Op elke banenbeurs kun je vernemen hoeveel mensen de bedrijven wel aan zouden willen nemen als ‘ze’ er zouden zijn. En bij de toelichting op de jaarcijfers zei elk zich respecterend bedrijf in de IT-sector anno 1998 dat de groei ernstig bedreigd wordt door het gebrek aan goede professionals. Ook de IT-intensieve bedrijven in andere sectoren – en dat zijn er steeds meer – constateren dat hun groei bepaald wordt door het al dan niet aanwezig zijn van goed IT-personeel. Aan markt kennelijk geen gebrek. Nu de professionals nog!
Maar ik raak steeds meer in verwarring bij het aanhoren van al die verhalen. Volgens mij zitten velen de spoeling dun te houden. Bewust of onbewust, dat heb ik nog niet door.
Hoe kom ik tot die uitspraken?
Nou, gewoon luisteren en kijken.
Als er ergens schaarste aan is, dan gaan de prijzen omhoog. In de IT-sector komt dat nu op gang. Wat het effect precies is, is niet gemakkelijk te analyseren, want alle analyses zij gebaseerd op gemiddelden, en we weten ook dat de gemiddelde leeftijd van de IT’ers daalt. De stijging is dus relatief hoog, constateer ik maar even kort door de bocht. Waarom verlaat die ouder wordende IT’er dat vak eigenlijk? En vooral: wat doen we er aan om dat te voorkomen? Of vallen ze allemaal onder de categorie ‘gewenste uitstroom’? Waaruit bestaat die categorie eigenlijk in tijden van grote schaarste?
Ik denk dat het euvel ernstiger is. Het blijkt moeilijk om IT’ers te binden. Terwijl er handen vol geld uitgegeven wordt aan wervingscampagnes, staat bij de meeste bedrijven de achterdeur wijd open: de gemiddelde verblijfstijd van IT’ers neemt niet echt toe, om het mild te zeggen.
Men is kennelijk niet echt zuinig op zijn medewerkers. Met een beetje meer ‘care’ zou heel wat verloop ingedamd kunnen worden, is mijn stellige overtuiging. (Over het verlies aan kennis en ervaring hebben we het nog maar even niet, heren managers). Stop eens net zoveel energie in binding als in werving. Volgens mij is dat effectiever. Dan kan de arbeidspool wellicht uitgebreid worden. Terwijl men nu vooral kostbaar aan het rondpompen is.
Aandacht voor binding betekent aandacht voor de wensen van de individuele medewerker. Het betekent investeren in mensen. Luisteren. Geïnteresseerd zijn in wat mensen echt beweegt. Afspraken maken, en je daar ook aan houden. En dat kan je niet overlaten aan PZ aan HRM of aan welke andere Human Talent Manager dan ook. Die aandacht moet gegeven worden door de lijn. Door de chef, door de baas.
Eigenlijk zouden de personeelssystemen waarin de gegevens worden opgeslagen veel gemeen moeten hebben met de aanpak die we kennen in de detailhandel. ‘Customer care’ is daar een serieus vak. Daar moet veel kennis te halen zijn voor personeelsmensen en voor lijnmanagers. Investeer in het verzamelen van kennis over je personeel, om te voorkomen dat je mensen ergens anders gaan shoppen. Kom aan hun wensen tegemoet. Die vaak individueel zullen zijn. Ook in het personeelsmanagement is het einde van de massamarketing nabij!
En dan nog een ander fenomeen dat mij verwart en verbaast.
In een periode van ‘alle hens aan dek’ zoek je creatief naar uitbreiding van de arbeidspool. Het helpt immers niet echt als iedereen steeds meer en steeds betere hengels uitwerpt in steeds dezelfde vijver.
Waarom is er geen kek programma om de instroom van studenten te bevorderen? En voor herintreders? En voor spijtoptanten? Waarom zien we niet dat de branche de handen ineenslaat en de opleidingscapaciteit gezamenlijk uitbreidt? Hoeveel open dagen organiseert men voor scholieren die op het punt staan hun studiekeuze te maken? Zijn dat de ‘leuke’, waarvoor men in de rij staat? En wanneer start het onderzoek naar de reden waarom ons vak zo weinig sexy oogt voor jongelui? Hoeveel kinderen van IT’ers horen thuis zulke interessante en inspirerende verhalen dat ze popelen om ook dat spannende vak uit te kunnen gaan oefenen? Waar zijn de open dagen om de familie in het vak te interesseren?
Er zijn maar twee conclusies mogelijk. De eerste is dat het met die schaarste wel meevalt. Het moet regenen willen de paraplu’s goed over de toonbank gaan. Kennelijk regent het toch niet hard genoeg nog. Zou kunnen.
Ik ben echter bang dat het euvel ernstiger is. Dat men niet echt creatief en grensverleggend durft te zijn. Dat men toch meer verstand van technologie heeft dan van mensen en wat hen roert.
Dat is het slechte nieuws.
Het goede nieuws is: wie nu lef heeft, creatief werft en vooral: net zoveel van zijn mensen durft te houden als van zijn klanten, neemt snel een voorsprong in de concurrentiestrijd. Welke bedrijven blijken de ware ondernemingsgeest te herbergen en wie neemt dankzij de schaarste een voorsprong in de markt?