Ondanks de miljardenwinsten van Microsoft en Intel is het inwendige van de PC nog steeds een zootje. Managers van de softwarereus uit Redmond gaven dat grif toe op de Windows Hardware Engineering Conference (Winhec) die onlangs in Orlando, Florida, werd gehouden. De gebruiksvriendelijkheid moet toenemen. Dat is voor beide giganten van groot belang. Maar tegelijkertijd moet de PC steeds meer prestaties leveren. Als gebruikers het ineens niet meer belangrijk vinden om hun systemen elke paar jaar te vervangen, dan komen Intel en Microsoft in de problemen.
We schrokken van ons onderzoek naar gebruiksvriendelijkheid", zegt Jim Allchin, senior vice president van Microsoft. "We kochten een aantal PC’s, maar slechts weinig machines bleken gebruiksklaar toen we ze uit de doos haalden en de stekker in het stopcontact staken. Dat soort dingen geeft ons een heel slechte reputatie." Hij voegde eraan toe dat de PC-industrie – inclusief Microsoft – verwarrende systemen maakt met niet of slecht functionerende drivers.
Efficiënt omspringen met werkgeheugen is ook niet Microsofts sterkste kant. Terwijl in 1992 het gemiddelde werkgeheugen in een PC nog 2 megabyte was, heeft Windows 98 aan 32 MByte eigenlijk niet voldoende. Microsofts nieuwste besturingssysteem zal 25 juni het licht zien – als het Amerikaanse ministerie van justitie tenminste geen stokje steekt voor de introductie ervan. Veel gebruikers zullen er een extra geheugenkaartje bijprikken en hun geheugen op 64 Mbyte brengen. Deze overstap zal soepeler verlopen, nu de dram-prijzen zijn gekelderd. Een extra 32-Mbyte Simm of Dimm is tegenwoordig al voor minder dan 200 gulden te koop.
Vooraf aan Winhec had Microsoft aan de drieduizend deelnemers gevraagd hoeveel werkgeheugen er in 1998 in een standaard PC zou zitten. ’64 Megabyte’, gaven bijna tweeduizend hardware-ontwerpers als antwoord. "Jullie vinden we aardig", zegt Jim Allchin, senior vice president bij Microsoft. Ruim driehonderd vonden dat het 128 megabyte moest zijn. Allchin: "Jullie mogen we pas echt".
Het was voor de zevende achtereenvolgende keer dat Microsoft Winhec organiseerde. De conferentie is vooral bedoeld om de neuzen van hardware-ontwerpers binnen de industrie zoveel mogelijk gelijk te richten. Microsoft, Intel en Compaq schrijven daarvoor ieder jaar een leidraad, de zogenaamde ‘PC 9X-roadmap’. Het eerste jaar dat Winhec werd georganiseerd, in 1992, verkocht MS DOS nog tien keer beter dan het juist geïntroduceerde Windows 3.1. Intels 386 was toen de best verkochte processor. Maar met de Pentium processor en Windows 95 is de PC nog steeds niet gebruiksvriendelijk. Het apparaat zit vol met verouderde standaarden. "Wij denken dat het tijd is om alle ballast waarmee we sinds 1984 leven af te werpen", vindt Carl Stork, Microsofts general manager Windows Hardware Platforms.
Met de komst van Windows 98 krijgt de PC ondersteuning van Universal Serial Bus (USB). Waarnemers verwachten dat USB daardoor dit jaar zal doorbreken. Het is een veelbelovende standaard (1,5 tot 12 Mbit/s) voor het aansluiten en doorlussen van randapparatuur zoals muizen, printers en backup-systemen. Intel ondersteunt de technologie al sinds vorig jaar in zijn chipsets. Dat maakte het voor veel fabrikanten zoals Gateway en IBM mogelijk om hun PC’s en notebooks al met USB uit te rusten. Het wachten is nu vooral op leveranciers van randapparatuur.
Geen legacy-last
De introductie van een andere grote belofte, de hoge-snelheids seriële poort Ieee1394, zal veel trager verlopen. Ieee1394 maakt het mogelijk om randapparatuur aan te sluiten met een hoge doorvoersnelheid, zoals video-, en audio-apparatuur en handcomputers. Een 1394-bus kan data uitwisselen met een snelheid van 50 Mbyte/s. Volgend jaar komen er zelfs versies van 100 Mbyte/s. De 1394-interface is echter nog steeds een niche-technologie, maar wordt door sommige leveranciers van randapparatuur en vele fabrikanten van consumentenelektronica als Philips (ook een groot voorstander van USB) zwaar gepromoot. Philips ziet 1394 als de scart-interface van de toekomst. Deze hogesnelheids seriële poort kan ongecomprimeerde digitale video overdragen en is daardoor geschikt om alle digitale-consumentenapparatuur in de huiskamer met elkaar te verknopen. Intel zal Ieee1394 na de zomer in zijn chipsets gaan ondersteunen. De trage introductie van USB en Ieee1394 zal ook de komst van Device Bay vertragen. Dit is een standaard slot voorin de PC met een gecombineerde USB/1394-aansluiting waarin stations voor floppy’s, harde schijven, CD-Rom, DVD’s (digitale video disks) of magneto-optische schijven kunnen worden uitgewisseld terwijl de computer aan staat.
De analist Michael Slater van Micro Design Resources uit Sebastopol, Californië, verwacht dat de 1394-standaard zal doordringen in Device Bay-apparatuur voor massa-opslag. Hij verwacht dat de snellere 1394-versies de potentie hebben om de IDE-interface voor harde schijven tegen de eeuwwisseling te vervangen.
Ook al lijkt USB te gaan doordringen; deze zwaluw maakt van Windows nog geen zomer. Zowel Intel als Microsoft vinden dat het tijd is voor een echte doorbraak. Een eerste officiële aanzet daartoe wordt volgend jaar verwacht. Voor Microsoft heet dit de PC 2000-richtlijn, bij Intel staat een soortgelijk initiatief bekend als de ‘legacy-free’ PC, losjes vertaald: een personal computer die niet zucht onder de ballast van oude troep. PC 2000 moet een mijlpaal vormen in de definitie van de PC-architectuur. Dit document zal verouderde technieken zoals de ISA-bus en volledige Dos-compatibiliteit schrappen. Microsoft kondigde aan dat Windows 98 het laatste besturingssysteem is met belangrijke ondersteuning voor 16 bit-code en Dos. Het is geen idealisme wat Microsoft en Intel drijft. De ISA-bus, seriële en parallelle poorten en andere ‘rommel’ hangen als een molensteen om de nek van beide reuzen. Ze zijn niet in staat om verder te groeien als oude standaarden de ontwikkeling van de PC belemmeren.
Grondige verbouwing
USB en 1394 hebben de potentie om de ruggengraat te vormen van de toekomstige PC. Deze twee aan- en doorvoerroutes bieden meer flexibiliteit dan de huidige hoofdweg in PC’s PCI (Peripheral Component Interconnect) en zouden deze systeembus wel eens naar de zijlijn kunnen dirigeren. Dit is een van de ontwikkelingen die volgend jaar in de specificaties van de ‘PC 2000 roadmap’ zou kunnen opduiken, zo was in de wandelgangen van Winhec te beluisteren. Kleine bijkomstigheid: het besturingssysteem van Windows is in dit geval aan een grondige verbouwing toe om de verkeersregeling in de PC aan de nieuwe systeemcomponenten aan te passen. ‘Dat zal niet eenvoudig zijn’, zegt Carl Stork.
Slater was sceptisch over Microsofts streven. Wel onderstreepte ook hij dat het hoog tijd werd om de oude standaarden overboord te gooien en te werken aan gebruiksvriendelijkheid. "We moeten ISA de nek om draaien", oordeelde hij. "De PC-industrie zit er behoorlijk mee opgescheept. Zelfs zakelijke gebruikers roepen er steeds weer om, maar als ik een nieuwe auto koop hoef ik het reservewiel uit mijn vorige auto toch ook niet meer? Met USB en Ieee1394 heeft de PC-industrie alle gereedschappen in handen om de gebruiksvriendelijkheid van de PC drastisch te verbeteren."
Slater voegt daar cynisch aan toe: "Maar als de geschiedenis een indicatie is, dan zijn het paarlen voor de zwijnen. De discussies hierover kunnen nog jaren voortduren. Ieder stuk van de systeemarchitectuur heeft zijn eigen lobbygroep."
PC als multimediacentrum
Intel en Microsoft zetten hun volle gewicht achter USB en 1394. De reden hiervoor is dat de PC zich met behulp van deze standaarden de komende jaren kan blijven ontwikkelen. Het kan een krachtiger platform worden, zich diversificeren en meer markten bedienen. Voor zowel Microsoft als Intel is dat van groot belang. Beide zijn immers zo’n beetje monopolist en kunnen hun omzet niet vergroten door groei van hun aandeel in de PC-markt. De groei waaraan Intel en Microsoft gewend zijn moet juist komen uit de groei van de totale markt. Intel realiseerde zich begin jaren negentig al dat het onmogelijk was om geavanceerde microprocessoren te verkopen als de PC zich niet verder ontwikkelde. Geen enkele PC-fabrikant had toen voldoende massa om een voortrekkersrol te spelen in de ontwikkeling van nieuwe standaarden. Als het PC-platform zich niet zou kunnen ontwikkelen in de lijn die de onderliggende technologie toeliet, dan zou dit voor Intel en de groei van de PC-industrie een groot probleem worden. Als ontvanger van een groot deel van de winsten besloot Intel een R&D-organisatie voor de PC-industrie te bouwen, Intel Architecture Labs (IAL). Daar spendeert het bedrijf tussen de 200 tot 300 miljoen dollar per jaar.
IAL heeft als enige doel om de markt te laten groeien. Intel ontwikkelde software en hardware zoals USB, PCI en Tapi. Dat gaf nogal wat opschudding in de markt. PC-fabrikanten dachten dat al die technologie was ontworpen om een concurrerend voordeel te halen. Op sommige punten was dat ook het geval. "Maar de rol van IAL was simpelweg om de markt vooruit te helpen", meent Slater van Micro Design Resources. "Intels marktaandeel in microprocessoren voor PC’s is al jaren 85 procent. Dat hoefden ze dus niet te vergroten. Maar ze moesten er wel voor zorgen dat de markt zelf groeide, zodat hun omzet met een aardige snelheid zou stijgen."
Intel en Microsoft willen van de PC een steeds krachtiger platform maken; daarnaast kan de computer uitgroeien tot multimedia-centrum in de huiskamer. Niet voor niets besteden beide bedrijven veel aandacht aan video, spelletjes, digitale tv en videotelefonie op de PC. Windows 98 biedt allerlei ondersteuning voor televisie en daarmee verknoopte informatie. Ieee1394 is niet alleen belangrijk voor dataopslag, maar kan ook de communicatie tussen de PC en andere consumentenartikelen zoals digitale camera’s versoepelen. Enkele weken geleden werd duidelijk dat Microsoft financiële tegemoetkomingen doet aan PC-fabrikanten die minstens 15 procent van hun PC’s uitrusten met een 1394-interface of een tv-tuner. Ook Intel wil een gedeelte van zijn toekomstige groei uit de PC/televisie halen. Vanaf volgend jaar zal zo’n beetje iedere microprocessor – ook die van AMD, Cyrix en IDT – sterk genoeg zijn om hoge kwaliteit Mpeg2-video op de PC te brengen. Intel realiseert zich maar al te goed dat het de huiskamer alleen binnenkomt met gebruiksvriendelijke apparatuur.
In één moeite door kan de chipfabrikant veeleisende klanten beter bedienen. Om de nieuwe technologie aan de man te brengen, heeft Intel een list verzonnen. Een PC met USB en Ieee1394 is nu nog zo’n 100 gulden duurder dan eenzelfde systeem zonder deze nieuwe busstructuur. De gigant uit Santa Clara wil dit kostprijsplaatje omdraaien. Als het aan Intel ligt zullen juist PC’s met een ISA-bus en parallelle en seriële poorten in de toekomst meer gaan kosten. Intel zal PC-fabrikanten met zijn ‘legacy free’-PC concept aanmoedigen om elektronica te kopen waarin de nieuwe USB- en 1394-technologie zit ingebouwd. Fabrikanten die in hun systemen nog wel oudere technieken zoals ISA willen ondersteunen, mogen dat gerust doen maar zullen er extra voor moeten betalen.
Intels wil is wet
Het oppermachtige Intel heeft al laten zien dat het de standaarden in de markt eenvoudig naar zijn hand kan zetten. Het afgelopen jaar was de grootste verschuiving in de basis-systeemarchitectuur waarschijnlijk Advanced Graphics Port dat nu wijdverbreid is in het hogere segment PC’s. AGP zijn grafische chips met een flinke pijplijn (max 528 Mbyte/s) naar het werkgeheugen. De technologie is een sleutelonderdeel van Intels strategie om onder meer realistische spelletjes op het PC-platform mogelijk te maken. Overigens zal ook Motorola tegen het einde van dit jaar grafische bus-technologie op de markt brengen die sterk lijkt op AGP. Motorola wil hiermee prestatieverbeteringen bereiken in computers van Apple. Net als bij AGP drukte Intel begin jaren negentig PCI als standaard in Pentium-systemen door. Het was niet nodig om andere leveranciers van chipsets en moederbordfabrikanten te overtuigen van de noodzaak om PCI te ondersteunen.
Slater: "Anders had het jaren geduurd voordat PCI wijdverbreid zou zijn. Voor de chipset- en moederbordfabrikanten was het een pijnlijke ervaring, maar het was waarschijnlijk goed voor de industrie als geheel."
AGP en PCI laten zien dat Intel met botte kracht zijn wil kan opleggen aan de PC-industrie. De ontwikkelingen in de PC-markt zijn intussen onlosmakelijk verbonden met de strategie die in Santa Clara wordt uitgestippeld. Intels rol is in de jaren negentig uitgegroeid tot ver buiten het terrein van de processoren. Dit is de basis voor het huidige succes, maar het zet ook veel kwaad bloed binnen de PC-industrie.
Intel wil hiermee vooral een grote markt voor snelle systemen creëren. "Intels zakelijk model is afhankelijk van een continue vraag naar meer prestaties. Als mensen het ineens niet meer belangrijk vinden om snellere processoren aan te schaffen, als ze hun systemen niet meer elke paar jaar vervangen, dan is Intels financiële model in grote moeilijkheden", zegt Slater. "Om dat te voorkomen is een investering van 200 tot 300 miljoen dollar per jaar in Intel Architecture Labs geen enkel probleem, wanneer je bekijkt dat het bedrijf een winst maakt van ruim 5 miljard dollar per jaar."
Grafische chips
Niet IAL, maar Intels agressie op de markt voor chipsets en moederborden is de meest controversiële activiteit. In het verleden moest het bedrijf steeds wachten op fabrikanten van moederborden en chipsets wanneer het klaar was met een nieuwe processor. Hierdoor konden leidinggevende bedrijven zoals Compaq en IBM veel eerder op de markt komen met een nieuwe snelle processor dan kleinere fabrikanten. De topmerken konden daardoor hoge marges rekenen. Intel wilde zijn snelste processoren echter veel sneller in grote volumes op de markt gaan brengen. Topman Andy Grove besloot dat hij niet langer afhankelijk kon zijn van de chipset-makers. Hij wilde er zeker van zijn dat bij de introductie van een processor ook de geschikte chipset klaar was. Met de almaar snellere processoren en een steeds geavanceerdere systeemarchitectuur is er een steeds grotere verknoping gekomen tussen processor en chipset. Toen ging Intel ook nog de moederbord-business op en kelderden de marges van IBM en Compaq. Intel maakte van de PC een pot nat. Het had er alle belang bij: hoe goedkoper de PC, hoe meer processoren er worden verkocht. Zolang de prijs van de processoren stabiel blijft, verdwijnt alleen de winst uit de systeembusiness. Intel heeft nu 80 procent van de chipset-markt. Alle chipsets voor Pentium II-systemen komen uit Santa Clara. Iedereen ziet de volgende stap al aankomen. "Fabrikanten van grafische chips staan te trillen op hun benen nu Intel de grafische chip 740 heeft uitgebracht", zegt Slater. "Intel begaf zich al eerder in grafische chips, maar die activiteiten zijn totaal mislukt. De wereld is echter veranderd. Intel heeft Chips and Technologies gekocht en laat daarmee zien dat het zeer serieus is." Terwijl de ‘740’ slechts 35 dollar oplevert is de chip even groot als de Pentium met MMX die voor 100 dollar van de hand gaat. Slater: "Intel kijkt naar groei. Met steeds meer marktaandeel in microprocessoren lukt dat niet. Daarom richten ze hun ogen op andere markten."
René Raaijmakers is freelance medewerker van Computable