De bewijsvoering van het Amerikaanse ministerie van Justitie in de zaak tegen Microsoft is voor een groot deel gebaseerd op memo’s en e-mails van directieleden. Uit deze stukken blijkt volgens de eisers dat Microsoft verwachtte de browser-oorlog met Netscape niet via normale concurrentie te kunnen winnen.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie zal de rechtszaak tegen Microsoft winnen als het departement de rechter overtuigt dat de onderneming een monopolie-positie inneemt op de markt van de besturingssystemen. Justitie dient tevens te bewijzen dat de software-onderneming deze positie misbruikt om concurrenten van de browser-markt te verdringen. Als het ministerie hierin slaagt, rest de rechter niets anders dan uit te spreken dat Microsoft de antitrustwetten heeft geschonden.
Illegale tweedeling
In de interne berichten gaf de directie aan dat de onderneming zijn Windows-monopolie moest gebruiken om de strijd te winnen. Overigens ontkent Microsoft gesprekken met Netscape waarin de onderneming een door wetgeving verboden tweedeling van de markt voorstelde. "Het zal erg moeilijk zijn om ons aandeel in de browser-markt te vergroten met de voordelen van Internet Explorer alleen. Het is belangrijker de voordelen van het besturingssysteem in te zetten om mensen de Explorer te laten gebruiken in plaats van de Navigator", zo luidt een memo van een topman, die in de stukken van Justitie is opgenomen. Daarom dwong de onderneming PC-fabrikanten om Internet Explorer te installeren om voor een Windows-licentie in aanmerking te komen.
Windows 98
De grootste antitrustzaak uit de Amerikaanse geschiedenis draait voor een groot deel om deze koppeling van de browser en het besturingssysteem. Justitie wil een einde maken aan de dwang die Microsoft op de fabrikanten uitoefent om de Explorer te installeren. Verder eist het departement dat gebruikers de vrijheid krijgen een openingsscherm zonder Windows-koppelingen te zien als ze de computer aanzetten. De twintig Amerikaanse staten, die tegelijkertijd een rechtszaak tegen Microsoft aanspanden, maken tevens bezwaar tegen de licentie-regeling van Office. Hoewel Microsoft al is begonnen met de levering van Windows 98 aan de leveranciers, willen de eisers dat de onderneming een versie van het besturingssysteem uitbrengt zonder Internet Explorer of met een browser van Netscape. De verwachting is dat de rechtszaak enige jaren kan duren.
Het antitrust-onderzoek tegen Microsoft in vogelvlucht
1991
De Federale Handelscommissie in Amerika start een onderzoek naar aanleiding van klachten dat Microsoft de markt van besturingssystemen monopoliseert.
1993
De Handelscommissie staakt het onderzoek. Het ministerie van Justitie en de Europese Commissie nemen het over.
1994
Microsoft en Justitie sluiten een overeenkomst, waarin de onderneming aangeeft de contracten met PC-fabrikanten te wijzigen en de restricties ten aanzien van andere software-makers te laten vallen.
1995
Microsoft trekt zijn bod op Intuit, maker van financiële software, in en voorkomt op deze manier een antitrust-zaak. Het ministerie vreesde voor een monopolie op de markt voor financiële PC-software.
Bill Gates kondigt in Pearl Harbor de nieuwe Microsoft-strategie aan, waarbij de onderneming zich meer richt op Internet.
De rechter keurt de overeenkomst tussen Justitie en Microsoft goed.
1997
In september lanceert Microsoft Internet Explorer 4.0.
Het ministerie van Justitie daagt Microsoft in oktober voor de rechter. Het departement vindt dat de onderneming zich niet houdt aan de overeenkomst uit 1994 door fabrikanten te dwingen Internet Explorer te installeren.
Rechter Thomas Jackson verbiedt in december Microsoft druk uit te oefenen op fabrikanten om de browser te installeren. De onderneming gaat in beroep tegen deze preliminaire uitspraak, maar kondigt aan gewijzigde versies van Windows 95 te leveren.
1998
In maart verschijnen Gates en andere topmensen uit de branche op een hoorzitting van de Senaat.
Microsoft eist in mei een rechterlijke uitspraak die aangeeft dat de tijdelijke uitspraak van rechter Jackson niet geldt voor Windows 98. Een week later stelt de beroepsrechter Microsoft in het gelijk.
Op 16 mei staken Justitie en Microsoft de onderhandelingen om een nieuwe, uitgebreide rechtszaak te voorkomen.
Justitie en twintig Amerikaanse staten dagen Microsoft op 18 mei opnieuw voor de rechter.