De confrontatie tussen Microsoft en de Amerikaanse overheid zal op een klassiek Amerikaanse wijze beslecht worden: met een shoot-out. De winnaar kan de spelregels bepalen voor de verdere ontwikkeling van de software-industrie. Zal Bill Gates straks als Petrus de poort naar de hemel van cyberspace bewaken? Of zal hij de geschiedenis ingaan als een robber baron die werd verslagen door de trustbusters? Gates voornaamste zwakte: te weinig vrienden in de politiek.
De periode tussen 1865, het einde van de Amerikaanse burgeroorlog, en 1900 wordt wel, naar Mark Twain, de Gouden Eeuw van Amerika genoemd. Het zijn de jaren dat de industriële revolutie Amerika overspoelt en het land verandert van een agrarische in een industriële samenleving. Die industrie vreet staal, energie, transport en kapitaal en het is daarom bovenal de Gouden Eeuw van de staalindustrie, de oliemaatschappijen, de spoorwegen en Wall Street.
Het is ook de Gouden Eeuw van de robber barons, meedogenloze ondernemers die zich met list en bedrog hele bedrijfstakken toeëigenen. Andrew Carnegie van Pittsburgh is de koning van de staalindustrie, John D. Rockefellers Standard Oil of New Jersey heeft negentig procent van de olie in handen, de financier J.P. Morgan domineert Wall Street. Alleen de spoorwegen geven een beeld van tientallen elkaar op leven en dood beconcurrerende kleine en grote ondernemingen. De overheid in Washington D.C. bemoeit zich met haar eigen zaken. Carnegie, Rockefeller en Morgan bepalen zelf de spelregels. En volgens die regels mag alles…
Aan die periode van ongebreideld kapitalisme komt kort na de eeuwwisseling een einde. De populistische president Theodore Roosevelt krijgt in de gaten dat de kiezers niet langer met ademloze bewondering naar de Carnegies en de Rockefellers kijken, maar hun buik vol hebben van de robber barons. Met name de manier waarop John D. Rockefeller’s Standard Oil zich via het organiseren van trusts de hele olie-industrie heeft ingelijfd en de prijzen kan dicteren, zet veel kwaad bloed. Een trust is een combinatie van bedrijven waarvan de aandeelhouders hun stemrecht afstaan aan een kleine groep, de trustees, die daardoor slagvaardig te werk kunnen gaan.
Rockefeller is in het begin van deze eeuw zowel de rijkste als de meest gehate Amerikaan. In 1911 valt het doek wanneer de overheid gebruik maakt van de Sherman Anti-Trust Act om Standard Oil op te splitsen in 34 delen. De meeste bedrijven van deze overdwarse deling zijn tot op de dag van vandaag succesvolle ondernemingen. Denk maar aan Exxon, Chevron, Amoco en Mobil.
Angst en ontzag
Het is verleidelijk een vergelijking te maken tussen het einde van de negentiende en het einde van de twintigste eeuw. Opnieuw vindt in de VS, en daarmee in de hele wereld, een technologische en maatschappelijke omwenteling plaats: de informatierevolutie. Deze revolutie wordt gedomineerd door de IT-industrie. Van de spelregels waaraan deze industrie zich moet houden, zijn nog slechts de contouren zichtbaar.
Zoals Rockefeller’s Standard Oil in de negentiende eeuw angst en ontzag inboezemde bij iedere concurrent en bij iedere lokale pomphouder, zo jaagt nu het Microsoft van Bill Gates de concurrenten op allerlei mogelijk terreinen schrik aan. En opnieuw is daar de bureaucratie in Washington die wakker schrikt en naar een oud maar erkend wapen grijpt: de 108 jaar oude Sherman Anti-Trust Act. De trustbusters van het ministerie van Justitie en de procureurs-generaal van twintig staten weten zich gesterkt door de angst voor Microsoft. Een angst die gedeeltelijk is gebaseerd op feiten en gedeeltelijk op de onzekerheden die nieuwe technologieën met zich meebrengen.
Er is geen bedrijfstak meer waar men niet bang is voor Microsoft. Hoe kan een bedrijf dat met inkomsten van $11,4 miljard in 1997 de 137ste plaats inneemt op de Fortune 500-lijst zoveel angst inboezemen? Het antwoord is Windows. In het rijk van de computers zijn we allemaal blind zonder het besturingssysteem Windows dat negentig procent van alle PC’s op de wereld laat draaien. En Windows is een merkwaardig monster dat groeit en groeit en dat alles opvreet dat het onderweg tegenkomt.
Neem nou Mike Jeffress. Hij is mede-eigenaar van een softwarebedrijfje uit Pennsylvania dat Electronic TV Host heet. Het bedrijf levert software voor een elektronische televisiegids aan makers van PC’s zoals Compaq, Gateway 2000 en Sony. Leuk bedrijf, aardige verdiensten. Tot Windows 98 opduikt. Met de nieuwste versie van Bill Gates’ besturingssysteem krijgen de gebruikers in de VS gratis een elektronische televisiegids. Microsoft heeft een belang in televisieprogramma’s sinds het in 1997 voor $425 miljoen het bedrijf Webtv overnam dat een technologie heeft waarmee men het Internet kan betreden via een televisietoestel. Omdat iedere Windows 98-gebruiker nu gratis kan beschikken over het product dat Electronic TV Host maakt, gaat het bedrijf uit Pennsylvania zware tijden tegemoet. En Mike Jeffress vraagt zich af, wat een televisiegids in vredesnaam te maken heeft met een besturingssysteem van een PC.
Het geval van Electronic TV Host maakt duidelijk waarom de tegenstanders van Microsoft zeggen dat Bill Gates zich gedraagt als een robber baron en dat Microsoft een onwettige monopolist is. Gates maakt gebruik van de monopoliepositie in de markt van besturingssystemen om de concurrentie in andere softwaremarkten te vermorzelen. Door het integreren van steeds nieuwe producten in Windows worden andere softwareproducenten uit de markt gedreven. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Netscape dat het marktaandeel van zijn webbrowser ziet kelderen sinds Microsoft met het besturingssysteem gratis een eigen webbrowser aanbiedt.
Verspilling
Maar Microsoft beperkt zich niet tot software. David Nadler, de baas van Delta Consulting Group zegt in de New York Times: "Vrijwel iedere discussie die we hebben met bedrijven over hun strategie begint met: ‘Hoe kunnen we in de toekomst concurreren met Microsoft?’". Paranoia of gerechtvaardigde angst? Bedrijven zijn verontrust omdat ze menen dat Bill Gates met de combinatie besturingssysteem, browser en openingsbeeld op negentig procent van alle PC’s de toegang tot Cyberspace kan controleren. Net zoals Petrus bepaalt wie er door zijn poort de hemel binnen gaat. En als we de voorspellingen van Forrester Research mogen geloven ($350 miljard omzet in 2001 op Internet) wordt Cyberspace straks de hemel van de elektronische handel. Wie daar als bedrijf niet in komt, gaat linea-recta naar de hel waar de concurrenten van Gates tandenknarsend tot in de eeuwigheid zullen branden.
Microsoft heeft al zijn eigen websites voor het boeken van reizen, het vinden van informatie over het uitgaansleven in verschillende steden, het aanschaffen van auto’s, het verkrijgen van hypotheken en het aanbieden van financiële diensten aan particulieren. Dit jaar komt daar nog een on-line dienst bij die men kan gebruiken om rekeningen te betalen. Verder kan Microsoft bepalen welke icons van welke bedrijven een bevoorrechte positie krijgen op de openingspagina van iedere computer die op Windows draait.
Is het vreemd dat behalve softwarebedrijven ook reisbureaus, banken, autohandelaren en uitgevers van uit-agenda’s zorgelijk kijken in de richting van het Windows-monster? Ieder bedrijf dat via Internet producten of diensten wil gaan aanbieden, houdt er rekening mee dat Microsoft ofwel een directe concurrent wordt ofwel zal proberen op te treden als intermediair tussen dat bedrijf en zijn klanten. De Amerikaanse organisatie van reisbureaus, verschillende uitgeverijen en bedrijven die vliegtickets verkopen, steunen dan ook samen met de erkende Microsoft-vijanden als Netscape, Sun en Oracle de nieuwe anti-Microsoftlobby Pro Comp die wordt aangevoerd door de voormalige presidentskandidaat Bob Dole.
Volgens Paul Craig Roberts van het Institute for Political Economy, een conservatieve think-tank in Washington, proberen bedrijven als Sun Microsystems, Netscape en Novell met het steunen van het ministerie van Justitie te slagen waar ze in de markt gefaald hebben. "Economen weten al tientallen jaren dat een anti-trust zaak iets is waarmee verliezers de overwinnaars te lijf gaan", aldus Roberts. Volgens hem zou Justitie pas een zaak hebben wanneer Microsoft echt een monopolist zou zijn en daarvan gebruik zou maken om concurrenten uit de markt te drukken en prijzen omhoog te drijven. De realiteit volgens Roberts: er wordt steeds meer software gemaakt, de prijzen dalen en er komen steeds meer nieuwe softwarebedrijven bij. Ergo: er is geen zaak tegen Microsoft.
En Microsoft zelf? Het bedrijf houdt bij monde van Bill Gates vast aan zijn overtuiging dat het niets anders doet dan een steeds beter, en steeds goedkoper product te leveren aan zijn klanten. De Explorer zit niet in het besturingssysteem om Netscape te nekken, maar omdat dat handig is voor de klanten. In april van dit jaar verspreidt Microsoft de uitkomst van een Amerikaanse opiniepeiling waarin 68% van de ondervraagden zegt dat het onderzoek van het ministerie van Justitie een verspilling van belastinggeld is.
Gates en Rockefeller
Wanneer aan het einde van negentiende eeuw een lokale pomphouder niet de benzine van Standard Oil afneemt, opent John D. Rockefeller een eigen pompstation aan de andere kant van de straat. Hij verkoopt net zo lang benzine onder de gangbare prijs tot de concurrent zijn zaak sluit. Dat lijkt op de praktijk van Microsoft om Windows steeds verder uit te breiden met gratis software. Het ‘pompstation’ van Gates gaat echter nog wat verder door ook allerlei andere producten aan te bieden, reizen, auto’s en leningen, waarmee de plaatselijke middenstand uit Cyberspace wordt verdreven. Rockefeller had nog andere middelen, hij kocht bijvoorbeeld de lokale spoorwegmaatschappijen die vervolgens geen olie meer van concurrenten wilden vervoeren.
IBM had in de jaren zestig en zeventig een monopoliepositie door one vendor solutions te bieden. Een klant kocht van IBM de computers, de software, de randapparatuur en de dienstverlening in één pakket. IBM had niet eens prijzen voor zijn afzonderlijke producten. Het was gemakkelijk voor de klant – de snoeren en de stekkers pasten altijd bij de apparaten – maar een onoverkomelijke barrière voor de concurrentie. Ook toen greep Justitie in.
Na een slopend juridisch steekspel van dertien jaar zag de overheid in 1983 verder af van vervolging. Maar toen had IBM de koppelverkoop van zijn producten al losgelaten om een opsplitsing van het bedrijf te voorkomen. Het openbreken van IBM’s monopolie leidde tot veel frustratie en besluiteloosheid bij Big Blue, zo kan men lezen in de memoires van de toenmalige CEO, Thomas Watson Jr. Het verzwakken van IBM was het startschot voor de opkomst van onafhankelijke softwareproducenten, zoals Microsoft. Gates heeft zijn succes dus in zekere zin te danken aan de Sherman Anti-Trust Act!
Wat gaat er nu gebeuren met Microsoft? In principe kan de anti-trust zaak jaren gaan duren. Het onderzoek naar het monopolie van Standard Oil duurde vijf jaar (1906-1911), het onderzoek tegen IBM sleepte zich dertien jaar (1969-1982) voort en de anti-trust zaak die resulteerde in het openbreken van het telefoonmonopolie van AT&T duurde acht jaar (1974-1982). Met alle mogelijkheden om in hoger beroep te gaan kan een definitieve uitspraak in deze zaak ergens in de eenentwintigste eeuw verwacht worden. De klagers in de zaak, het ministerie van Justitie en de procureurs-generaal van twintig staten, hebben de rechter echter gevraagd op een aantal punten snel een uitspraak te doen. Deze kan binnen twee maanden worden verwacht.
Wanneer de rechter op korte termijn beperkingen gaat opleggen aan de verkooppraktijken van Microsoft kan dit een signaal zijn aan Gates om in te binden en alsnog tot een schikking te komen. Wanneer de uitspraak uitvalt ten gunste van Gates, dan zal hij zich zeker dieper ingraven in de ingenomen loopgraven. In dat geval kan de juridische strijd voortwoekeren tot een punt waarop deze volledig door de ontwikkelingen in de markt wordt achterhaald.
Toch kan ook een voortslepende rechtszaak de bedrijfsstrategie van Microsoft sterk beïnvloeden. Gates en zijn companen moeten op hun woorden en daden passen om geen nieuwe munitie aan te dragen waarmee Justitie het bolwerk in Seattle kan bestoken. Iedere scheet die in Seattle wordt gelaten, moet straks eerste worden geroken door een advocaat. In het Amerikaanse bedrijfsleven is het niet ongebruikelijk om een op Hollywood gebaseerd jargon te gebruiken. Dat Microsoft topmanagers ‘de zuurstoftoevoer naar Netscape willen afsnijden’ is niets bijzonders.
Historisch gezien zijn de kansen van Microsoft om de anti-trust zaak zonder noemenswaardige schade te overleven niet erg groot. Alle grote anti-trust zaken in Amerika hebben zeer ingrijpende gevolgen gehad voor de betrokken bedrijven, zelfs al kwam het niet tot een veroordeling zoals in het geval van IBM.
Winsoft en Appsoft
Het is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk, dat de zaak zal leiden tot een opsplitsing van Microsoft in twee of meer delen. Het weekblad Business Week suggereerde in april dat het bedrijf gesplitst zou kunnen worden in Winsoft, een bedrijf dat het besturingssysteem Windows exploiteert, en het bedrijf Appsoft dat alle applicaties en de websites van Microsoft in beheer krijgt.
Het besturingssysteem Windows zou na deze opsplitsing niet langer gebruikt kunnen worden als breekijzer om markten te openen voor Microsofts applicaties. Winsoft zou nog wel een monopolie kunnen hebben op de markt van besturingssystemen, maar het zou niet langer een monopolist zijn die verstikkend werkt op de concurrentie en de technische vernieuwingsdrang. Het bedrijf Appsoft zou met Office, dat in de VS een marktaandeel heeft van 94%, nog een monopoliepositie innemen in de markt van office suites. Opsplitsing van Microsoft in twee Baby Bills is een harde, maar effectieve maatregel, zo luidt de conclusie van Business Week. Het zal resulteren in scherpere concurrentie en meer technologische innovatie.
Het alternatief voor het opdelen van Microsoft is een heel scala van maatregelen en bepalingen om het bedrijf te reguleren. Voordeel voor Justitie is dat de overheid dan minder overkomt als een boeman en bemoeial. Het nadeel is dat er dan veel meer toezicht op Microsoft moet komen om te zien of het bedrijf alle bepalingen van de regulering wel naleeft.
Mogelijke bepalingen van een regulering: Gates mag niet langer PC-makers verplichten applicaties, zoals de browser, van Microsoft af te nemen samen met Windows; Microsoft moet zijn programma’s afzonderlijk aanbieden aan de makers van PC’s; Microsoft kan PC-makers niet verbieden producten van andere softwarehuizen te combineren met Windows; Microsoft moet PC-makers de vrije hand laten bij het bepalen hoe het openingsbeeld van de desktop eruit komt te zien; Microsoft kan Internet Service Providers niet verplichten reclame te maken voor Explorer; Microsoft mag niet zijn eigen versie van Java uitbrengen; Microsoft mag niet langer icons voor zijn eigen websites de beste plaatsen toebedelen op de Windows- of Explorer-Desktop. Tenslotte zou een rechter Microsoft kunnen verplichten om de code van en rechten op Windows vrij te geven, net zoals Netscape dat uit eigen beweging heeft gedaan met zijn browser. Windows, de defacto standaard voor PC’s, zou dan publiek bezit worden.
Gouden Eeuw van Windows
Zoals het einde van de negentiende eeuw in de VS de Gouden Eeuw was van de staalbaronnen, de oliekoningen en de speculanten, zo is het einde van de twintigste eeuw de Gouden Eeuw van de software-industrie gedomineerd door Windows. De uitwassen van de robber barons veroorzaakten echter in het begin van deze eeuw een ommezwaai. De pers, de publieke opinie en de politiek keerden zich tegen de trusts van Carnegie, Morgan en Rockefeller. Hetzelfde lijkt nu te gebeuren met Microsoft.
Een van de grootste verschillen tussen Gates en de robber barons van de negentiende eeuw is wel dat de eerste, afgezien van het incidentele bezoekje van Al Gore, weinig contact heeft met de politici en daardoor ook weinig invloed lijkt te hebben in Washington. Rockefeller en Morgan hadden met ruime financiële donaties verschillende politici in hun zak. Het is ook opvallend dat de politici die zich tegen Microsoft keren zo’n beetje het hele politieke spectrum bestrijken van Bob Dole en Orrin Hatch tot Janet Reno en Ralph Nader. Bill Gates heeft weinig vrienden in Washington. Misschien komt dat omdat Washington en Seattle verder uit elkaar liggen dan Amsterdam en Moskou.
Dat politieke invloed van belang is wordt duidelijk als men weet dat de procureur-generaal van Texas afzag van deelname in de rechtszaak tegen Microsoft onder druk van Texaanse politici. Texas is de thuisstaat van de twee grote PC-makers Compaq en Dell, bedrijven die, zolang Windows heerst, tegen wil en dank lief zullen blijven voor Gates.
Het probleem van Microsoft is dat veel politici met toenemende bezorgdheid kijken naar de invloed die de computerindustrie, met name Microsoft, verwerft in de economie en de samenleving. De hooghartige houding van Bill Gates en zijn bedrijf tegenover Washington stemt de politici ook niet vriendelijker. De vraag ‘wie is bang voor Bill Gates’, kan beantwoord worden met ‘iedereen’. En iedereen loopt dan ook nu te hoop om paal en perk te stellen aan de aspiraties van de robber baron uit Seattle.
Teake Zuidema is freelance medewerker van Computable