Op het eerste gezicht is het Jaar 2000 slecht nieuws. Het bedrijfsleven zal veel geld moeten uitgeven om applicaties te controleren, te corrigeren en te testen. Ik ben bang dat de meeste bedrijven er niet genoeg geld in stoppen en te laat zijn om hun problemen op te lossen. Als gevolg hiervan zullen zij na 2000 moeten vechten voor hun leven.
De herstelkosten zijn voor de meeste organisaties een regelrechte verliespost, maar er zijn meer verliezers. De leveranciers van pakketten zijn kwetsbaar. Kleine leveranciers met pakketten die ouder zijn dan een jaar of tien zullen de grootste moeite hebben om aan te tonen dat hun installaties veilig zijn.
Het probleem wordt nog verergerd door de oude gewoonte de broncode aan te leveren, waardoor gebruikers altijd zijn aangemoedigd het pakket zelf te wijzigen. Er is moeilijk een schuldige aan te wijzen, maar beter wordt het er niet van.
De andere grote verliezer is de PC-industrie, en dat werd tijd! Het Wintel-concept dwingt ons nu al jarenlang elke twee of drie jaar tot de aanschaf van nieuwe hardware en software, simpelweg vanwege een zinloze upgrade van de Office-suite. Met het Jaar 2000 om de hoek zijn financieel directeuren niet erg onder de indruk van nieuwe budgetaanvragen om weer zo’n zinloze upgrade uit te voeren, zeker niet als de hele onderneming in haar voortbestaan wordt bedreigd. Budgetten vloeien weer terug naar de kerncompetenties, en gebruikers zullen het zeker nog twee jaar met hun applicaties moeten doen. Dit zal ze geen pijn doen, maar het zal een verwoestend effect op de leveranciers van PC’s hebben. Als de vraag daalt zullen ze reageren met prijsdalingen, waardoor de marges nog verder onder druk komen te staan. De PC-industrie vertoont al tekenen van recessie.
De leveranciers van producten met ingebedde software, zoals Epos-terminals, controllers, kaartlezers en dergelijke zullen voor nog grotere problemen komen te staan, omdat een upgrade voor die systemen in de praktijk veel ingewikkelder is.
Gelukkig schijnt achter de wolken altijd de zon. Ook het Jaar 2000 heeft zijn goede kanten. In de eerste plaats realiseren bedrijven zich dat hun kernapplicaties veel belangrijker zijn dan kantoorautomatisering. De moeite die nu in het opschonen van applicaties wordt gestoken, houdt in dat veel organisaties het Jaar 2000 in goede conditie ingaan. Ze zullen zich beter bewust zijn van hun primaire processen en zullen dus veel beter kunnen profiteren van workflow-management, e-handel en dergelijke. Bovendien zullen ze zich meer dan ooit bewust zijn van de eigendomskosten.
Het Jaar 2000 benadrukt ook hoe belangrijk professionele ontwikkeltools zijn. Omdat oudere applicaties in Cobol geschreven zijn, kunnen ze geanalyseerd en onderhouden worden. Het zou een ramp geweest zijn als ze in C, Visual Basic of, erger nog, C++ geschreven zouden zijn. De afgelopen jaren zijn er vele, vele programmeurs in Cobol getraind. Deze programmeurs zijn de echte winnaars, omdat de salarissen tot enorme hoogten zijn gestegen. Het Jaar 2000 is ook een katalysator geweest voor de oprichting van buitenlandse softwarehuizen, met name in India. In landen als Iran bevindt zich een enorme voorraad ongebruikte mainframe- en Cobol-ervaring, zeer waardevol voor iemand die weet hoe dit kan worden aangeboord.
Het beste nieuws is nog wel dat applicaties na 2000 kunnen worden ontwikkeld met bestaande Cobol-ervaring, omdat de mensen dan weer beschikbaar zijn. Ik ben erg gecharmeerd van ‘gui front-ends’ in Java, gecombineerd met Cobol en Cics of Tuxedo. Er is ook een impuls geweest voor de leveranciers van software-tools, met stijgende inkomsten uit compilers, test-tools en dergelijke. Microfocus, een Cobol-specialist, heeft daarvan in ’t bijzonder geprofiteerd.
Leveranciers van applicatiepakketten krijgen problemen met hun bestaande klanten, maar ze zullen ook voordelen kennen. Veel bedrijven hebben immers besloten hun oude applicaties niet te repareren, maar ze te vervangen door nieuwe pakketten.
Dit in overweging nemende – en houd maar rekening met een aanzienlijke herstructurering van de hele IT-industrie – is het duidelijk dat niet de IT-industrie, maar de advocatuur gouden tijden tegemoet gaat. Volgens Andy Grove van Intel zal Amerika worden overspoeld door een zee aan rechtszaken, en dat zal in Europa niet veel anders zijn. Er is al een pakkettenleverancier aangeklaagd wegens het niet nakomen van garantie, fraude en oneerlijke concurrentie, dit in verband met het ‘dwingen van een cliënt tot het uitvoeren van een kostbare upgrade’. Eis: 250.000 dollar schadevergoeding. Het bedrijf TEC en zijn distributeur werd aangeraden 250.000 dollar compensatie uit te keren aan een supermarktketen, omdat de Epos-terminals niet op tijd waren aangepast. Wat gebeurt er als meerdere organisaties in een keten zitten? Wat gebeurt er als de leverancier van een component zijn producten niet op tijd klaar heeft voor een ‘just-in-time’ fabriek die een schadevergoeding moet betalen bij te laat opleveren? Vergist u zich niet, advocaten zullen de tijd van hun leven hebben. Dit zijn de échte winnaars. Ik vraag me af hoe de relatie met de verzekeraars is!