IBM onthult vandaag de langverwachte vijfde generatie (G5) van zijn S/390-mainframes met de snelste CMOS-processoren die het bedrijf tot nog toe heeft ontwikkeld. Een enkele G5-chip levert een prestatieniveau van 115 mips (miljoen instructies per seconde.
De zwaarste S/390-uitvoering kan tien processoren bevatten die dan in totaal 900 mips halen.
De nieuwe mainframes zijn verder uitgerust met meer geheugen en een grotere bandbreedte voor communicatie (I/O). De fabrikant lijkt hiermee het einde in te luiden van de duurdere bipolaire ECL-processoren die Amdahl, Hitachi en IBM zelf jarenlang gebruikten. IBM dumpte de bipolaire chips in 1994 en steunt sindsdien op zijn parallelle sysplex clustering-technologie om servers te leveren met dezelfde schaalbaarheid als de bipolaire machines van zijn concurrenten.
Analisten zeggen dat het einde van de ECL-technologie is gearriveerd, zodra de turbo-versies van de G5-processoren uitkomen in september dit jaar. Deze chips staan bekend onder de codenaam Symphony. IBM zegt al sinds januari gesprekken te voeren met gebruikers van zijn G4-systemen en daardoor nu al honderden G5-klanten in spe te hebben. Het bedrijf noemt geen prijzen, maar naar verwachting kost een complete G5-machine 6000 dollar per mips. Een half jaar geleden kostten G4-mainframes nog 7000 dollar per mips.