Vrije broncode voor Unix-varianten gaat een goede toekomst tegemoet in niche-markten zoals web-applicaties. Dit beweert onderzoeksbureau Gartner in zijn rapport ‘Free Unix: do you get what you pay for?’. Dit oordeel vindt steun in IBM’s beslissing om zijn Websphere-applicatiepakket te combineren met de veelgebruikte gratis Apache-webserver.
Een grote opsteker voor de Apache Group, de vrijwilligers die deze serversoftware ontwikkelen, is het feit dat ongeveer 50 procent van alle websites draait op Apache. IBM gaat deze vrije programmatuur nu gebruiken ter vervanging van Netscape’s commerciële serversoftware. De computerfirma neemt daarbij ook de ondersteuning van het gratis product op zich.
Bijna de helft van alle websites draait op de Apache-software (bron: Netcraft, http://www.netcraft.com/survey/. |
Zware toepassingen
Volgens Gartner worden gratis Unix-varianten en midrange serversoftware sterk in bepaalde nichemarkten. Die segmenten zijn technisch onderlegd en omvatten academische instellingen, applicatieprogrammeurs en ontwikkelaars van webservers. Deze software ontbeert volgens de analistenfirma echter de schaalbaarheid, prestatie-optimalisatie en hardware-ondersteuning missen die de grote commerciële Unix-versies wel hebben. Hierdoor blijft freeware tot het jaar 2002 niet geschikt voor zware toepassingen in de commerciële wereld, aldus Gartner. Freeware zal wel de interesse in Unix doen oplaaien, vooral door wijdverspreid gebruik van web-applicaties. Internet-cijfers onderschrijven dit: volgens onderzoeksbureau Netcraft draait 49 procent van alle websites op Apache. De tweede plaats is in handen van Microsoft (22 procent) en de derde positie is voor Netscape (9 procent).
De gang naar de erkenning van vrije software lijkt inmiddels ingezet. De laatste tijd kondigden meer softwarefirma’s steun aan voor Linux. Sun Microsystems, Netscape en Corel schaarden zich achter de gratis Unix-variant. De bedrijven beloven geen ondersteuning en leveren de software niet zelf, maar bieden wel de helpende hand aan ontwikkelaars. En deze week kwam het nieuws naar buiten dat Computer Associates werkt aan een Linux-versie van zijn relationele database Ingres II. Volgens de Noord-Amerikaanse Ingres-gebruikersgroep biedt de leverancier tegen het derde kwartaal van dit jaar een gratis versie aan op zijn website (http://www.cai.com/). De softwareproducent demonstreerde eerder dit jaar al een prototype van de database voor Red Hat Linux tijdens CA World 98. Andere databaseleveranciers zoals Oracle, Informix en Sybase zijn tot op heden nogal terughoudend over eventuele plannen voor het ondersteunen van de vrije Unix-variant. Berichten doen de ronde dat IBM geïnteresseerd is in een Linux-vertaling van zijn DB2-database.
Alpha en Linux
De huidige ontwikkelingen beperken zich niet tot softwareleveranciers. Een medewerker van Digital Equipment (DEC) lekte op Internet het bericht dat de firma binnenkort een versie van zijn Alpha-werkstation onthult die gericht is op het Linux-besturingssysteem. Deze computer zou één Alpha-processor bevatten en bedoeld zijn voor de onderwijsmarkt. DEC bevestigt deze berichten niet, maar een woordvoerster zegt dat het geen verrassing zou zijn. "Veel Alpha-computers draaien al op Linux, omdat het interessante prestaties oplevert. Standaard leveren wij echter onze eigen Unix-variant en eventueel de Alpha-versie van Windows NT bij onze systemen."
De combinatie van Linux en DEC’s processor heeft zich inderdaad al bewezen. De speciale effecten van de film Titanic kwamen ondermeer tot stand dankzij een batterij Alpha-chips die aangestuurd werden door Linux. En eerder deze maand ontwikkelde een onderzoeksteam van de Los Alamos National Laboratories ’s werelds snelste supercomputer – inmiddels de driehondervijftiende machine die deze titel mag dragen. De computer, genaamd Avalon, bestaat uit een netwerk van 68 Alpha’s draaiend onder Linux en haalde 19,2 Gigaflops (miljard zwevende komma-berekeningen per seconde). Dit prestatieniveau is een uitdaging voor leveranciers van traditionele supercomputers, zoals Silicon Graphics (SGI). Dergelijke machines kosten enkele miljoenen dollars kosten, terwijl Avalon is geassembleerd voor slechts 150.000 dollar.