Het Amerikaanse ministerie van Justitie overweegt de programmeertaal/besturingsomgeving Java op te nemen in de antitrust-zaak tegen Microsoft. Rick Ross, president van de Java Lobby, onderschrijft dit bericht.
De Java Lobby is een organisatie van ongeveer 10.000 Java-programmeurs. Ross beraadt zich ook over het zelf aanspannen van een rechtszaak tegen Microsoft.
"Ik denk dat er vele duizenden ontwikkelaars zijn zoals ik, wiens broodwinning ernstig geschaad wordt door Microsofts houding ten opzichte van Java." Centraal staat de vraag of de softwareleverancier verwikkeld is in een systematische ondermijning van een softwareproduct dat een bedreiging zou kunnen zijn voor Microsofts bijna-monopolie op het gebied van PC-besturingssystemen. Programma’s die in Java zijn geschreven, moeten onafhankelijk van het onderliggende besturingssysteem kunnen draaien. Deze beloofde platform-onafhankelijkheid zou de noodzaak voor uniforme en daarmee compatibele besturingssystemen wegnemen.
Microsoft ontkent deze ‘complottheorie’ en verdedigt zich met het bekende argument dat het alleen maar software verbetert. Tegenstanders beweren dat de firma Java zelf aanpast zodat het beter draait op Windows-computers. Daarmee schendt Microsoft de rechten van Java-schepper Sun Microsystems en deelt het Java op in verschillende varianten, waarvan één geketend is aan het Windows-platform.