De kersverse president van Intel, Craig Barrett, ontkent met klem dat zijn bedrijf grafische chips tegen dumpprijzen verkoopt, zoals recente rapporten melden. "Je zou hopen dat de pers betere bronnen zou kiezen dan onze concurrenten", zegt hij fel. Maar ook analisten laten negatieve geluiden horen over de praktijken van de chipfabrikant.
In een rapport beweert John Latta, directeur van 4th Wave, een marktonderzoeksbureau uit Washington, dat ’s werelds grootste chipfabrikant zijn grafische chips ver onder de productiekosten slijt in een poging van de voorraden af te komen. Volgens Latta verkoopt Intel grote hoeveelheden van de i740 aan PC-fabrikanten in Taiwan en afnemers in andere Aziatische landen. Intels klanten zouden zeven tot zesentwintig dollar voor de i740 betalen, terwijl 4th Wave de fabricagekosten op zestien dollar schat. Afnemers zouden slechts zeven dollar betalen als ze tevens Intels Pentium-processoren kopen. "Het effect is in de hele 3D-industrie te merken", zegt Latta. "Het is mij een raadsel waarom Intel zich inlaat met dit soort destructieve praktijken."
Chip-aansluiting
De eerste beschuldigende geluiden klonken tijdens de Taiwanese Computex-beurs, waar dertig lokale producenten grafische kaarten demonstreerden met Intels i740-chipset. De aantijgingen komen juist op het moment dat Intel doelwit is van een antitrustzaak die de Amerikaanse Federale Handelscommissie heeft aangespannen. Intels prijspolitiek is daarin nog niet aan de orde. Vorige week nog is het lopende onderzoek uitgebreid. Ontwerp en licentieprocedures van chipsets worden nu ook tegen het licht gehouden. Het eerste aandachtspunt is de overgang van de Socket 7- naar de Slot 1-aansluiting voor Pentium II-processoren. De nieuwe soort interface is namelijk een eigen technologie die Intel niet in licentie uitgeeft.
Intel spreekt tegen dat het de verkoop van zijn microprocessoren en grafische chips bundelt. Woordvoerders uit Santa Clara beweren dat het bedrijf wellicht chips tegen productiekosten slijt, maar zeker niet daaronder. Peter van Haendel, hoofd van Intel Benelux, reageert met ongeloof: "We weten dat er op ons wordt gelet, dus we zijn roomser dan de paus. Nu we onder vuur liggen zijn onze gedragscodes heel strikt." Michael Slater, hoofdanalist van Microdesign Resources uit Sunnyvale, Californië, valt hem bij. Hij onderstreept dat Intel intern zeer strikte richtlijnen oplegt aan zijn medewerkers. "Maar je kunt nooit weten hoe individuele managers zich gedragen."
Overgangsfase
De PC-markt bevindt zich in een overgangsfase van 2D- naar 3D-grafische mogelijkheden en Intel hanteert een zeer agressieve prijsstrategie om de grafische markt binnen te dringen. Terwijl het voorheen zijn neus ophaalde voor smalle winstmarges, verkoopt het bedrijf de i740 voor een schijntje. De chip is in hetzelfde productieproces even groot als de Pentium MMX en dat betekent dat de fabricagekosten voor beide chips ongeveer even hoog liggen. Echter, Intels officiële prijs is slechts 28 dollar voor de i740, terwijl de Pentium voor ruim honderd dollar van de hand gaat.
Uitmelken
Dergelijke strategieën waren Intel tot op heden vreemd, maar laten zich eenvoudig verklaren. Het bedrijf heeft een overvloed aan peperdure chipfabrieken die al na enkele jaren zijn afgeschreven. Door zijn chipsets en de i740 in oudere productieprocessen te fabriceren, weet het nog steeds omzet te persen uit de oudere productiefaciliteiten. De winst is weliswaar niet hoog, maar groei is belangrijk. Intel kan niet groeien door een groter aandeel in de microprocessor-markt, want daar heeft het al een bijna-monopolie. Inmiddels is ruim 80 procent van de chipset-markt ook al in Intel-handen. Alle chipsets voor Pentium II-systemen komen namelijk uit Santa Clara. Volgens MicroDesign Resources heeft Intel momenteel slechts 6 procent van de markt voor 3D-chips.
Door in grafische chips te gaan, houdt Intel de macht over de architectuur van de PC. Hoofdprioriteit blijft de centrale microprocessor: die moet de touwtjes in handen houden. Met een uitbreiding van MMX zal de Katmai (de Pentium II die volgend jaar uitkomt) bijvoorbeeld sneller 3D-vormen en schaduw-effecten kunnen berekenen. Leveranciers van 3D-grafische chips willen de berekening van 3D-vormen en schaduweffecten echter naar de grafische versnellerchip halen – een model waar Intel niet dol op is. Met een grotere greep op de grafische markt kan Intel de ontwikkelingen beter sturen.
Naar het leven staan
In de toekomst zal Intel steeds meer grafische functies dichter bij de processor brengen. Analist Slater verwacht dat Intel in eerste instantie grafische mogelijkheden op de noordbrug (in de Pentium II-module) zal integreren en later op de processor. Hij meent dat de grootmacht uit Santa Clara op den duur de hele markt voor 3D-hardware wil beheersen. "Fabrikanten van grafische chips staan te trillen op hun benen nu Intel de i740 heeft uitgebracht", zegt hij. "Met het tempo waarin Intel fabrieken bouwt, is het niet moeilijk te concluderen dat ze 80 tot 85 procent van de markt voor processoren, chipsets en grafische chips willen dekken. Dat betekent niet dat de markt voor grafische chips hopeloos is voor dat andere dozijn bedrijven, maar het zal meer gaan lijken op de microprocessormarkt: een handvol produceren zal elkaar naar het leven staan in het marktsegment dat Intel niet bedient."