Apple Computer probeert meer randapparatuur te bereiken door Wintel-technologie (Windows en Intel) op te nemen in zijn Macintosh-computers. Het bedrijf deed dit al enige tijd, bijvoorbeeld met de PCI-bus sinds 1995, maar het zet deze lijn nu voort.
De Macintosh ondergaat nu wijzigingen in de hardware om gebruikers toegang te geven tot een reeks Wintel-randapparatuur.
Eén van de ‘nieuwe’ Mac-technologieën is de Accelerated Graphics Port (AGP). Dit is een schepping van chipfabrikant Intel om driedimensionale beelden snel aan de processor te kunnen doorgeven. Apple ondersteunt AGP vanaf de eerste helft van 1999, ondanks zijn openlijk geuite twijfels over de bruikbaarheid ervan. Intel zou AGP zelf vooral positioneren in de markt voor computerspellen.
Verder biedt de nieuwste Apple-computer, de i-Mac, de Universal Serial Bus (USB). Deze communicatiepoort is reeds verwerkt in de computers van PC-leveranciers als Compaq en Dell. Apparatuur die is ontwikkeld voor de PC valt hierdoor ook op een Macintosh aan te sluiten. De i-Mac komt in augustus van dit jaar op de markt.