten dat daarvan voor 1 miljoen via Internet gekocht is. Misschien zijn er nog eens voor 10 miljoen school- en studieboeken besteld of verkocht. Samen 11 miljoen – maar 65 miljoen sluit hij volkomen uit.
Het NIM-onderzoek vermeldt verder voor cd’s en video’s samen 75 miljoen gulden aan e-verkopen. Directeur Remeeuse van de cd-branchevereniging NVGD acht dit bedrag voor zijn branche ook onmogelijk. Hij stelt dat in de VS 1 procent van de aankopen via Internet geschiedt – omgerekend naar Nederland, met zijn stabiele omzetvolume van 1,2 miljard gulden in 97 zowel als 96, zou dat dan 12 miljoen gulden zijn, hoewel minder Nederlanders via het Web kopen en voor lagere bedragen. Volgens Remeeuse zijn er nu nog geen dozijn Nederlandse cd-winkels on-line.
6040 gulden per jaar
IBM-zegsman Walter van het Hof kan er ook niet in de buurt komen: "We hebben in Nederland nu 1,3 miljoen Internet-aansluitingen, waarvan 500.000 bij bedrijven. Die mensen zouden dan wel heel veel moeten uitgeven. Voor boeken en CD’s kan ik het niet geloven, vliegtickets lijkt me onwaarschijnlijk, software misschien." Van het Hof doelt op het cijfer van 14 procent van de Nederlandse online bevolking die volgens het NIM ook aankopen heeft gedaan – een cijfer dat redelijk strookt met cijfers van anderen. Dat staat gelijk aan 180.000 mensen, die dan via Internet gemiddeld voor 6040 gulden moeten kopen – maar dat zegt niet alles. Liesbeth Hop wijst erop, dat hier de 80-20 regel geldt: 80 procent van de omzet wordt door 20 procent van de kopers gegenereerd. Enkele grote orders kunnen het gemiddeld bedrag sterk ophalen.
Directeur André Koch van Online Transactions Systems in Amsterdam, gespecialiseerd in het beveiligen van betaling via Internet, sluit de NIM-cijfers ook uit, al ziet hij een duidelijke groei van e-commerce. Ook de e-omzet van Wehkamp, de verst gevorderde postorderaar wat e-commerce betreft, komt niet in de richting van het hoge NIM-cijfer. Wehkamp groeit van 1 miljoen in 1997 naar 4 miljoen dit jaar, zo heeft het bedrijf bekendgemaakt. Als de feestmaanden erg meevallen wordt het misschien 5 miljoen.
Aannemelijk
Nadere bestudering door twee marktonderzoekers en vergelijking met cijfers van branches leveren slechts aanwijzingen op voor het cijfer van 350 miljoen gulden, afkomstig van IDC. Deze berekening lijkt De Wilt en Luik wel ‘aannemelijk’. Dit cijfer is gebaseerd op onderzoek onder consumenten en bedrijven in Nederland en alle andere Europese landen, met in totaal met 10.000 ondervraagden. In 2001 moet Nederland 4 miljard halen. De voorspelling voor de Duitse totale e-omzet dit jaar, waarvan marktonderzoekers weten dat dit de grootste in Europa en tevens de snelstgroeiende ter wereld is, bedraagt voor 1998 ongeveer 1 tot 1,4 miljard gulden, afhankelijk van het bureau dat de cijfers opstelt. IDC publiceerde ook de e-commerce omzet in Nederland over 1997, 120 miljoen, door niemand betwijfeld of aangevochten; een vertienvoudiging binnen één jaar lijkt uiterst onwaarschijnlijk, en groei van 200 tot 300 procent per jaar is aannemelijk.
Bedenkingen
Research manager Ron Scharis van IDC is positief over de aandacht voor e-commerce, maar heeft bedenkingen bij de methodiek van het NIM-onderzoek. Hij wil geen ruzie om cijfers en hij wil Pro Active niet aanvallen. Hij wijst erop dat de cijfers duidelijk maken dat Nederland de slag met het buitenland verliest: ongeveer 50% van de aankopen geschiedt daar nu al, beamen ook andere onderzoekers. Scharis’ jongste gegevens laten zien dat er nu gemiddeld ruim f 450 per kwartaal wordt uitgegeven. Met 180.000 actieve Webkopers wordt dat 324 miljoen gulden op jaarbasis, zeker met stip en stijgend, en volgend jaar het drievoudige. Maar het NIM-onderzoek lijkt een jaar te vroeg.
Definitie en methode
IDC hanteert als definitie van e-commerce dat selecteren en bestellen via Internet dienen te verlopen, en het koopproces er dient te beginnen. ‘E-commerce is the management and conducting of a business transaction in a digital environment (E-Commerce) on the Internet (Internet Commerce). Transactions do not have to be completed over the Web (eg telephone/fax completion is acceptable), but the transaction must be initiated from the Web.’
Pro Active heeft de volgende methode gehanteerd: op de deelnemende negen Websites van Planet Internet, AEX, De Telegraaf, Veronica Internet, Gouden Gids, KPN Telefoongids, Scoot, Zoek.NL en Medianet (VNU) krijgt elke 250-ste bezoeker een on-line-vragenlijst in een window voorgeschoteld, met vragen naar ‘aankopen’. Online-formulieren worden dan automatisch verwerkt. Het onderzoek is opgezet en uitgevoerd in samenwerking met reclameweekblad Adformatie. Pro Active heeft eerder al besloten onderzoeken naar e-commerce verricht, één in september en één in maart. Research-manager Ron Scharis van IDC denkt dat de methode over het algemeen minder zakelijke gebruikers bereikt dan consumenten, die eerder de tijd hebben voor een vragenlijst.