Wie kwetst, verdient geen staatsprijs in het Nederland van 1985. In Rusland krijgt Michael Gorbatsjov het roer in handen. En de PC-markt beleeft zijn eerste ‘shake-out’.
In februari hebben we weer eens een lekkere ouderwetse rel. De jury van de PC Hooft-prijs heeft unaniem Hugo Brandt Corstius voorgedragen als prijswinnaar voor 1984. Maar de minister van WVC, Elco Brinkman, weigert hem uit te reiken! Want Brandt Corstius heeft van kwetsen zijn stiel gemaakt en wie kwetst, verdient geen staatsprijs. Het kabinet steunt zijn minister, verscheidene juryleden treden in boosheid af en de kranten hebben we nog wekenlang stof voor een hartverheffende polemiek.
Morgenrood
In de Sovjet-Unie is het de laatste jaren een komen en gaan geweest van partijvoorzitters. Drie jaar eerder, oktober 1982, overleed ijzervreter Leonid Breznjev. Ex-hoofd van de geheime dienst, dienst Youri Andropov, volgde hem op en zette wat hervormingen op gang. Nauwelijks anderhalf jaar later blaast ook Andropov de laatste adem uit. Toen was Tsjernenko aan de beurt. Deze Breznjev-protégé, die ernstig kwakkelt met zijn gezondheid, zet de juist op gang komende ontwikkelingen weer stop, maar sterft ook al een jaar later. Dan, het is inmiddels maart 1985, krijgt Michael Gorbatsjov het roer in handen. En die zal het wat langer volhouden. Lang genoeg, in ieder geval. Al snel blijkt dat er met Gorbatsjov een nieuw tijdperk is aangebroken. Als hij in november een tweedaags topoverleg voert met president Reagan, vloeien daaruit weliswaar geen tastbare resultaten voort, maar wordt wel duidelijk dat de heren elkaar liggen en geen van beide serieus van plan is met bommen te gaan gooien. Gorbatsjov neemt zowaar en uitnodiging aan eens naar de Verenigde Staten te komen.
Heizel
Buiten het stadion zat het al niet lekker tussen de diverse fans, maar als ze eenmaal binnen zitten, breekt de hel helemaal los. Het is tijdens de Europacup-finale tussen Juventus en Liverpool, in het Heizelstadion te Brussel. Om de een of andere reden zitten een heleboel Liverpool-fans slechts door een symbolisch hekwerkje gescheiden van die van Juventus. Dat hebben de goed-bewapende Liverpudnians snel in de gaten; zij zetten de aanval in, dwars door het hekje heen. De Italianen vluchten in paniek verder hun vak in, maar worden daar teruggedreven door het handjevol Rijkswachters die niet buiten op straat de relletjes staan te reguleren. De Italianen worden tegen een muur aan gedrukt, die het vervolgens begeeft. Mensen raken bedolven onder het puin of worden doodgedrukt door de doodsbange menigte. Er vallen 38 doden.
Juventus weigert het veld te betreden, maar Liverpool heeft nog wel zin in een lekker partijtje. De Uefa besluit dat de wedstrijd gewoon doorgaat. Er gaat immers niks boven voetbal.
Diep dal
De Amerikaanse chipindustrie heeft het zwaar te verduren. Het afgelopen jaar zijn de omzetten dramatisch gedaald en naar zich laat aanzien laat een kentering nog wel even op zich wachten. Oorzaak voor de misère is de gigantische verkoop van chips in 1983. En dat kwam weer doordat computerfabrikanten doodsbang waren zonder te komen zitten, waarna ze zich in paniek stevig indekten. Te stevig, naar nu blijkt, want, zo lezen we in Computable van 29 maart, door de ‘shake-out’ in de personal-computermarkt is de vraag van de eindgebruikers juist wat getemperd.
En zo gebeurt het dan dat zelfs gerenommeerde bedrijven als Intel, Texas Instruments, National Semiconductor en Zilog personeel moeten ontslaan of op zijn minst ernstig in de budgetten moeten snijden.
Tja, niemand had natuurlijk beloofd dat het altijd alleen maar goed zou gaan met de automatiseringsindustrie.
Shake-out
Twee weken eerder viel er uit Computable al iets meer te vernemen over de shake-out in de markt voor personal computers (het woord ‘micro-computer’ wordt inmiddels zelden meer gebruikt). Al lezen we daar dat die markt in Europa in 1984 74 procent nog heel behoorlijk gegroeid is. Maar het zijn inderdaad de grote jongens bij wie de centen terechtkomen: ‘Vooral de wat kleinere fabrikanten hebben gevoelige klappen gekregen, bedrijven die de markt op gingen in een tijd dat overal gepraat werd over geïntegreerde systemen en de vraag groot was. Deze bedrijven hielden echter geen stand toen de multinationals, altijd langzaam als het op innoveren aankomt maar razendsnel met het claimen van een behoorlijk marktaandeel, de boer opgingen met betrouwbare producten, herkenbare logo’ en gehaaide verkoopteams.’
Gekakel in het hoenderhok
‘Het was niet mijn opzet uw hele dag te verpesten. Wel hoop ik een begin van ongerustheid bij u te hebben opgewekt.’ Econoom dr. R. Schondorff, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, gaat er eens lekker tegenaan tijdens een ‘marktinformatiedag’ in het RAI Congrescentrum. Het centrum van de economische macht en bedrijvigheid is zich aan het verplaatsen van de landen rond de Atlantische Oceaan naar die rond de Pacific, zo houdt de hoogleraar zijn gehoor voor. ‘Europa heeft een ernstige achterstand opgelopen en Nederland vormt daarop geen uitzondering. Nederland loopt bovendien een grote kans na de verkiezingen van 1986 te worden bestuurd door een regering met een premier die nog niet zo lang geleden voorstelde terwille van de werkgelegenheid een belasting te heffen op automatisering.’
‘Voor Nederland zijn Schondorffs conclusies vernietigend,’ lezen we. ‘Het klimaat in Nederlands linkse kringen is ondernemersvijandig en de uitgaven in de publieke sector zijn overmatig. De ondernemers zijn in de voor de informatierevolutie vitale startjaren op het verkeerde been gezet.’ Waarna de hoofdredactie zich in haar commentaar boos afvraagt: ‘Wat zou zo’n Schondorff nou willen bereiken met zijn uitspraken?’ Maar dat zei hij dus al: de mensen ongerust maken. En dat was, achteraf gezien, wel nodig ook.