TNO wil Java-technologie toepassen in ingebedde systemen voor slimme sensoren. Ontwerpers van TNO’s Fysisch en Elektronisch Laboratorium (FEL) in Den Haag bestuderen bovendien de mogelijkheid om deze Pico Java-architectuur te integreren in toepassingsspecifieke microprocessoren.
Hiervoor ontwikkelt de vakgroep Cardit (computer architectuur en digitale technieken) van de TU Delft een nieuwe ontwerpstrategie. "Voor ingebedde toepassingen die moeten communiceren met de buitenwereld is Java duidelijk in opkomst", constateert TNO-onderzoeksmanager Hans Bol, die ‘real time embedded systems’ bij TNO-FEL in zijn pakket heeft. "Opleidingen onderwijzen steeds meer Java, waardoor er straks meer mensen zijn die deze taal spreken."
TNO kiest voor een geleidelijk groeipad via het toepassen van standaard Java-processoren naar de ontwikkeling van applicatiespecifieke ingebedde Java-processoren. Een van de inherente voordelen van Java is de automatischegarbage collection. "Bij C-programma’s moet je zelf zorgen voor de organisatie van je geheugen", zegt Bol. "Dat is een bron van fouten. Aan de andere kant springt Java veel kwistiger met geheugenruimte om en kangarbage collection hetreal time-gedrag nadelig beïnvloeden."
TNO bestudeert verder de mogelijkheid om de Pico Java-architectuur te combineren met deTransport Triggered Architecture. Dit is een ontwerptechnologie voor microprocessoren die momenteel op de TU Delft wordt ontwikkeld. Bol: "We denken zo de voordelen van Java te kunnen combineren met de ontwikkeling van energiezuinige toepassingen. Maar we moeten daarvoor ook met Sun tot een technisch-inhoudelijke afstemming komen." TNO ontwikkelt de technologie voor defensie-doeleinden, maar volgens Bol bestaat er ook al civiele belangstelling van een fabrikant van beveiligingssystemen.