Microsoft verschijnt deze week voor de rechtbank wegens inbreuk op de merknaam Internet Explorer van de inmiddels failliete Internet-provider Synet uit Chicago. De ruzie om het gebruik van die naam loopt al ruim twee jaar, maar komt nu voor de rechtbank.
De twee partijen konden geen regeling treffen. Opvallend genoeg verdedigt Microsoft zich met het argument dat ‘Internet Explorer’ een algemene en vrij te gebruiken naam is.
Synet beweert het tegendeel en wijst op het feit dat de provider al sinds 1994 onder die naam een pakket Internet-software aan zijn gebruikers biedt. Microsoft begon in 1995 met de marketing van zijn webbrowser met dezelfde naam. Overigens bevat het Synet-pakket naast inbelsoftware ook de Navigator-browser van Netscape Communications. De Amerikaanse Internet-provider diende in oktober 1995 de aanklacht in. Op dat moment bezat de firma al patent op de naam Internet Explorer in de staat Illinois en liep er een aanvraag voor merknaam-erkenning in de hele Verenigde Staten.
Microsoft stelde aanvankelijk voor de naam te delen, maar Synet ging daar niet op in. "Als je een naam eenmaal deelt met een andere partij, moet je het delen met de hele wereld. Dat betekent dat ik niemand kan tegenhouden die dezelfde naam wil gebruiken", zegt toenmalig Synet-directeur Dhiren Rana. Later bood Microsoft een afkoopsom van 75.000 dollar, die Rana ook afsloeg. Ondertussen is de lokale Internet-provider failliet gegaan, mede door de torenhoge juridische kosten van de zaak tegen Microsoft. De aanklacht wordt nu voornamelijke gevoerd door de schuldeisers van Synet.