Begon de sjah van Perzië vorig jaar al nattigheid te voelen, dit jaar komt het water hem alras tot de lippen. Half januari ‘moet’ hij al op vakantie. Met de tranen in de ogen stapt hij in het vliegtuig.
Hij zegt erbij niet te weten hoe lang de vakantie zal duren. De Perzen vinden het allang best en trekken in groten getale jubelend door het straatbeeld. Ayatollah Khomeiny is minder tevreden. Hij knort vanuit Parijs dat de sjah teruggehaald moet worden om terecht te staan. Dat mensen voor het gerecht slepen ’s mans favoriete tijdverdrijf is, wordt al snel duidelijk. Begin februari keert hij terug naar Iran. Daar benoemt hij Mehdi Bazargan tot premier – dat Bakhtiar officieel nog steeds premier is schijnt hem daarvan niet te weerhouden. "En denk eraan," voegt hij eraan toe, "Elk verzet tegen hem is godslasterlijk." En zal derhalve – daar gaan we weer – op passende wijze worden bestraft.
Het leger – nog steeds op de hand van de sjah – probeert een paar dagen later nog in te grijpen, maar de burgerij is goed bewapend en lekker opgezweept; na twee dagen trekt het leger zich terug in de kazernes. Bakhtiar kiest nu ook eieren voor zijn geld en zoekt een goed heenkomen. Weer een paar dagen later worden vier generaals in een door de televisie uitgezonden proces – we zeiden het toch – ter dood veroordeeld en meteen publiekelijk opgehangen.
Grote Satan
Een periode van economische malaise volgt. Het enthousiasme onder de bevolking voor de nieuwe zaak bekoelt danig. De bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran door ‘gewapende studenten’, begin november, komt dan ook geen moment te vroeg. Khomeiny stelt zich pal achter de bezetters, want Amerika, dat is de Grote Satan en de ambassade een spionnenhol. Het ambassadepersoneel zal pas worden losgelaten als de Verenigde Staten de sjah uitleveren; hij verblijft op dat moment in New York voor medisch onderzoek. Al gaat de uitlevering natuurlijk niet door, de geestdrift onder de bevolking is in ieder geval weer in één klap op peil gebracht.
Als amechtige pogingen om de gijzelaars los te krijgen mislukken, gaat president Carter over tot represaillemaatregelen. Eerst wordt de 300 miljoen dollar die Iran alvast had voorgeschoten voor wapenleveranties ingepikt, dan wordt de olie-invoer uit Iran stopgezet en vervolgens wordt er voor zes miljard dollar aan tegoeden van de Iraanse regering in de VS bevroren. Het enthousiasme van de Iraniërs voor de goede zaak kent vanaf dat moment geen grenzen meer.
President weg, keizer ook
Nadat het Oegandese leger van Idi Amin bij herhaling Tanzania is binnengevallen en dat land aan de rand van de economische afgrond heeft gebracht – oorlog voeren kost nu eenmaal bakken geld -, slaat Tanzania definitief terug. Het Tanzaniaanse leger neemt, samen met gewapende opstandelingen uit Oeganda zelf, de Oegandese hoofdstad in. Amin zoekt een goed heenkomen in Libië. Veel Oegandezen zijn er dan overigens niet meer over, want Amin heeft in de loop der jaren miljoenen mensen verdreven en er evenzovelen vermoord.
Collega Bokassa van een eindje verderop komt eindelijk ook ten val. De omhooggevallen sergeant die zichzelf tot keizer had benoemd wordt tijdens een bezoek aan Libië door zijn neef gewipt. Bokassa maakte zich al jarenlang schuldig aan massamoorden, waarbij hij naar verluidt graag een tegenstander of wat mocht opeten. Dit keer was hij te ver gegaan: kort tevoren had hij enige honderden schoolkinderen laten vermoorden omdat ze geweigerd hadden schooluniformpjes te kopen in de winkel van een van Bokassa’s vrouwen. Hoewel Bokassa een goede persoonlijke vriend was van de Franse president Giscard d’ Estaing, laat Frankrijk de keizer nu dan toch eindelijk als een gloeiende aardappel vallen.
Bovenop het nieuws
De automatisering staat ook niet stil. Het wordt zowaar nog een serieuze aangelegenheid. In ieder geval zo serieus dat Computable, om het nieuws te kunnen bijhouden, per 1 januari wekelijks verschijnt. Hans Ree start een schaakrubriek op de achterpagina, die voor het overige in het teken staat van het op de hak nemen van goedbedoelde maar slecht geformuleerde persberichten.
Uit het lood
In de drukkerijwereld speelt zich in alle stilte inmiddels een ingrijpende omwenteling af. Deze krijgt zijn beslag in de beslissing van de firma Linotype om de productie van traditionele loodzetmachines stop te zetten. Daar is niet veel vraag meer naar. ‘De nieuwe technologie van het vervaardigen van drukklaar zetwerk via beeldschermen, computersystemen en snelle fotozetapparatuur is volgens Linotype inmiddels zo ingeburgerd, dat er in West-Duitsland praktisch geen enkele grote drukkerij meer is, die niet is overgeschakeld of overweegt over te schakelen op fotografisch zetten,’ zo lezen we in het nummer van 2 februari. Twintig jaar later zal het woord ‘lood’ op drukkerijen alleen maar wenkbrauwen omhoog brengen – ‘Lood? Is dat geen zwaar metaal?’
Geheugenstuntje
We schreven het hierboven al: de ontwikkelingen staan niet stil. Nu is het IBM weer die met een Grote Sprong Voorwaarts komt: ‘Onlangs werd door IBM de 4300 computerserie aangekondigd,’ lezen we eind februari. ‘In de centrale rekeneenheid van deze computersystemen zitten onder meer siliciumschijfjes die per stuk 64 kilobits bevatten.’ En is dat al niet gering, wat de toekomst belooft, is nog veel minder gering, want: ‘Daarmee is echter het maximaal haalbare nog niet bereikt. Men liet bij IBM al doorschemeren dat er in de nabije toekomst enkele honderdduizenden geheugenplaatsen op een chip zullen worden ondergebracht.’