Het is een merkwaardige tweetal; de 1,85 meter grote, zelfverzekerde en zeer luid sprekende Janet Reno (60), en de 1,65 meter hoge, bescheiden en bijna fluisterende Joel Klein (51). Samen zijn de Attorney General en de Assistant Attorney General belast met anti-trustzaken, de trustbusters die Bill Gates nachtmerries bezorgen.
Het is verleidelijk het tweetal te vergelijken met Batman en Robin, Superman en Lois Lane, Laurel en Hardy of andere dynamische duo’s uit de Amerikaanse cultuur. Die metaforen gaan echter allemaal mank. Janet Reno, de eerste vrouwelijke minister van Justitie in Amerika, is een uniek figuur en valt in geen enkele vergelijking te persen.
Vanuit een Amerikaans perspectief is er niets gewoon aan Reno. Ze woonde tot haar vijfenvijftigste jaar bij haar ouders in een moerasgebied in Florida. Toen ze in 1993 het ouderlijk huis verliet, was dat om in Washington minister van Justitie te worden. Aangezien zij nooit getrouwd is geweest en geen kinderen heeft, is haar seksuele geaardheid een gewild onderwerp voor allerlei speculaties. Is ze nou lesbisch of niet? Reno probeert de geruchten de kop in te drukken door te verklaren dat ze ‘een oude vrijster is die erg op mannen valt’. Zij is niet makkelijk in een hokje te stoppen. Dat maakt haar na Bill Clinton de meest bespotte politicus in de Verenigde Staten. Het satirische televisieprogramma Saturday Night Life portretteert haar regelmatig als een megalomaan manwijf dat gewend is haar mannelijke ondergeschikten af te rossen.
Mooie bloem
Maar ‘beauty is in the eye of the beholder’. Toen een Japanse krant zijn mannelijke lezers vroeg met welke vrouw ze het liefst op een onbewoond eiland zouden willen stranden, kwam Janet Reno als winnaar uit de bus. De krant citeerde een zakenman uit Tokyo die meldde dat Reno "een mooie bloem is, die mij de adem beneemt". Een Japanse student hoopte dat Reno nog eens voor Playboy zou willen poseren. Deze oosterse verering is misschien een schrale troost voor de vrouw die wel de ‘meest eenzame politicus van Washington’ wordt genoemd.
Janet Reno is tegelijkertijd de meest bewonderde en de meest verguisde minister in het kabinet Clinton. Ze heeft dat vooral te danken aan de belangrijke rol die ze heeft gespeeld en nog steeds speelt bij allerlei schandalen rondom het presidentschap van Clinton. Reno bepaalt of er wel of niet een onderzoek komt en of er een speciale aanklagers benoemd wordt – zoals Kenneth Starr – om vermeende schandalen uit te baggeren. Volgens het Witte Huis is ze niet vriendelijk genoeg geweest voor de president, volgens de republikeinen beschermt ze het Witte Huis. Door haar positie als trustbuster nummer één is ze nu opnieuw gedwongen een zeer controversiële rol te spelen.
Geen PC
Reno’s meest opvallende uitspraak tot nu toe in het hele anti-trust gedoe is wel haar bekentenis dat ze voor haar werk geen PC gebruikt. Dat is natuurlijk koren op de molen van de Microsoft-lobby die stelt dat het ministerie van Justitie geen flauw benul heeft van computers en het maken van software. Reno verklaarde dat ze het werken met PC’s te ingewikkeld vindt en daardoor ook geen persoonlijk relatie heeft met een computer. Ze is dan ook van plan om het vuile werk in deze zaak te laten opknappen door haar ondergeschikte, trustbuster nummer twee, Joel Klein. Klein wist fijntjes te melden dat hij op zijn werk een PC gebruikt met een Netscape-browser en thuis een PC heeft met de browser van Microsoft. Een poging om zo neutraal mogelijk te lijken? Nee, volgens Klein is het toeval, beide PC’s kwamen kant en klaar met de browser al geïnstalleerd.
Te voorzichtig
Toen Bill Clinton in 1997 zijn vriend Joel Klein voordroeg als Assistant Attorney General belast met de anti-trust afdeling van het ministerie van Justitie was er veel weerstand in de senaat tegen deze benoeming. Vooral de democraten waren tegen. Zij beschouwden Klein als een deurmat en een zacht ei. Hij zou veel te voorzichtig en te vriendelijk zijn voor big business en niet voldoende opkomen voor de belangen van de Amerikaanse consument. Het bewijs voor die stelling: toen Klein nog de tweede man was op de anti-trust afdeling wist hij het ministerie ervan te overtuigen geen zaak te beginnen die Microsoft moest dwingen de icon van het Microsoft Network te verwijderen van het openingsscherm van Windows 95. Volgens Klein bestond er teveel competitie tussen verschillende online-diensten om Microsoft van onoorbare praktijken te beschuldigen. Hij heeft op dit terrein gelijk gekregen want het Microsoft Network is bepaald geen doorslaand succes.
Klein werd uiteindelijk benoemd met de hartelijke steun van de conservatieve republikeinen in de senaat. Hij verafschuwde overheidsingrijpen immers nog meer dan monopolies. Ook de top van Microsoft moet gezien de eerdere positie van Klein optimistisch geweest zijn over de relatie met het ministerie van Justitie. Hoe een mens zich al niet kan vergissen! De wat timide ogende en voorzichtig formulerende Klein ontpopte zich binnen een paar maanden tot een trustbuster van een formaat dat de Amerikanen lang niet hebben gezien.
Overnamemanie
Klein moet ook wel actief zijn want hij heeft te maken met een ongekende overnamemanie in de telecommunicatie-, de computer- en de vliegtuigindustrie. Hij moet onder andere oordelen vellen over de praktijken van Microsoft; de overname van MCI door Worldcom en de overname van vliegtuigfabrikant Northrop door Lockheed. Klein heeft het aan de stok met mensen als Bill Gates en Rupert Murdoch; heren die je gerust tot de machtigen de aarde mag rekenen. Zowel Klein als Gates hebben de mond vol van innovatie en de belangen van de consumenten. Er is echter een verschil. Klein in een interview in Time: ‘Mister Gates heeft het over innovatie bij Microsoft. Ik heb het over innovaties die ál die fantastische Amerikaanse softwarebedrijven op de markt kunnen brengen.’
En Microsoft?
Uiteraard gaat het voetvolk van Microsoft gewoon door met het werk dat gedaan moet worden. De mensen die werken aan Windows 98 hebben het te druk om wakker te liggen van Reno en Klein. Terwijl Bill ’the browser’ Gates op 18 mei in een persconferentie reageerde op de anti-trustzaak tegen Microsoft, werd elders op de campus in Seattle een feestje gevierd. Het was het een feestje voor de mensen die drie jaar lang hadden gewerkt aan Windows 98. De Windows 98 vlag werd in de vlaggenmast gehesen en projectleider Bill Veghte in een vijver gegooid. Leuk, maar ze hadden waarschijnlijk liever gedanst op de graven van Reno en Klein.
Gezien het personeelsverloop in Washington DC en de voorspelde lengte van het proces tegen Microsoft is het waarschijnlijk dat Reno en Klein al van het toneel verdwijnen voor er een uitspraak komt. De tijd zal leren of ze de geschiedenis in zullen gaan als succesvolle trustbusters of als de laatste mensen die weerstand hebben geboden in de strijd tegen de absolute heerschappij van Bill Gates over cyberspace.