Mozes, Mulope en Raphies willen een mannenclub oprichten, zodat ook zij meer aandacht krijgen. Alle vrouwen van het Computer Centrum zijn namelijk drie dagen afwezig vanwege een seminar, dat tegelijkertijd de start is van de vereniging van Zambiaanse vrouwen in wetenschap en technologie.
Opvallend is de enorme steun die de vereniging krijgt, zowel in binnen- als buitenland. Het seminar is zwaar gesponsord, onder andere door de Nederlandse ambassade. De minister van Wetenschap en Technologie opent en sluit het seminar. Het hoofd van de Universiteit is present. Alle mannen aan de top in Zambia willen deze vrouwenvereniging graag steunen, omdat wetenschap en technologie de weg naar economische groei in Zambia is. Maar ze zeggen ook: ‘Als je een vrouw opleidt dan leidt je een nieuwe generatie op’.
Ondertussen ontlenen vrouwen in Zambia hun status aan hun kinderen. Een vrouw hoort vanaf haar 23ste minstens één kind te hebben, bij voorkeur getrouwd te zijn, maar niet noodzakelijk. Iedereen heeft diep medelijden met vrouwen zonder kinderen; ze hebben niets om voor te leven.
Een kind hoeft hier juist geen belemmering voor een opleiding of carrière te zijn. De familie neemt de zorg van een kind makkelijk over. Er zijn altijd wel grootouders, ouders, ooms en tantes, die bijspringen. Ook heeft iedereen met een middenklasse-inkomen een hulp in huis, die de kinderen kan opvangen.
De mannen bij mij op de werkvloer lachen om het seminar. Zij willen ook graag drie dagen niet werken; maar misschien zijn ze ook bang. Raphies vraagt: Wat we willen jullie bereiken? Moeten vrouwen voorgetrokken worden, omdat ze vrouw zijn?
Joyce, hoofd van een research laboratorium, vertelt dat zij veertig jaar geleden te horen kreeg: ‘Als je niet wilt trouwen, dan ga je studeren’. Gelukkig is dat nu anders. Tegenwoordig is twintig procent van de studenten op de Universiteit van Zambia vrouw. Het percentage is nog steeds laag. De studenten worden toegelaten op basis van hun resultaten op de middelbare school. Aangezien er maar 800 plaatsen per jaar zijn, is de selectie streng en komen er weinig vrouwen door. Wat dat betreft valt het percentage vrouwen in de bètavakken niet tegen. Die scoren nauwelijks lager dan dit percentage. Alleen bij de faculteit Mijnbouw en onder ingenieurs komen nauwelijks vrouwen voor.
Toen ik op het Computer Centrum kwam werken, was ik enorm verbaasd. De afdeling applicatie-ontwikkeling bestaat namelijk voor 50 procent uit vrouwen. In Nederland heb ik nog nooit met zoveel vrouwen gewerkt! Als ik zo de verhalen over vrouwen in wetenschappelijk onderzoek hoor, is dit wel een uitzondering. Ik werk samen met Rose, Inonge, Mary en Catherine. Rose en Inonge zijn van de jongere generatie (twintigers) en hebben allebei een studie in de richting van informatica gedaan. Rose heeft Wiskunde met bijvak informatica gestudeerd. Zij was de enige vrouw van twintig studenten die haar diploma haalde. Inonge heeft een hbo-opleiding informatica. Onder de dertig studenten was zij een van de vijf vrouwen, die het diploma haalde. Zelf heb ik informatica in Nederland gestudeerd en was ik de enige vrouw van de 45 studenten, die de eindstreep haalde.
Mary en Catherine (beide veertigers) hebben een universitaire studie gevolgd, maar zijn via de salarisadministratie op het Computer Centrum terecht gekomen.
Wat betreft opleiding en percentages vrouwen zie ik nauwelijks verschil met Nederland. Ik heb geen idee waarom in onze afdeling vrouwen zo goed vertegenwoordigd zijn. Dat er veel vrouwen bij onze afdeling werken, was niemand opgevallen. Er is ook geen verschil in behandeling te merken. Mary krijgt het meeste respect, omdat ze al 25 jaar bij de Universiteit werkt. Rose is duidelijk de beste programmeur.
De conclusies van het seminar laten zich samenvatten tot: meer promotie van vrouwen die werken in wetenschap en technologie, meer onderling netwerken, coachen van de jongere generatie, en het veranderen van de houding van docenten die adviseren in het vakkenpakket.
Als ik het platteland in Zambia of de slechte wijken van de hoofdstad bezoek, zie ik echter het volgende beeld. De vrouwen spreken vaak geen Engels, de verplichte taal op de middelbare school. Alle vrouwen zijn of zwanger of hebben een baby op de rug. Voordat je deze vrouwen en hun dochters bereikt met radio, televisie, krant of een vrouwennetwerk moet er nog heel wat veranderen.