Nederlands grootste participatiemaatschappijen blijken en masse deel te nemen in de financiering van het Twinning initiatief.
Daarnaast zullen er niet één, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, maar een aantal start-fondsen worden ingesteld voor veelbelovende starters. Twinning beoogt startende IT-ers een steuntje in de rug te geven op het gebied van advies, huisvesting en financiering.
Rob Schuyt, voorzitter van het Twinning-implementatieteam, meldt dat de grootste tien verstrekkers van risicokapitaal wel meedoen. Hoewel er nog geen namen bekend zijn gemaakt, geeft Gilde Investment aan er wel brood in te zien en te participeren in het initiatief. Topman Leendert van Driel is tevens lid van het Twinning Netwerk, het adviesorgaan van ervaren IT-ers dat ter beschikking staat aan de startende ondernemingen.
Versnelling
"Het enorme enthousiasme dat Twinning heeft losgemaakt bij investeerders, regionale overheden en startende ondernemers zorgt voor een versnelling van de implementatie", aldus Schuyt. Het Twinning-concept, waarbij de overheid en bedrijfsleven naast elkaar een sleutelrol spelen in het stimuleren van starters, slaat dus aan. Naast extra geld van de overheid en het bedrijfsleven worden ook de Twinning-centra in versneld tempo uit de grond gestampt. De eerste twee Twinning Centers worden gevestigd in Amsterdam en Eindhoven. Dit maakte demissionair minister Hans Wijers vorige week bekend. Oorspronkelijk was het de bedoeling te beginnen met één Twinning Center, waar starters gehuisvest en begeleid kunnen worden.
Het eerste startfonds wordt momenteel gevuld met zo’n twintig miljoen gulden. Dit bedrag wordt binnen twee jaar geïnvesteerd, waarna een tweede startfonds het levenslicht zal zien. Na zes jaar worden de startfondsen geliquideerd. Het ministerie van Economische Zaken heeft via ‘interne verschuivingen binnen de begroting’ nog eens dertig miljoen gulden beschikbaar gesteld voor Twinning, naast de al beschikbare veertig miljoen.
Groeifonds
Om de investeringsmaatschappijen voldoende perspectief te bieden, wordt naast het Startfonds, voor de prille ondernemers, ook meteen het meer rendabele Groeifonds in het leven geroepen. Dit laatste fonds is voor bedrijfjes die al bewezen hebben een goed product te hebben en geld nodig hebben om hun product op de markt te brengen.