Veel woorden zijn al besteed aan het millenniumprobleem en nog meer zullen er volgen. Optimisten, pessimisten, technici, directeuren, analisten en journalisten liggen met elkaar overhoop over de dreiging. Voorspellers van problemen en maatschappelijke ontwrichtingen zijn paniekzaaiers. Experts die zeggen dat het allemaal wel meevalt, hanteren een struisvogelpolitiek. Een kijkje in de keuken van de VSB Bank wijst uit dat de mogelijkheden legio zijn. En dus ook de problemen.
Het financiële conglomeraat Fortis, dat diverse banken en verzekeraars omvat, begon drie maanden geleden aan een praktijktest om de millenniumbestendigheid te beproeven. Enkele schaduwsystemen bij de VSB Bank werden inclusief besturingssysteem, applicaties en databanken op 4 oktober 1999 gezet om het sinds 1995 verrichtte millenniumwerk tegen het licht te houden. Volgens het oorspronkelijke plan moesten de computers naar 1 oktober ‘verplaatst’ worden, maar de voorbereidingen voor de test liepen al enigszins uit. Op de eerste dag van de ’tijdreis’ stak ook de eerste uitdaging de kop op: sommige applicaties en subsystemen gebruiken gegevens van de voorgaande dag. Die was er, in de vooruitgeschoven systeemtijd, helemaal niet. Het systeem constateerde een zwart gat aan data. Handmatig bijwerken loste dit eerste testprobleem wel op. Vervolgens doken er nog vele andere hindernissen op, die het zuiveringswerk vooraf sterk relativeerden. Software-tools om data door te spitten op datumvelden zijn zeker niet zaligmakend.
Oliebollen en computers
Vorige week vrijdag, 17 juli, was het dan zover: volgens de aangepaste systeemklok was het 31 december 1999. De gevreesde millenniumwisseling stond voor de deur. Om dit cruciale moment luister bij te zetten, organiseerde Fortis een oudejaarsbijeenkomst. Op die regenachtige vrijdagavond begaf een select gezelschap verzekeraars, bankiers, auditors en technici zich naar Woerden, alwaar de overgang ging plaatsvinden. Aan oliebollen en appelflappen was gedacht, aan voorzichtige opmerkingen ook. "We denken niet dat alles goed gaat. Maar we hopen dat niet alles fout gaat", zei Corjan Kurpershoek, adjunct-directeur van Informatie & Automatisering Fortis Nederland (IAFN) nog geen uur voor het ontkurken van de champagne. Die zou namelijk hoe dan ook vloeien, zo verzekerde hij zijn publiek.
Voordat het zover was, maakte Kurpershoek zijn gehoor deelgenoot van zijn kennis en mening over het millenniumprobleem. "Is het wel een IT-probleem?", legde hij de aanwezigen voor. De meeste mensen zijn geneigd om deze vraag met een volmondig ‘ja’ te beantwoorden. "De IT heeft het veroorzaakt en het is aan diezelfde automatisering om het op te lossen. Maar de IT lost het niet op", waarschuwt de Fortis-automatiseerder. "Er zijn zoveel tijdbommen dat ze onmogelijk allemaal onschadelijk gemaakt kunnen worden. Dus gaat het mis. Het millenniumprobleem is het meest effectieve virus tot nu toe." Hiermee schaart hij zich bij de groeiende groep doemdenkers die menen dat 100 procent oplossen van het millenniumprobleem niet haalbaar is. Deze pessimisten, of wellicht realisten, raden organisaties aan zich te concentreren op de vitale systemen. Overleven, daar gaat het om. De adjunct-directeur van Fortis gaat echter niet zover mee in het voorspellen van de ondergang en blijft hoopvol. "We moeten de meeste aandacht besteden aan de infrastructuren. En er is veel coördinatie en samenwerking nodig langs de ketens waar elk bedrijf deel van uitmaakt."
Samen het millennium halen
Kurpershoek hangt namelijk de overtuiging aan dat organisaties hun ervaringen met het millennium-gereedmaken van hun systemen moeten delen. "Zo kun je anderen helpen om bepaalde problemen te vermijden. En daar krijg je gegarandeerd wat voor terug." Openheid is de boodschap, maar de vraag is of ‘de commerciële jongens’ daar wel aan willen meedoen. Natuurlijk beweren doemdenkers dat die luxe er al niet meer is. Instellingen die denken het zelf wel op te kunnen lossen, komen bedrogen uit. Temeer daar bedrijven en organisaties sterk verweven en onderling afhankelijk zijn, soms niet eens duidelijk zichtbaar. Het meest recente bewijs daarvoor zijn de huidige economische problemen in de Verenigde Staten en Europa die zijn ontstaan door de financiële crisis in Azië. "Je moet echt loyaal deelnemen in het ketenspel, anders red je het niet", preekt de IT’er. Hier is wellicht een rol weggelegd voor het Millennium Platform met voorman Jan Timmer, dat tot nog toe vooral aan bewustwording lijkt te doen, aldus de aanwezigen.
Een praktijkvoorbeeld van ketenproblematiek komt ter tafel: de interfaces tussen de diverse banksystemen in Nederland. De banken in ons land hebben afgesproken dat zij de koppelingen tussen hun organisaties niet wijzigen. "Toch moeten die wel getest worden." De ene bank kan ervoor kiezen alles over te zetten naar viercijferige datumvelden, terwijl de andere een tussenoplossing implementeert aan de hand van een breekdatum. Dat getal bepaalt of een jaartal in de twintigste dan wel de eenentwintigste eeuw valt. De communicatie tussen die twee verschillende soorten oplossingen moet wel correct verlopen. En natuurlijk kunnen er nog veel meer afwijkingen optreden. "Bovendien spelen er nog andere zaken mee die niet direct aan de millenniumwisseling verbonden zijn", vertelt Kurpershoek verder. Hij schetst meer mogelijke moeilijkheden voor organisaties. "De infrastructuur, zowel IT-gewijs als maatschappelijk, kan niet beschikbaar zijn. Denk aan stoplichten en de overgang van winter- naar zomertijd", waarbij Kurpershoek zijn persoonlijke frustraties over zijn woon-werkverkeer eventjes lucht.
Massahysterie komt er bovenop
De opsomming van bij-effecten gaat na deze anekdote gewoon verder: "Het probleem kan zich door de hele keten verplaatsen. En door de huidige nadruk op efficiëntie, leveren-op-bestelling en het verminderen van in waarde dalende voorraden, zijn bedrijven zeer kwetsbaar." Het volgende zijdelingse probleem dient zich al aan: individuen, bedrijven en instellingen gaan hamsteren. Voedsel in blik, papier voor de bankafschriften, inkt voor de printers, noem maar op. "Dit kan leiden tot overbelasting. Zeker als mensen eind volgend jaar flink geld gaan opnemen, omdat zij denken dat dat straks niet meer kan. Dat merkte ik al toen ik nog bij Visa werkte; de zaterdag voor Pinksteren gaf een topdrukte. En elk jaar weer veel erger dan de keer ervoor." Systemen lopen dus al voor de millenniumwisseling gevaar plat te gaan, simpelweg door flinke overbelasting. "Daar ligt dus nog een taak: goede, degelijke voorlichting verstrekken", zegt Kurpershoek met een duidelijke blik in de richting van de pers.
De klok nadert inmiddels het uur nul en het gezelschap begeeft zich naar een kantoor waar een aantal PC’s, verbonden met de oefensystemen, tijd en datum bijhouden. Het aftellen verloopt soepel en gaat ook door na de overgang naar de volgende duizend jaar. Een van de beeldschermen is echter teruggesprongen naar 1980. De reden: nog even onbekend. Fortis gaat de komende tijd flink evalueren en dan repareren. Het schouwspel verplaatst zich een verdieping hoger waar een PIN-automaat en een kassamachine staan opgesteld. Deze apparaten functioneren ogenschijnlijk nog prima en gaven enkele uren terug, in 1999, nog getrouw hun geld af aan bankpasbezitters met de juiste code. Nu, in het nieuwe millennium, is dit wel even anders. De pas wordt ‘gegeten’ en de code wordt geaccepteerd, maar de flappen weigeren te komen. De bankloketautomaat geeft ook niet thuis. Een nadere blik op de achterliggende systemen brengt aan het licht dat het probleem ligt bij ‘mutaties’. Veranderingen aanbrengen blijkt niet mogelijk. Oftewel: geld opnemen, afschrijven, storten, overmaken en wat al niet meer, kan niet. Bovendien wil het systeem ook een nieuwe cliënt met de respectabele leeftijd van 102 jaar niet aannemen. ‘Te jong’ oordeelt de computer. Overigens liggen de grootste problemen nog in het verschiet, de werkweek begint immers overmorgen pas; oudejaarsavond 1999 valt op een vrijdag.
Jasper Bakker,
redacteur Computable
Groot, groter, Wall Street
Ondertussen voert Wall Street een gelijksoortige test uit. Maar liefst twaalf grote beurzen plus negentwintig effectenmakelaars en bankhuizen zetten gezamenlijk de klok van hun systemen vooruit naar het jaar 2000. De betrokken instellingen werken onder toezicht van Coopers & Lybrand al maanden aan de voorbereiding van deze proef. De opdrachtgever van deze omvangrijke systeemoperatie is de Securities Industry Association (SIA), die in 1996 een commissie heeft opgezet om de overgang naar het nieuwe millennium te bestuderen.
Naar het zich laat aanzien, is de Wall Street-test de allergrootste millenniumpraktijktest ter wereld. Dit project kost enkele miljoenen dollars, maar moet verliezen van veel grotere omvang voorkomen. In de Amerikaanse financiële sector gaat jaarlijks 270 miljard dollar om. De financiële instellingen in de Verenigde Staten besteden in totaal drie tot vijf miljard dollar aan het op orde brengen van hun computersystemen. Overigens is de nu lopende proef op Wall Street nog slechts een bèta-oefening, zeg maar de generale repetitie voor de eigenlijke test. Art Thomas van de SIA houdt rekening met een eventuele tweede bètatest die eind dit jaar zou kunnen plaatsvinden. De volledige proef wordt in ieder geval volgend jaar gehouden.