Als Martin Healey vindt dat ik het met hem eens ben (Computable, 31 juli), waarom windt hij zich dan op over mijn ingezonden stukje?
Managers kunnen niet alles weten. Ze hoeven ook niet altijd alle details te kennen. Maar het is vrijwel altijd goed mogelijk om een ‘management overview’ te schrijven die de waarheid goed benadert. Daar is Martin Healey in zijn artikel slecht in geslaagd. Zo kun je in een ‘management overview’ de vrijheid nemen om te zeggen dat firewalls een harde noodzaak zijn. Hierbij ga je dan voorbij aan het detail dat je ook een andere oplossing kunt kiezen. Bijvoorbeeld dat je ook een enkele machine los van het interne netwerk zou kunnen inrichten die Internet-toegang voor de medewerkers verzorgt. Als we het hebben over de kwestie of firewalls nodig zijn, dan zijn Martin en ik het met elkaar eens: die zijn hartstikke nodig. Mijn stukje was kennelijk niet duidelijk genoeg. Het gedeelte van Martins artikel waar ik op gereageerd heb, somde echter de verkeerde redenen op. Het is alsof hij aanraadt om je auto op slot te doen als je hem parkeert, omdat mensen anders in je auto kunnen kijken. Ja, je moet de boel op slot doen, maar niet omdat ze dan niet meer in je auto kunnen kijken. Je doet je auto op slot om je bezittingen te beschermen. De belangrijkste reden om een firewall te gebruiken is dat je dan te maken hebt met één punt waar je op de beveiliging let, en dat je niet de tientallen tot duizenden computers op je interne net allemaal afzonderlijk hoeft te beveiligen. Dit is overigens een ‘management overview statement’, waarover behoorlijk uitgewijd kan worden.
De Computable-redactie heeft ten slotte een opmerking aan het eind van mijn reactie niet geschikt gevonden en weggelaten. Dat vind ik prima. Kwalijk vind ik het dat Martin dan met modder gaat gooien in reactie op het gedeelte dat de redactie in het gepubliceerde stuk heeft weggelaten (en dat dit dan wél geplaatst wordt). Martin Healey: ‘Maar vooruit, �k zal niet grof worden’. Nou, dat vind ik vies tegenvallen. Hetgeen hij kennelijk later zelf ook een door heeft: ‘Sorry dat ik zo laatdunkend doe’.
Mij kun je heel makkelijk tegen de haren instrijken door grote groepen mensen onjuistheden voor te schotelen alsof het de waarheid is.
Rogier Wolff, Delft