Het overlegorgaan voor vastgoedinformatie, Ravi, wil het gebruik van standaarden op het gebied van geo-informatie met een ‘actieplan’ bevorderen. Aangezien het vaststellen van standaarden vanuit de informatie-aanbodzijde niet werkt, richt Ravi zich op de gebruikers van de informatie.
Daarnaast moet een branche-georiënteerde benadering voor draagvlak zorgen.
Er bestaan enkele ‘centrale’ standaarden die in de geo-informatie inmiddels goed bekend zijn: een algemene gegevensclassificatie (‘Terreinmodel Vastgoed’, NEN 3610) en een norm voor uitwisseling van gegevens over ruimtelijke objecten (NEN 1878). Sinds kort is er ook een richtlijn (NPR 3611) met regels voor het gebruik van die laatste. Deze generieke normen bieden ruimte voor uitwerking naar branche-specifieke toepassingen. De eerste exercitie daartoe resulteerde begin 1997 in het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (Imro).
Inmiddels zijn projecten gestart of in voorbereiding om dit model te toetsen in de praktijk. De provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Barneveld, en de adviesbureaus Sonsbeek en SAB wisselen bijvoorbeeld gegevens uit over bestemmingsplannen. Daarbij zijn informatiesystemen van vier verschillende leveranciers betrokken. De provincie Zeeland is met enkele gemeenten en bureaus actief voor een ‘gestandaardiseerd bestemmingsplan’. Rotterdam werkt met de provincie Zuid-Holland aan een pilot rond bestemmingsplannen. De gemeente Arnhem wil het Imro beproeven voor het samenbrengen van allerlei ruimtelijke plannen in een ‘nieuwe kaart van Arnhem’. De Rijksplanologische Dienst denkt het model te gebruiken voor een informatiesysteem voor gegevens over bedrijventerreinen en kantoorlocaties.
Ondermeer via voorlichting en workshops wil Ravi het besef van nut en noodzaak van standaardisatie verder verspreiden. Een onderzoek heeft geleerd dat de uitwisseling en levering van digitale geo-informatie de komende jaren sterk zal toenemen.