Van Hyderabad tot Barneveld en van Putten tot Menlo Park, Baan gaat er prat op de zaken net even anders aan te pakken dan de concurrentie. Die bedrijfsmentaliteit is natuurlijk ontstaan door de kruisbestuiving tussen calvinistische principes en Nederlandse eigengereidheid. We voetballen beter dan de meesten, dus zullen we ook wel betere software kunnen maken.
Een ander kenmerk van de Nederlandse levenshouding – wij weten weliswaar alles beter maar passen ons toch aan omdat we klein zijn en bovendien slecht zijn in penaltyschieten – begint nu echter ook door te dringen in Baan’s bedrijfscultuur. Meestal treden de patriarchen van familiebedrijven pas terug nadat de waarde van hun ooit bloeiende bedrijf op de beurs het vriespunt is gepasseerd en ook hun geestelijke vermogen achteruit is gehold. Het is een teken van wijsheid dat Jan en Paul geen bedrijfscrisis nodig hebben gehad om ruim baan te maken voor Tom Tinsley.
Who the hell is Tom Tinsley? Zelfs nu de ultieme buiging wordt gemaakt naar de overzeese aandeelhouders en een Amerikaan door mag schuiven van COO naar CEO zijn de Baans er kennelijk in geslaagd een Amerikaan te vinden die zich op de Veluwe net zo goed thuis voelt als in Texas. En dat mag een klein wonder heten. Voor Stanford studeerde Tinsley aan de Notre Dame universiteit die zeer katholiek is en een geweldige reputatie heeft als "The Fighting Irish" in het Amerikaanse college football. De man die in 1995 van adviesbureau McKinsey overkwam naar Baan lijkt de aangewezen persoon om de kloof te overbruggen tussen wat Baan wil zijn en wat de Amerikaanse IT denkt dat het is.
De Volkskrant schrijft in het portret van Tom Tinsley letterlijk dat hij beschikt over ‘de kalme manier van spreken en bewegen die past bij de oliebaronnen en cowboys van zijn staat’. Kalme manier van spreken en bewegen? Oliebaronnen en cowboys? Hier is natuurlijk sprake van een mistypering. Texaanse oliebaronnen en cowboys zijn opgewonden standjes die driftig boren of schieten. Denk maar aan de televisieserie Dallas. Tinsley schiet volgens de kop van de Volkskrant wel met scherp maar niet met echte pistolen. Tinsley wordt gekarakteriseerd als ontspannen maar niet sloom, kalm maar ook scherp, meer een docent op academisch niveau dan de typische krachtpatser die leiding geeft aan een softwarebedrijf. Hij is dus zeg maar een Texaan waar de scherpe kantjes wat van af zijn. En daar kunnen ze in Putten en Nijverdal wel mee leven. Nu maar hopen dat de Amerikaanse aandeelhouders geloven dat Tinsley een echte Amerikaan is en geen Hollandse Amerikaan.
Imago probleem
Juist omdat Baan de zaken altijd net even anders aanpakt, is het bedrijf er nooit echt in geslaagd voor honderd procent het vertrouwen te winnen van de Amerikaanse IT-wereld en de Amerikaanse aandeelhouders. Baan heeft in de VS een imago probleem. SAP is honderd procent ‘sturm und drang’ en die Duitse benadering kennen de Amerikanen wel van BMW, Volkswagen en andere hoogtepunten uit de Duitse geschiedenis. De rest van de concurrentie op de ERP markt – Oracle, PeopleSoft en J.D.Edwards – is Amerikaans, dus vertrouwd. Maar Baan? De gemiddelde Amerikaanse systeembeheerder en de doorsnee CIO weet echt wel welk woord niet thuis hoort in het rijtje: kaas, legale prostitutie, tulpen, software, windmolens en soft-drugs, als het over Holland gaat.
In het augustus 1998 nummer van Red Herring – het lijfblad van menig investeerder in Silicon Valley – doet een Amerikaanse journalist verslag van zijn reis naar het hoofdkwartier van Baan op het Nederlandse platteland en zijn ontmoeting met Tom Tinsley. Hij onderneemt deze expeditie om aan alle onzekerheden rondom Baan een einde te maken. Het valt de man op dat een vlucht van 11 uur van Californië naar Amsterdam wel erg lang is en dat er tulpen staan rondom het kasteel van Baan. Hij zegt het vriendelijk maar Baan is ‘geographically challenged’ waarmee hij de lezer duidelijk maakt dat Putten niet in de Silicon Valley ligt.
Twijfels wegnemen
In het Red Herring artikel worden vervolgens alle twijfels gespuid die er in de VS leven over Baan. In willekeurige volgorde: software standaards worden gezet in de VS, in Nederland zijn onvoldoende klanten en partners, Baan haalt minder dan de helft van zijn inkomsten uit Noord-Amerika, Baan houdt zich niet aan de normen die in de VS worden gesteld aan accountantsverslagen, de relaties tussen Baan, Vanenburg Investment en het fonds Oikonomos zijn ongebruikelijk en onduidelijk, de inkomsten over het eerste deel van 1998 zijn een fiasco, Baan’s overnamen zijn niet erg succesvol, sommige grote Amerikaanse klanten zouden overlopen naar de concurrentie. Het is aan Tinsley om al deze twijfels weg te nemen.
Tom Tinsley begrijpt de achterdocht van de Amerikaanse analisten wel. Hij stelt zich voor dat de culturele kloof en de communicatiekloof die er bestaat kan worden overbrugd wanneer de Amerikaanse analisten gaan inzien dat Baan anders opereert dan het doorsnee Amerikaanse softwarehuis. Tinsley in Red Herring: ‘ De Amerikaanse IT industrie is niet gewend om te gaan met onzekerheden. Maar de weg die wij volgen zit vol onzekerheden. Europeanen kunnen gemakkelijker begrijpen wat wij doen. Vervolgens: ‘Omdat Amerikanen meer geobsedeerd zijn met financiële administratie zullen we op dat gebied duidelijker moeten worden.’
Hartverwarmend
Het is natuurlijk hartverwarmend om een Amerikaan – Tinsley dus – te horen zeggen dat zijn landgenoten ook nog iets van anderen kunnen leren over het runnen van een softwarebedrijf. Tinsley : ‘De meeste Amerikanen zijn geneigd de dingen in een louter Amerikaanse perspectief te bekijken, maar de oplossing die in de VS wordt gevonden is niet noodzakelijkerwijs de enige oplossing.’ Dat zijn opmerkelijke woorden voor een Amerikaan die bovendien nog komt uit de meest chauvinistische van alle Amerikaanse staten: Texas. Het zijn echter geen uitspraken die de Amerikaanse aandeelhouder gerust zal stellen. En dat is toch de bedoeling van Tinsley’s topfunctie bij Baan?
Tinsley werd in november 1995 door Jan Baan weggehaald bij McKinsey omdat hij professionele managers nodig had die de sterke groei en de internationalisering van Baan konden begeleiden en voortduwen. De promotie van Tinsley tot CEO betekent een nieuwe fase in de internationalisering van Baan. Financieel directeur Klaas Wagenaar: ‘We hebben bewust gekozen voor een mix van Amerikaanse en Nederlandse bestuurders. Tom Tinsley en Amal Johnson zullen werken vanuit het hoofdkwartier in Reston (Virginia) terwijl Laurens van der Tang en ikzelf Nederland als basis hebben.’ Tinsley was bij de presentatie van de laatste kwartaalcijfers van Baan via een satellietverbinding met de VS aanwezig.
Dominante positie
Nog niet zo lang geleden vroeg het Amerikaanse tijdschrift Newsweek zich hardop af waarom er niet meer Jan Baans in de wereld zijn en waarom Amerika zo’n dominante positie inneemt in de software-industrie. Nu de Baans zich gaan concentreren op hun taken als wilde weldoeners en Tinsley bij Baan het heft in handen heeft, wordt het duidelijk dat er helemaal geen Jan Baans meer zijn in de software-industrie.