Automatiseringsbedrijf Tas Groep is in diverse juridische geschillen verwikkeld met werknemers. Vijf medewerkers hebben Tas voor de rechter gedaagd. De onderneming probeert op zijn beurt via de rechter het contract van een account-manager te beëindigen. Tas daagt bovendien in juli een oud-statutair directeur voor de rechter.
De zaken die spelen staan met elkaar in verband. Tas Netwerkbeheer vermoedt dat oud-directeur Nicolaas Snel, die op 4 maart 1998 uit dienst is getreden, werknemers van de onderneming benadert om voor zijn nieuwe bedrijf te werken. Volgens Tas heeft Snel op 12 maart contact gehad met account-manager Plony Baas. Tas meent dat Snel op deze dag in een hotel Tas-werknemers – waaronder Baas – benaderde met het voorstel om voor hem te komen werken. Advocaat J.K. den Haan van Baas zegt dat het om een door oud-directeur Snel zelf georganiseerde afscheidsborrel ging. Hier kwam volgens hem als vanzelfsprekend ter sprake wat de oud-directeur in de toekomst zou gaan ondernemen. Snel heeft Baas niet benaderd. Zij heeft volgens haar advocaat nergens part noch deel aan. De onderneming verwijt haar ondermeer de informatie die ze van Snel heeft gekregen niet te hebben doorgegeven aan Tas. Het bedrijf wil hierom deze medewerkster ontslaan.
Wakker geschud
Den Haan vermoedt dat Tas wakker is geschud door de grote hoeveelheid werknemers dat de onderneming wil verlaten. Het gaat volgens hem om zestien mensen. "Tas zoekt een zondebok, maar maakt daarbij een fout. Mijn cliënte weet hier niets van af."
In zijn verweerschrift meldt Den Haan dat er bij Tas sprake is van onrust onder de medewerkers. Tijdens een bijeenkomst op 21 januari, waarbij ook Baas aanwezig was, uitten werknemers "ongezouten kritiek", zo valt te lezen. "Aan de ene kant werd het arbeidsvoorwaardenbeleid binnen de onderneming bekritiseerd. Dit was weinig opzienbarend. Aan de andere kant werd duidelijk dat er onder de aanwezige werknemers grote onvrede heerste over de wijze waarop de onderneming na het vertrek van de heer Snel werd bestuurd", aldus het verweerschrift.
In een kort geding dat afgelopen dinsdag diende eiste Tas het ontslag van Baas. Hoewel de advocaat van Baas aanvoerde dat hiervoor geen grond bestaat, oordeelde de rechter dat de verhoudingen te zeer verstoord zijn. Na enig onderhandelen, staande de zitting, gingen beide partijen akkoord met ontslag en een afkoopsom van twintigduizend gulden. Baas had zichtbaar moeite met deze oplossing, omdat zij meent geen enkel kwaad te hebben gedaan.
Cultuuromslag
Vijf andere werknemers hebben uit onvrede hun contract met Tas Netwerkbeheer beëindigd. De werkgever gaat hiermee niet akkoord en wil dat de betrokkenen in ieder geval tot november in dienst blijven. Deze zaak diende voor de kantonrechter in Amersfoort. De werknemers, met een leeftijd variërend van 25 tot 29 jaar, willen zo snel mogelijk weg bij Tas. Ze vinden het, zoals hun advocaat Remco Dammers het formuleert, "geen leuk bedrijf." Tijdens de zitting gaf een van de werknemers aan dat Tas afspraken niet is nagekomen over nog te voeren functioneringsgesprekken, waarbij het opleidingstraject ter sprake zou komen. Anderen klaagden over de aard van hun werkzaamheden en over het gedrag van hun manager. Volgens de verzoekers hadden allen de werkgever ingelicht over hun ongenoegen. Zij zijn van mening dat bij het aantreden van de nieuwe directie van Tas Netwerkbeheer, op 1 september 1997, een cultuuromslag plaatsvond, die een zeer negatieve invloed had op de werksfeer.
Ernstige gevolgen
Volgens de lezing van de werknemers hebben ze geprobeerd een ondernemingsraad bij Tas op te zetten. Toen een collega dit initiatief wilde bespreken met de directie, werd hem medegedeeld dat dit ernstige gevolgen voor zijn loopbaan zou hebben, pleitte Dammers ter zitting. In een toelichting noemde de jurist de houding van Tas "niet van deze tijd".
De werknemers die hun contract willen beëindigen, zijn gebonden aan een opzegtermijn van drie maanden. Pas na twee maanden reageerde Tas. De betrokken personeelsleden ontvingen toen een uitnodiging voor een gesprek over hun naderende vertrek. Bij aankomst op het hoofdkantoor bleek dat recherchebureau Hoffmann – dat ook Baas heeft verhoord – op ze zat te wachten, dat hen vervolgens onderwierp aan een "politieachtig verhoor". Dezelfde dag stuurde Tas een brief waarin de onderneming aangaf niet akkoord te gaan met het ontslag.
De beleidsbepalers denken dat Tas grote schade gaat leiden als de werknemers in juli vertrekken, omdat ze onmisbaar zijn voor de projecten waaraan ze werken. Een vertrek van de werknemer brengt het project in gevaar en de opdrachtgever in de problemen. Volgens Tas vervalt één project in het geheel, omdat alle vier de werknemers die hieraan werken opzeggen. De onderneming vreest dat de opdrachtgever Tas aansprakelijk zal stellen wegens wanprestatie.
Spelregels
Het bedrijf heeft zich erbij neergelegd dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst op den duur niet te vermijden valt. Tas Netwerkbeheer stelt dan ook voor het contract in november op te zeggen, zodat de medewerkers projecten kunnen afronden of opvolgers kunnen inwerken. "Er zijn spelregels. Van een werknemer kunnen we verwachten dat hij in goed overleg met Tas bepaalt wanneer hij weg kan gaan. Een paar maanden extra is toch niet teveel gevraagd", aldus advocaat J. Kalisvaart namens Tas Netwerkbeheer.
Beursgang
Advocaat Dammers legde ter zitting een verband tussen de weigering van het ontslag door Tas en de beursgang van het bedrijf in september. "Met enig cynisme moet worden vastgesteld dat de voorgestelde data van beëindiging na de beursintroductie van Tas in september 1998 liggen. Ook hiermee wordt op pijnlijke wijze geïllustreerd hoe ver het opportunisme gaat van Tas. Eerst naar de beurs, dan zien we wel verder."
In een toelichting gaf hij aan dat de beursgang de aandeelhouders "puissant rijk" zal maken en dat het personeel een groot deel van de waarde van Tas vertegenwoordigt. Vandaar dat niemand mag vertrekken, vermoedt Dammers. Tas werpt het verband tussen de weigering en de beursgang verre van zich. "Onzin. Dit heeft niets met elkaar te maken", aldus een woordvoerder. De kantonrechter doet op 1 juli uitspraak.